Onderzoek De afronding van het tweejarige onderzoeksproject 'De klimaatbestendige stad, inrichting in de praktijk' ging op 5 april gepaard met een beschouwing van de belangrijkste resultaten. Het aan de Hogeschool van Amsterdam en de Hanzehogeschool Groningen uitgevoerde onderzoek had een praktisch oogmerk: bruikbare informatie creëren over regen- en hittebestendig inrichten voor de beheerders van openbare ruimte, water en groen.
Voorbeeldenboek
Een aantal casestudies in Nederlandse gemeenten heeft geleid tot het voorbeeldenboek Het Klimaat past ook in uw straatje: de waarde van klimaatbestendig inrichten en een gelijknamig achtergronddocument. Het boek laat duidelijk zien hoe woonstraten met dikwijls eenvoudige ruimtelijke maatregelen klimaatbestendig kunnen worden gemaakt. Acht karakteristieke straatbeelden, in zowel vlakke als hellende situaties, passeren de revue. Traditionele ontwerpen zijn vergeleken met klimaatbestendige varianten, inclusief kosten (aanleg en beheer) en baten (voorkomen van waterschade, groenbaten). Een extreme bui van 60 mm per uur is gehanteerd als maatgevende neerslag voor een klimaatbestendige inrichting. De verwachting is dat een dergelijke hoosbui vanaf 2050 eens in de 100 jaar voorkomt. Het voorbeeldenboek gaat vooral over op neerslag gerichte adaptatie, de gevolgen van hittestress en droogte zijn voor dit doel nog onvoldoende in zicht.
Straattool en groenbaten
De berekening van kosten en baten van varianten in het voorbeeldenboek geschiedde op basis van een door het onderzoeksteam speciaal hiervoor ontwikkelde MKBA straattool. Dit instrument en andere opbrengsten van het onderzoek worden uitgebreid beschreven in het op 5 april gepresenteerde eindrapport De klimaatbestendige wijk. Onderzoeker Laura Kleerekoper heeft geprobeerd de baten van groen concreet te maken, zodat de afweging om wel of niet in groen te investeren beter kan worden onderbouwd. ‘In de inrichting van de straat wordt vaak als eerste bezuinigd op groen vanwege de aanlegkosten.’ Onterecht, concludeert Kleerekoper, want de grotendeels op de TEEB-Stad-tool gebaseerde HvA-analyse van baten op het gebied van gezondheid, woningwaarde en waterhuishouding wijst uit dat investeren in groen voor alle thema’s in principe loont. Er zijn opbrengsten en die vallen goed te kwantificeren. ‘Inkomsten uit gemeentelijke belastingen als gevolg van door vergroening gestegen woningwaarden kunnen zo’n 50 procent van de inrichtingskosten dekken.’ Voor alle klimaatbestendige varianten uit het voorbeeldenboek geldt zelfs dat de kosten van vergroening worden terugverdiend, als de verschillende typen baten worden opgeteld. Ook hier geldt dat verschillende baten bij verschillende partijen terechtkomen.
Hitte(stress) verkend
Uit een recent rapport van het Europees Milieuagentschap blijkt dat meer dan 90 procent van het aantal dodelijke slachtoffers als gevolg van extreme weersomstandigheden (en hierdoor veroorzaakte natuurrampen) in de afgelopen 24 jaar het gevolg is van hitte. ‘Hitte wordt ook wel een sluipmoordenaar genoemd’, aldus HvA-onderzoeker Lisette Klok. Onder haar leiding is onder meer tijdens de warme zomers van 2015 het stedelijk microklimaat van Amsterdam, en de ervaring van hitte(stress) en koelte in het bijzonder, uitgebreid onderzocht met behulp van twee mobiele meetstations en op basis van 1.000 interviews met inwoners en bezoekers van de stad. In 2016 is tijdens hete dagen ook de temperatuurhuishouding in stedelijke slaapkamers onderzocht. Klok heeft getracht de gevolgen van hitte-extremen in de stad voor verschillende sectoren in kaart te brengen. Van sociale aanpassingen, zoals het invoeren van een tropenrooster, tot doordachte ventilatie van gebouwen en de inzet van water, groen en schaduwwerking om de omgeving koel en aangenaam te houden. ‘Het is vooral door deze ruimtelijke adaptatie dat tijdens hete dagen de buitenruimte leefbaar blijft.’ Uit het onderzoek blijkt onder meer dat behalve de luchttemperatuur de gevoelstemperatuur een belangrijke rol speelt in de ervaring van leefbaarheid en dat schaduw als verkoelend element een verhoudingsgewijs groot effect heeft.
Door de HvA is onder meer een overzichtelijke mindmap
gemaakt waarin de gevolgen voor gezondheid, stedelijke netwerken, drink- en
oppervlaktewater, de buitenruimte, en de leefbaarheid zijn verbeeld. De mindmap
is bedoeld als “praatplaat” aan de hand waarvan gemeenten met andere partijen
in gesprek kunnen gaan.
Uitkomsten van het onderzoeksproject
- In een klimaatbestendige stad dienen de gevolgen van hitte in ieder ontwerp te worden meegewogen.
- Het verkoelende effect van schaduw is veel groter dan het effect van (verkoelend) water in de stad. Het creëren van schaduwrijke plekken is een effectieve ruimtelijke adaptatiemaatregel tegen hittestress.
- Een groene straatinrichting levert meer op dan het kost.
- Bomen zijn ideaal voor het voorkomen van opwarming in stedelijk gebied. In de zomer geven ze schaduw en in de winter laten ze straling door.
- Het verhogen van het percentage groen (parken, tuinen, gevels, daken) geeft op wijk- of stadsniveau een verlaging van de temperatuur.
- Een maatschappelijke kosten-batenanalyse is een goed afwegingsinstrument voor de afweging van klimaatbestendige inrichtingsvarianten.
- Een klimaatbestendige inrichting [van woonstraten] is relatief eenvoudig en vaak voordelig.
Bij de overhandiging van het eindrapport zei Stef Meijs, projectleider van de Nationale klimaatadaptatiestrategie 2016 (NAS): ‘Mensen hebben het idee: het kost bakken vol geld dus waarom zouden we eraan beginnen? Dat beeld moet volgens mij nu echt worden bijgesteld.’
Zie hier het onderzoek 'De klimaatbestendige stad, inrichting in de praktijk'.
Cover: ‘Straat Amsterdam’