Laak Den Haag Vincent van Zeijst | wikimedia commons door Vincent van Zeijst (bron: WikipediA)

Verdichten van Leiden tot Dordt

18 april 2019

3 minuten

Casus Tot 2040 zijn tussen Leiden en Dordt 240.000 extra woningen gepland. De acht betrokken gemeenten, provincie Zuid-Holland en de metropoolregio Rotterdam Den Haag zijn het met elkaar eens dat maar liefst 80 procent van die opgave binnenstedelijk gebouwd moet worden, waarvan 170.000 langs het spoor. Zij werken sinds 2017 samen in de Zuid-Hollandse Verstedelijkingsalliantie. Mariëlle Overboom, strategisch adviseur RO bij de gemeente Dordrecht, vertelt over deze monsteropgave

Zo’n 240.000 woningen erbij is een gigantische opgave. Zeker als je beseft dat er tot 2030 een miljoen extra woningen in Nederland bij moeten komen. Wel heeft de Zuid-Hollandse Verstedelijkingsalliantie – bestaande uit Dordrecht, Rotterdam, Schiedam, Delft, Rijswijk, Den Haag, Zoetermeer, Leiden, Metropoolregio Rotterdam Den Haag en Provincie Zuid-Holland – aansluiting en houvast gevonden in de verbreding van het storingsgevoelige spoor tussen Leiden en Dordt met aftakking naar Zoetermeer. Basis bij de opgave vormt bovendien het MIRT-onderzoek uit 2014-2015 naar de bereikbaarheid van Rotterdam en Den Haag. De uitkomsten van dit onderzoek worden door het Rijk en de regio gedragen. Vanzelfsprekend is samenwerking nodig om de ontwikkeling van de dertien, soms complexe locaties tussen Leiden en Dordt te versnellen. Sinds juni 2018 gebeurt dat in werkgroepen. Concrete knelpunten zijn de aanwezigheid van milieuhinderlijke bedrijven en de milieuzonering, die een transformatie naar een gemengd woon- en werkgebied in de weg staan. Door die samenwerking hoeft het uitplaatsen van hinderlijke bedrijven geen lokaal probleem te zijn; dit kan in de regio worden opgelost. 

Alle partijen binnen de Zuid-Hollandse verstedelijkingsalliantie

‘Alle partijen binnen de Zuid-Hollandse verstedelijkingsalliantie’



Alle partijen binnen de Zuid-Hollandse Verstedelijkingsalliantie

Samen werken en discussiëren

De samenwerking van de Zuid-Hollandse Verstedelijkingsalliantie kent al een lange voorgeschiedenis, waardoor er onderling vertrouwen is: de bestuurders kennen elkaar, de problematiek en zijn het met elkaar eens over de koers van binnenstedelijk bouwen. Het is een lichte organisatorisch structuur dat werkt met een klein budget en één bestuurlijk boegbeeld; Boudewijn Revis, wethouder in Den Haag. De scenario’s voor het openbaar vervoer en het wonen leiden vaak tot discussies tussen verkeerskundigen binnen de ‘Werkplaats metropolitaan OV’ en planologen. Dat is volgens strategisch adviseur RO Overboom best logisch, omdat het twee verschillende werelden zijn, waartussen je soms een keuze moet maken. 
Overboom signaleert een beweging vanuit het Rijk om de ruimtelijke strategie van de regio te steunen. Twee belangrijke wensen uit de regio zijn al gehonoreerd, waardoor de verkenning naar de derde oeververbinding bij Rotterdam en de Haagse wijk Binckhorst kan beginnen. Wel moet de verbreding naar de marktpartijen nog komen, al hebben zij wel aangegeven mee te willen denken in deze fase.

Extra bekostiging nodig

De strategisch adviseur RO vindt het belangrijk dat alle partijen blijven vasthouden aan het samenwerkingsverband. “Daarmee trek je gezamenlijk op naar het Rijk en naar de marktpartijen.” Overboom noemt het netwerk bovendien flexibel, afhankelijk van de deelonderwerpen die worden besproken. Eén van die onderwerpen is versnipperd grondeigendom. Hoe kun je hiermee slim omgaan? Een mogelijke oplossingsrichting is de verruiming van het belastingregime voor de G4-gemeenten om te kunnen investeren in infrastructuur en woningbouw. Samen met het kabinet kijkt de G4 welke alternatieve vormen van bekostiging de extra woningen en benodigde infrastructuur in Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht mogelijk maken. 
Concrete beloften op financieel gebied zijn niet gedaan door het kabinet. Ook de bijdragen van marktpartijen, ontwikkelaars, beleggers, corporaties, investeerders en vervoerders zijn hard nodig. Overboom zegt dat alleen al de kosten van het verbreden van de oude spoorlijn ruim 500 miljoen euro bedragen. Zij is wel positief over de financiële ruimte die nu mogelijk ontstaat, maar “uit ervaring weet ik dat het nooit zeker is welke extra middelen beschikbaar komen”.

In het programma Stedelijke Transformatie bundelen gemeenten, marktpartijen en andere betrokkenen de krachten om binnenstedelijke gebiedstransformaties te versnellen en op te schalen. Meer informatie via www.stedelijketransformatie.nl.

Cover:  Vincent van Zeijst | Wikimedia Commons

Dit artikel verscheen eerder op stedelijketransformatie.nl


Cover: ‘Laak Den Haag Vincent van Zeijst | wikimedia commons’ door Vincent van Zeijst (bron: WikipediA) onder CC BY-SA 3.0, uitsnede van origineel


Maarten Hoorn

Door Maarten Hoorn

Maarten Hoorn is projectleider ruimte bij Platform31 en daar onder meer de projectleider van het programma Stedelijke Transformatie.

Regien Adrichem

Door Regien van Adrichem

Projectleider stedelijke transformatie bij Platform31


Meest recent

GO Weekoverzicht 21 november door Gebiedsontwikkeling.nu (bron: Gebiedsontwikkeling.nu)

Dit was de week waarin bleek dat het einde van de Didam-saga nog niet in zicht is

Wil je helemaal bij zijn bij de (gebieds)ontwikkelingen van deze week? Dan zijn dit de stukken die je gelezen moet hebben. Er is een nieuw hoofdstuk in de Didam-saga en de waterproblematiek vergroot de druk op ruimtelijke plannen in Limburg.

Weekoverzicht

21 november 2024

Zaandammerplein in Amsterdam door TasfotoNL (bron: Shutterstock)

Waardegedreven gebiedsontwikkeling zet baathouder centraal

Ferry Renne, procesmanager bij Brink, pleit voor een verandering in het vakgebied en stelt dat moderne gebiedsontwikkeling dwingt om op een andere manier naar ‘baten’ te kijken. “Zo creëren we kansen voor duurzame oplossingen in de toekomst.”

Analyse

21 november 2024

Wolkenkrabber in Londen in aanbouw door WD Stock Photos (bron: Shutterstock)

Circulaire gebiedsontwikkeling vraagt om meer dan alleen kringlopen sluiten

Circulair beleid richt zich binnen gebiedsontwikkeling nu nog vooral op het hergebruik van materialen. Dat kan en moet anders, blijkt uit een beleidsanalyse van TU Delft-onderzoekers. “Nu blijft het bouwprogramma onaangepast.”

Onderzoek

20 november 2024