16 juli 2015
4 minuten
Nieuws Op basis van de jaarrekeningen 2013 heeft Deloitte begin dit jaar een onderzoek uitgebracht naar verbonden partijen van gemeenten. Dat onderzoek geeft inzicht in het aantal, soort en omvang van de organisaties waarmee gemeenten financieel en bestuurlijk verbintenissen zijn aangegaan. Er is sprake van een financieel belang wanneer het aan de verbonden partij ter beschikking gesteld bedrag niet verhaalbaar is of wanneer de gemeente aansprakelijk is wanneer de deelneming haar verplichtingen niet nakomt. Er is sprake van een bestuurlijk belang wanneer de gemeente beschikt over zeggenschap door vertegenwoordiging of stemrecht. Ons onderzoek is gebaseerd op wat de gemeenten zelf rapporteren in hun paragraaf Verbonden partijen, wat overigens qua informatie wel wat beter kan. Niet alle gemeentelijke jaarstukken waren op dit onderdeel conform de bepalingen van het BBV opgemaakt, en veel financiële gegevens zijn niet (expliciet) gerapporteerd. Met de recente aanpassing van het BBV (wijzigingsbesluit BBV 25 juni 2013) zal de informatie in de jaarstukken 2014 meer inzicht moeten geven in met name de financiële situatie van verbonden partijen en daarmee ook de risico’s.
Resultaten; 6.500 verbonden partijen!
Uit de analyse blijkt dat Nederlandse gemeenten gemiddeld aan 16 partijen verbonden zijn. In totaal nemen gemeenten aan ca. 6.500 verbonden partijen deel. Daarbij moet wel worden opgemerkt dat de rapportagewijze per gemeente verschilt; sommige gemeenten rapporteren bijvoorbeeld een BV/CV als één afzonderlijke partij waar andere gemeenten deze separaat rapporteren. Van het aantal verbonden partijen is 53% een publiekrechtelijke organisatie (Gemeenschappelijke Regeling, samenwerkingsconvenant, openbaar lichaam e.d.) en 47% een privaatrechtelijke organisatie (stichting, vereniging, coöperatie of vennootschap). Artikel 15 van het BBV schrijft gemeenten voor om bij elke verbonden partij aan te geven welk openbaar belang het behartigt. Meer dan een vijfde van de verbonden partijen blijkt op het terrein van de nutsvoorzieningen te liggen. Ca. 13% van de verbonden partijen dient een bestuurlijk belang, onder andere regionale bestuurlijke samenwerking en de uitvoering van bestuurlijke taken. Verwacht mag worden dat met name de samenwerkingen op het terrein van volksgezondheid en arbeidsmarkt, gezien de decentralisaties, flink zal toenemen.
Kapitaalverstrekkingen en leningen van gemeenten aan verbonden partijen dienen volgens artikel 26 BBV afzonderlijk op de balans te worden opgenomen onder Financiële Vaste Activa. Uit de rapportage blijkt dat de Nederlandse gemeenten gemiddeld € 5,4 mln. eigen vermogen aan kapitaal hebben verstrekt, in totaal voor alle gemeenten ca. € 2,2 mrd. Naast het verstrekken van risicodragend kapitaal aan verbonden partijen hebben de gemeenten ultimo 2013 een bedrag van ruim € 3 mrd. aan vreemd vermogen (leningen) verstrekt. Daarmee is er dus een financiële exposure van ruim € 5 mrd. Naast kapitaalverstrekkingen en leningen, betalen gemeenten jaarlijks ook bijdragen als subsidie of voor het leveren van prestaties. Hierover is maar beperkt gerapporteerd door gemeenten. Bij benadering zou dit ongeveer € 2,5 mrd. per jaar zijn exclusief vennootschappen, dat is ongeveer 5% van de jaarlijkse uitgaven van gemeenten, maar dit betreft enkel de exploitatiebijdrage (bijvoorbeeld niet de bijstandsuitgaven die worden verstrekt door een uitvoeringsorganisatie, maar enkel de kosten van de uitvoeringsorganisaties zelf). Van slechts ca. 17% van het totaal aan verbonden partijen is het aandeel van de gemeente in de verbonden partij (het aandelenbelang) gerapporteerd.
Grondposities bij gemeenten en bij verbonden partijen; dubbelop?
Het beheer van grondexploitaties, en daarmee het behartigen van het publieke belang van ruimtelijke ontwikkeling, omvat 4% van het aantal verbonden partijen, ca. 247 entiteiten. Deze grondexploitaties maken geen deel uit van het geïnvesteerd eigen vermogen van de gemeentelijke grondbedrijven, maar gemeenten lopen wel degelijk risico over deze gebiedsontwikkelingen. Ook concurreren ze soms met de eigen, gemeentelijke grondexploitaties. De gebiedsontwikkelingen waarin gemeente participeren (in verbonden partijen) bevinden zich in 130 gemeenten. Meerdere gemeenten kunnen deelnemen in een verbonden partij en voor één gebiedsontwikkeling kunnen meerdere entiteiten zijn opgericht. Gecorrigeerd voor deze dubbelingen kan gesteld worden dat er sprake is van 189 ruimtelijke ontwikkelingsprojecten in een samenwerkingsverband. Ruim 75% hiervan is een private entiteit en ca. 20% een gemeenschappelijke regeling.
Voor een groot gedeelte van deze verbonden partijen geldt dat er weinig tot niets wordt gerapporteerd over balanswaarde en daarmee ook over de financiële exposure. Op basis van een extrapolatie van de beschikbare gegevens zou het eigen vermogen ca. € 300 mln. bedragen en het totaal vreemd vermogen ca. € 3,3 mrd. Dit komt nog bovenop de totale exposure van de eigen gemeentelijke grondposities van ca. € 10 mrd.
Figuur 2: top tien gemeenten met het grootst aantal verbonden partijen ‘gebiedsontwikkeling’ naast het totaal geïnvesteerd vermogen in eigen grondposities
‘Verbonden partijen en grondposities; een “double whammie “… ?! - Afbeelding 1’
Zoals vermeld zijn de deelnemingen in gebiedsontwikkelingen geconcentreerd bij 130 gemeenten. Onderzocht is ook wat de eigen grondposities zijn van die gemeenten en daaruit blijkt dat deze 130 gemeenten ca. 54% van het totaal geïnvesteerd vermogen in (eigen) grondposities hebben. Daaruit blijkt dus dat de exposure van de grondexploitaties in verbonden partijen geconcentreerd is bij juist die gemeenten die zelf ook al een omvangrijke exposure hebben in eigen grondposities. Daarmee bestaat een risico van belangenvermenging en planconcurrentie.
Concluderend; inzicht in financiële exposure en risico’s moet beter
Resulterend kan dus worden geconstateerd dat het inzicht in de financiële exposure en risico’s van verbonden partijen beter kan en moet. Juist ook bij die gemeenten die in beide opzichten omvangrijke posities hebben in gronduitgifte. Met dit onderzoek, wat we op basis van de jaarstukken 2014 zullen herhalen, kunnen we ook voor elke gemeente aangeven hoe die ten opzichte van de regio en vergelijkbare gemeenten scoren. Ook kunnen we ondersteunen bij het inzichtelijker rapporteren in de jaarstukken.
drs. Frank ten Have
Ftenhave@deloitte.nl
Cover: ‘2015.07.16_Verbonden partijen en grondposities; een “double whammie “… ?!_cover en thumb’