Casus Het Canadese Vancouver wil in 2020 de groenste stad ter wereld zijn. Een van de projecten hiervoor is Vancouver Olympic Village. Dit Olympisch Dorp, gebouwd voor de winterspelen in 2010, huisvestte destijds zo’n 3000 atleten en coaches. Nu staat de wijk, met 1100 wooneenheden, parken en een groeiend aantal winkels en restaurants, hoog op de lijst van de meest duurzame wijken wereldwijd.
De wijk is gebouwd volgens een Europees bouwmodel. Je ziet middelhoge gebouwen van zo’n zes tot acht verdiepingen. Voor Vancouver-begrippen staan de woningen dicht bij elkaar. Uitzicht heb je nauwelijks, maar hierdoor blijft er wel meer openbare ruimte over voor brede trottoirs en gezellige pleintjes waar mensen kunnen wandelen en fietsen. Op de meeste plekken zijn auto’s verboden. Mensen kunnen parkeren in parkeergarages of bij parkeermeters in straten die uitkomen op het grote plein midden in Olympic Village.
Rijtjeshuizen
Een van de redenen waarom mensen graag in Olympic Village wonen, is omdat het autovrij wonen bevordert. Alle basisvoorzieningen zijn in de buurt, zoals een supermarkt, postkantoor, drogisterij en buurtcentrum. Het openbaar vervoer bevindt zich op loopafstand en er zijn veel opties voor het delen van auto’s, vergelijkbaar met het Nederlandse Greenwheels.
Het normale straatbeeld van de binnenstad van Vancouver ziet er heel anders uit. De panden – veelal winkels en restaurants – zijn een of twee verdiepingen hoog en lijken bijna op rijtjeshuizen. Op een aantal hoeken vind je heel hoge woontorens die ver van elkaar af staan. Bewoners van de appartementen hebben een mooi uitzicht en veel zonlicht. Zeker als er bomen staan, heb je op straatniveau niet eens door dat er zich hoogbouw bevindt. Het nadeel van het Vancouver-model is dat er bijna highway-achtige wegen door de stad lopen met veel verkeer. De stad is ook niet echt veilig om te fietsen.
Geen import uit Chili
In lijn met het actieplan van Vancouver om de groenste stad ter wereld te worden, maakt Olympic Village gebruik van systemen voor energie-efficiëntie en duurzaamheid, zoals zonnewarmte en groene daken met daarop fruitbomen en groenten. De gebouwen zijn ontworpen om dat gewicht te kunnen dragen. Ook bevindt zich hier de eerste Noord-Amerikaanse gemeenschap met het LEED platina-certificaat, vergelijkbaar met het Breeam-certificaat ‘excellent’. Millennium Development Group tekende voor ontwerp, ontwikkeling en bouw.
‘Ingrid Rompa_Gemeenschappelijke volkstuinen’
Gemeenschappelijke volkstuinen
Een rondleiding door het Olympisch Dorp krijg ik van Michelle Pollard, eigenaar van Rewild Vancouver en pleitbezorger van ‘ecologisch gebalanceerde steden’. Zij laat zien welke milieuvriendelijke maatregelen zijn genomen. “Kijk, hier midden in de wijk zijn gemeenschappelijke volkstuinen aangelegd, die worden onderhouden door vrijwilligers. Lokaal verbouwde groenten zijn veel beter voor het milieu, onder andere omdat ze niet getransporteerd hoeven te worden vanuit landen zoals Chili. Dat scheelt veel uitstoot van broeikasgassen.”
Ruimte voor wortels
Een ander voorbeeld van duurzame maatregelen in Olympic Village is een lange grasstrook die door de hele straat loopt. Het ziet eruit als een slootkant, maar dan zonder sloot. “Via dit systeem wordt het regenwater, inclusief straatvuil, gezuiverd voordat het de oceaan instroomt”, legt Pollard uit. “De wortels van de planten zuiveren het water en het gefilterde water loopt vervolgens via een pijp de oceaan in.” De straat en het trottoir zijn schuin aangelegd, zodat het water makkelijk de grasstrook inloopt.
‘Ingrid Rompa_Extreem hoge bomen die voor koeling zorgen in appartementen’
Hoge bomen zorgen voor verkoeling in appartementen
Ook de enorme bomen hebben een dubbele functie. “Door hun hoogte houden ze de zon uit de gebouwen en zorgen ze voor veel schaduw. Daarnaast bieden ze een natuurlijke omgeving voor vogels.” De bomen kunnen zo hoog worden omdat ze in enorme kisten zijn geplant, wat hun wortels extra veel ruimte geeft om te groeien.
Volle terrassen
De plannen voor Olympic Village startten in 2006 met de duurzame beleidsambitie om deze wijk op een andere manier op te zetten dan het gebruikelijke Vancouver-model, vertelt Wilco van Bemmel, eigenaar van Dunefield. Zijn adviesbureau is gespecialiseerd in stedelijke ontwikkelingen die bijdragen aan duurzame gemeenschappen.“Olympic Village moest echt een modelwijk worden voor de rest van Vancouver, met veel duurzame maatregelen en een afwijkend gebruik van de openbare ruimte, onder meer door pleinen en brede trottoirs. De wijk zelf is redelijk goed gelukt. Olympic Village is hier in Vancouver alleen niet hét model voor stedelijke ontwikkeling geworden. In het begin was de wijk ook niet populair om in te wonen. De verkoop kwam maar langzaam op gang na de crisisjaren en er waren in het begin weinig winkels en restaurants te vinden. Mensen hebben het nu echter wel omarmd. Het is er gezellig, de winkels doen het goed en de terrasjes zitten vol.”
Oorspronkelijk was het stuk grond waarop Olympic
Village werd gebouwd een industriegebied, dat
voornamelijk bestond uit parkeerplaatsen. “Via een publiek-private samenwerking
wilden gemeente, private ontwikkelaars en investeerders (waaronder Millennium
Development Group – red.) een transformatie naar een gemengde woonwijk tot
stand brengen die goed presteert in leefbaarheid en duurzaamheid.” Ook woningbouwverenigingen
stapten in het avontuur, zodat betaalbare woningen konden worden gebouwd. “Zij
speelden een belangrijke rol doordat zij de kennis en financiële middelen
aandroegen om sociale woningen te realiseren.”
Nek uitsteken
De financiering van Olympic Village kwam uit verschillende potjes. Het Community Center (een van de duurzaamste gebouwen (inclusief LEED platinum-certificaat) met onder meer koel- en verwarmingssystemen op zonne-energie, die nooit eerder in Noord-Amerika waren toegepast) werd bijvoorbeeld gefinancierd door de gemeente. De aanleg van de metroverbinding en het station werden mede betaald door Translink (het regionale vervoerbedrijf) en de luchthaven van Vancouver. “Vancouver International Airport betaalde 300 miljoen dollar mee om een goede OV-verbinding met de binnenstad te krijgen en om haar milieudoelstellingen te halen.” De investeringen voor de openbare ruimte werden betaald uit de opbrengsten van de koopwoningen. De landelijke overheid speelde onder meer een rol in de financiering van het duurzame energienet via een subsidie van 10 miljoen dollar en goedkope leningen.‘Ingrid Rompa_Natuurgebied in Olympic Village 2’
Natuurgebied in Olympic Village
“Oorspronkelijk ontstond veel weerstand tegen het gebruik van restwarmte van rioolwater voor de verwarming van de woningen”, blikt Van Bemmel terug. “Omwonenden waren bang voor stankoverlast. Uiteindelijk kreeg de gemeente toch draagvlak voor de bouw van een duurzame waterzuiveringsinstallatie, de eerste in Noord-Amerika.” Vanaf de nabijgelegen ‘Cambie Bridge’ zie je een aantal schoorsteenpijpen van de installatie die ’s avonds verkleuren en zo laten zien hoeveel energie wordt opwekt. “Ze is gebouwd om 20.000 mensen te voorzien van energie voor de verwarming van hun huis. Dit halveert de CO2-uitstoot die dat normaal kost. Het project heeft dus behoorlijk wat impact.”
De reden dat Olympic Village zijn ambitieuze duurzaamheidsdoelen heeft bereikt, is volgens Van Bemmel het enthousiasme van meewerkende partijen en de wil om als voorbeeldfunctie te fungeren voor Canada en de rest van de wereld. “De lat is bewust heel hoog gelegd. En dat kan hier ook. Hier staan mensen meer open voor dit soort ambitieuze plannen dan in Nederland.” Volgens Van Bemmel, die 8 jaar geleden vanuit Nederland naar Canada emigreerde, heerst hier namelijk een heel andere mentaliteit. “In Nederland is er is altijd wel iemand die zegt: moet dat nou, en kan dat wel… Er wordt heel praktisch gedacht. In Vancouver hebben ze hun nek uitgestoken en er het beste van gemaakt. Hier zagen ze het Olympisch Dorp als een enorme kans voor het toepassen van nieuwe ideeën en innovaties.”
Beelden: Ingrid Rompa
Cover: ‘Ingrid Rompa_Natuurgebied in Olympic Village’