Thumb_stad en kapitaal_1_1000px

Verliezen van gemeenten op grondposities lopen fors op

3 januari 2013

2 minuten

Nieuws AMSTERDAM - De verliezen van gemeenten op hun grondposities zijn tussen 2008 en 2011 opgelopen tot € 5,7 mrd. Dat heeft onderzoeksbureau Fakton berekend op basis van de jaarstukken van de tweehonderd grootste gemeenten. Fakton komt daarmee aanzienlijk hoger uit dan Deloitte. Het accountantskantoor becijferde in oktober dat gemeenten in totaal € 3,9 mrd tot € 4,4 mrd verlies hebben genomen op hun grond.

Grootste verlies in Lansingerland

Volgens directeur Peter van Bosse van Fakton komt dit verschil onder meer doordat Fakton ook de deelnemingen van gemeenten in publiek-private samenwerkingsverbanden (pps) heeft meegeteld. 'Grondexploitatie gebeurt vaak via pps', aldus Van Bosse.

Door de problemen op de woningmarkt blijven gemeenten met onverkoopbare grond zitten. Ze moeten daardoor hun bouwplannen bijstellen en hun verlies nemen. Omgerekend naar inwoners zijn de verliezen het grootst in Lansingerland. Per inwoner komt het verlies in deze gemeente in Zuid-Holland op € 2600. Alphen aan den Rijn, Nieuwegein en Harderwijk volgen met een verlies van € 1400 per inwoner. Ook Apeldoorn en Enschede zitten hoog met een bedrag van € 1200 per inwoner. Het landelijk gemiddelde ligt volgens Fakton op € 265.

Miljardenstrop
Verliezen op grond lopen bij gemeenten op tot € 5,7 mrd
Koploper
Lansingerland heeft het hoogste verlies per inwoner
Overaanbod
Er staan nog twee tot vier keer te veel huizen in de planning

De categorie groei- en Vinex-gemeenten, zoals Lansingerland, is logischerwijs hard getroffen. Meer dan de helft van deze gemeenten heeft volgens Fakton forse voorzieningen moeten treffen, omdat de ambitieuze bouwplannen door de crisis niet haalbaar zijn. Ook steden als Rotterdam en Tilburg, die oude industriële gebieden als de havengebieden en textielfabrieken proberen om te bouwen tot woonwijken, hebben het zwaar. In Rotterdam is het verlies volgens Fakton omgerekend per inwoner € 600, in Tilburg € 340.

Hoewel gemeenten al volop voorzieningen treffen en grond afwaarderen, is de zeepbel volgens Van Bosse nog niet gesprongen. 'Gemeenten geloven vaak tegen beter weten in dat hun project wel zal slagen. Daardoor is er nog steeds twee tot vier keer te veel aanbod. Er moeten regionaal prioriteiten gesteld worden om het aantal projecten terug te brengen.' Van Bosse ziet daarvoor een rol voor provincies.

Ook denkt Van Bosse dat gemeenten zelf het nodige kunnen doen om de schade te beperken. Zo zouden ze minder kunnen voorschrijven, zodat projectonwikkelaars meer ruimte krijgen. Ook kunnen gemeenten erfpacht overwegen, zodat kopers minder hypotheek nodig hebben.

Auteursrecht voorbehouden aan Het Financieele Dagblad


Cover: ‘Thumb_stad en kapitaal_1_1000px’


Door Nelleke Trappenburg

Het Financieele Dagblad


Meest recent

Zaandammerplein in Amsterdam door TasfotoNL (bron: Shutterstock)

Waardegedreven gebiedsontwikkeling zet baathouder centraal

Ferry Renne, procesmanager bij Brink, pleit voor een verandering in het vakgebied en stelt dat moderne gebiedsontwikkeling dwingt om op een andere manier naar ‘baten’ te kijken. “Zo creëren we kansen voor duurzame oplossingen in de toekomst.”

Analyse

21 november 2024

Wolkenkrabber in Londen in aanbouw door WD Stock Photos (bron: Shutterstock)

Circulaire gebiedsontwikkeling vraagt om meer dan alleen kringlopen sluiten

Circulair beleid richt zich binnen gebiedsontwikkeling nu nog vooral op het hergebruik van materialen. Dat kan en moet anders, blijkt uit een beleidsanalyse van TU Delft-onderzoekers. “Nu blijft het bouwprogramma onaangepast.”

Onderzoek

20 november 2024

Overstroming in Valkenburg door MyStockVideo (bron: Shutterstock)

Waterproblematiek vergroot de druk op ruimtelijke plannen in Limburg

Na de overstromingen van 2021 staat de verhouding tussen woningbouw en waterveiligheid in Limburg op scherp. Het Limburgse Waterschap wil geen nieuwbouw in gebieden met een hoog overstromingsrisico. De Provincie wil dit niet vooraf uitsluiten.

Onderzoek

19 november 2024