Kanaleneiland, Utrecht door PixelBiss (bron: Shutterstock)

Vijf niveaus van sociale impact, uitgezet in de tijd – de aanpak van Dura Vermeer

11 november 2024

12 minuten

Analyse Gebiedsontwikkelaars krijgen steeds meer oog voor het maken van maatschappelijke impact. Dan gaat het om veel meer dan alleen goed stenen stapelen. De kunst is om het fysieke en het sociale domein te verbinden en beide perspectieven gelijkwaardig in ogenschouw te nemen. Siobhan Burger neemt ons mee in haar praktijk als Programmamanager Sociale Impact bij Dura Vermeer.

Toen ik begon als conceptontwikkelaar bij Dura Vermeer werd het sociale succes van ons werk gemeten aan de hand van het aantal maatschappelijke initiatieven dat we ontplooien op onze projecten. Het idee hierachter is dat we hiermee positief bijdragen aan de sociale cohesie van een buurt. Dus als we tijdens het project ergens een poffertjeskraam neerzetten waar een aantal buren elkaar ontmoeten, hebben we het goed gedaan. Sociale impact: check! Vink!

Ontwikkeling meetlat

Begrijp me niet verkeerd, want het faciliteren van contact tussen buurtbewoners onderling én met partijen met langdurige aanwezigheid in een gebied is ontzettend belangrijk. Maar onze structurele impact, namelijk hoe de fysieke ruimte een blauwdruk vormt voor sociale structuren voor huidige en toekomstige generaties, blijft hiermee onderbelicht. Daarom werk ik nu, samen met mijn collega’s én onze opdrachtgevers, aan de ontwikkeling van een meetlat waarop sociale impact wordt uitgezet over tijd. Om zo een constructief gesprek te kunnen voeren over het verband tussen onze ontwikkelingen en sociale structuren.

Hoe vergelijk je een poffertjeskraam met het waarborgen van een plek voor een buurthuis in het plangebied

Sociale duurzaamheid gaat over het verbeteren van de leefkwaliteit van mensen voor generaties nu en in de toekomst. We hebben allemaal de ambitie om bij te dragen aan toekomstbestendige, sociaal veerkrachtige buurten. Tegelijkertijd bestaat een sociaal weerbare buurt in een complex ecosysteem waarin sociale samenhang, kansengelijkheid, samenredzaamheid maatschappelijke en ruimtelijke kwaliteit, voorzieningen, toegang tot werk en onderwijs allemaal onlosmakelijk met elkaar verweven zijn. En als het ecosysteem zo complex is, hoe sturen we dan op ‘onze eigen’ positieve impact vanuit gebiedsontwikkeling? En… wanneer doen we het dan goed?

Onomkeerbare keuzes

De sociale impact van het ruimtelijk domein gaat veel verder dan een ontmoeting tussen buren bij een poffertjeskraam. En over meer dan een dak boven je hoofd. Het gaat ook over of en hoe je naar school of je werk kunt komen. Of je dichtbij je ouders kan blijven wonen ouders om mantelzorg te kunnen verlenen, of vice versa. Of de maakindustrie of praktische arbeid een plek behoudt in onze steden en of je je sociaal veilig genoeg voelt om een kopje suiker te lenen bij je buurvrouw. Vanuit het fysieke domein zijn onze keuzes vaak onomkeerbaar. Wat we nu ontwerpen in, toevoegen aan of onttrekken uit de leefomgeving is voor een levensduur voor de komende 100 jaar of langer. Bewustzijn van de duur van de impact van keuzes die we maken is daarom ontzettend belangrijk als we sturen op leefbaarheid en sociale kwaliteit van de leefomgeving.

Ruimte om veilig te ravotten is onlosmakelijk verbonden met een gezonde samenleving. Gebrek aan veilige toegankelijke speelplekken zorgt ervoor dat kinderen zich motorisch en sociaal minder ontwikkelen. door Rutger Burger (bron: Rijswijk Buiten)

‘Ruimte om veilig te ravotten is onlosmakelijk verbonden met een gezonde samenleving. Gebrek aan veilige toegankelijke speelplekken zorgt ervoor dat kinderen zich motorisch en sociaal minder ontwikkelen.’ door Rutger Burger (bron: Rijswijk Buiten)


In mijn gesprekken met collega’s, opdrachtgevers en ketenpartners miste ik een framework om hier een constructief gesprek over te kunnen voeren. Want hoe vergelijk je nou bijvoorbeeld een activiteit als een poffertjeskraam met het waarborgen van een plek voor een buurthuis in het plangebied, in ruimte maar ook in eigenaarschap. Dit is appels met peren vergelijken, niet alleen op de complexiteit van de bijdrage (het een duurt een dag, het ander is een ingewikkelde businesscase met veel stakeholders), maar ook omdat de besluitvorming op een totaal andere plek ligt (in dit geval bij onze collega’s op de bouwplaats versus bestuursadviseurs en ontwerpers aan de tekentafel).

Wie gaat erover

Tegelijkertijd is er enorme behoefte aan handvatten, juist omdat we anders worden lamgeslagen door de complexiteit. Het risico hierbij is dat in plaats van dat we er allemaal ‘van zijn’ dat juist niemand er van is en dat ruimtelijke plannen na de initiële inventarisatie niet meer worden getoetst aan maatschappelijke ambities. Juist omdat sociale impact zich over meerdere abstractieniveaus en schaalgrootten in een project manifesteert, de keten in verschillende rollen betrokken is en omdat we op verschillende manieren een positieve sociale impact kunnen hebben, is het eenvoudig om de uitdaging bij jezelf te houden of je vingers er helemaal niet aan te branden.

In alle gevallen is ontmoeting en zichtbaarheid tijdens onze projecten belangrijk

Om hier toch een dialoog over te kunnen voeren en bewuster op te kunnen sturen, werken we bij Dura Vermeer aan een meetlat die uitgaat van onze impact uitgezet over tijd. Terwijl we met onze hele ruimtelijke discipline werken aan een gezamenlijke taal en goede definities voor het sturen op sociale impact geeft dit mij for the time being handvatten om concrete ambities te formuleren op organisatie én projectniveau. De meetlat zorgt ervoor dat we onze eigen sociale lat hoog kunnen leggen.

Onze impact over tijd door Dura Vermeer (bron: Dura Vermeer)

‘Onze impact over tijd’ (bron: Dura Vermeer)


We maken in dit framework onderscheid tussen structurele impact die we maken door zaken toe te voegen of te onttrekken aan de fysieke ruimte, tijdelijke initiatieven van korte duur en het stellen van de juiste vragen door een andere state of mind. De potentie, en daarmee de focus, verschilt per project. Bij een grote gebiedsontwikkeling kunnen we sturen op permanente sociale structuren, terwijl we in een bouwopgave in VO-fase vooral op gebouwniveau en proces kunnen sturen. In alle gevallen is ontmoeting en zichtbaarheid tijdens onze projecten belangrijk. Daarom is het essentieel om te benoemen dat het ene niveau niet belangrijker is dan het ander. Maar door ze allen onderdeel te maken de dialoog kunnen we gerichter keuzes maken. We onderscheiden vijf impactniveaus: lange termijn impact, middellange termijn, korte termijn, eenmalige impact en bewustzijn. In het vervolg van artikel laat ik de vijf niveaus de revue passeren.

Niveau 5: Lange termijn impact – Structurele impact

Lange termijn impact is de structurele invloed op sociale structuren door ingrepen in de sociaal/fysieke omgeving. Wat we waar bouwen voor wie, of we werkgelegenheid onttrekken of juist toevoegen, infrastructurele aanpassingen: ze hebben allemaal invloed op hoe we met elkaar samenleven. Vaak voor de komende 50-100 jaar, of voor veel langer. Hier ligt vanuit het ruimtelijk domein onze grootste impact. Zowel positief als negatief. Dit vraagt om strategische keuzes op verschillende ruimtelijke schaalniveaus.

In de gebiedsanalyse Goede Buur(t) voor een gebied in Den Haag zijn juist bestaande maatschappelijke en ruimtelijke uitdagingen het startpunt voor de sociaal/fysieke puzzel. Niet verduurzaming, maar sociale uitdagingen liggen ten grondslag aan deze opgave door Khalid Amakran (bron: Dura Vermeer)

‘In de gebiedsanalyse Goede Buur(t) voor een gebied in Den Haag zijn juist bestaande maatschappelijke en ruimtelijke uitdagingen het startpunt voor de sociaal/fysieke puzzel. Niet verduurzaming, maar sociale uitdagingen liggen ten grondslag aan deze opgave’ door Khalid Amakran (bron: Dura Vermeer)


In onze grote ontwikkelingen en herstructureringsopgave voeren we daarom als onderdeel van de stedenbouwkundige dialoog ook gesprekken over deze sociale structuren. We bekijken de plangebieden door de bril van maatschappelijke uitdagingen. We formuleren, samen met onze opdrachtgever en maatschappelijke partners, een gezamenlijke visie op maatschappelijke kwaliteit. Hierin kijken we breder dan de context van onze opgave: Wat is er randvoorwaardelijk om een buurt te laten slagen? Hoe gaan kinderen naar school, waar spelen ze buiten? Waar komen buren samen? Kan multigebruik van ruimte ook in andere behoeften voorzien? Wat is de kwaliteit van het onderwijs en wat betekent dit voor kansengelijkheid? Welke bestaande sleutelfiguren of organisaties kunnen we ondersteunen ten behoeve van continuïteit. We concretiseren deze ambities, zodat ze zichtbaar mee kunnen worden genomen in het integrale afwegingskader én kunnen worden gewaarborgd in de realisatie. Concreet komt dit bijvoorbeeld tot uiting in Goede Buur(t), onze ontwikkelstrategie voor herstructureringswijken. In een uitgebreide gebiedsanalyse nemen we sociale, ecologische en ruimtelijk/technische uitgangspunten mee in het afwegingskader voor variantenstudies en procesinrichting.

Niveau 4: Middellange termijn impact – Projectoverstijgende impact

Niet alleen structurele fysieke ingrepen, maar ook tijdelijke voorzieningen en organisatorische randvoorwaarden hebben vaak langdurige impact op de samenhang in de wijk. Dit gaat niet alleen over de positionering en invulling van voorzieningen, maar ook over het verankeren van benodigde randvoorwaarden die invloed hebben op bijvoorbeeld lokaal eigenaarschap, community building, onderhoud en financiering. Dit overstijgt vaak de duur van de aanwezigheid van ons als ontwikkelaar of bouwer, waardoor eigenaarschap niet structureel bij ons is belegd, maar wel moet worden verankerd in planvorming en het proces.

De oprichting van buurtschappen in combinatie met de buurtkavels in de Nobelhorst in Almere biedt een sociale infrastructuur die onze aanwezigheid als ontwikkelaar overstijgt. Om buurtbewoners zelfbeschikking over de buurtkavels te geven is enerzijds deze door Almere Nobelhorst (bron: Dura Vermeer)

‘De oprichting van buurtschappen in combinatie met de buurtkavels in de Nobelhorst in Almere biedt een sociale infrastructuur die onze aanwezigheid als ontwikkelaar overstijgt. Om buurtbewoners zelfbeschikking over de buurtkavels te geven is enerzijds deze’ door Almere Nobelhorst (bron: Dura Vermeer)


Om bestaande structuren versterken of nieuwe structuren te faciliteren moeten we ons bewust zijn van onze rol en onze sfeer van invloed. Hierbij staat versterken wat er al is met stip op nummer één. Welke initiatieven zijn al waardevol en kunnen we ondersteunen om duurzaam te worden/blijven? Hoe kunnen we de buurt betrekken bij de planvorming voor lokaal eigenaarschap? Hoe werken de achterliggende systemen en wat moeten we inrichten om deze duurzaam te maken? Denk hierbij aan slim onze tijd, netwerk en middelen aanwenden voor maximale impact. En vooral: focussen op het bundelen van krachten om de buurt en bestaande organisaties zelf in staat stellen om blijvend positieve bijdrage te kunnen leveren.

Niveau 3: Korte termijn impact – kortstondige impact tijdens projecten

Vaak ontdekken we echt urgente buurtbehoeften in bestaande wijken pas tijdens de werkzaamheden. Doordat onze managers bewonerszaken en uitvoerende collega’s letterlijk achter iedere voordeur komen zien ze vaak meer dan een corporatie of eigenaar. Hierdoor hebben we voor urgente uitdagingen in een gebied vaak een signalerende rol. Wij zijn vanuit onze opdracht niet de oplossing, maar wel een samenwerkingspartner in de maatschappelijke opgave. Om hierop in te kunnen spelen met de woningcorporatie en/of gemeente is ruimte voor initiatieven en spontaniteit tijdens onze projecten essentieel. Het zorgt ervoor dat we zichtbaar en toegankelijk zijn als aanspreekpunt tijdens onze werkzaamheden en dat we gezamenlijk in kunnen spelen op de uitdagingen die we tegenkomen.

We zoeken naar manieren om evenementen niet vóór, maar met of zelfs dóór de bewoners te organiseren

Tegelijkertijd is dit voor zo veel van onze uitvoerende collega’s zo’n vanzelfsprekendheid, dat niemand zich hierover op de borst klopt of dit publiek uitdraagt. Zo ontstond in Den Haag het initiatief van het Droogcafe tijdens de stijging van energieprijzen. Tijdens de opnames van een renovatieproject in 2022 constateerde een van onze bewonersconsulenten een patroon van energiearmoede. We zaten midden in de energiecrisis met extreme gasprijzen. Veel bewoners durfden hun verwarming niet aan te zetten uit angst voor de rekening. Tegelijkertijd bewoonden ze vochtige en schimmelgevoelige woningen en probeerden ze in deze situatie hun kleding te drogen. Samen met Hof Wonen is er toen een maatschappelijke ruimte omgetoverd tot Droogcafe. Een plek met de verwarming aan, een aantal drogers en ruimte voor ontmoeting. Een idee geboren uit noodzaak werd een sociale ontmoetingsplek voor de wijk. Een prachtig initiatief vanuit onze afdeling bewonerszaken, georganiseerd vanuit een vanzelfsprekendheid dat we er zélfs geen foto van hebben in de archieven.

Doordat de organisatie en/of financiering van dit soort ideeën projectgebonden zijn, zijn deze initiatieven vaak eindig zodra het project is afgerond. Ze zijn daarnaast zo locatie en contextspecifiek, dat de repliceerbaarheid beperkt is. Ook de levensvatbaarheid van dit soort initiatieven, die vaak een langduriger bestaansrecht hebben dan onze aanwezigheid, is een uitdaging. De realisatie van dit soort initiatieven gebeurt nu nog vaak vanuit onze eigen organisatie, maar veel liever denken we strategisch na over meer langdurige verankering door slimme samenwerkingen of kennisoverdracht bij afronding van de projecten met lokale partners.

Niveau 2: Eenmalige impact – incidentele impact tijdens projecten

Veel van de kortstondige maatschappelijke activiteiten die we doen hebben als doel het faciliteren van binding en ontmoeting in de buurt. Hierbij is de intentie vaak om sociale cohesie te versterken en iets terug te doen voor de buurt nadat bewoners vaak een lange tijd overlast hebben ondervonden van werkzaamheden. Of, in het geval van nieuwbouw, waar buren elkaar voor het eerst ontmoeten. Tegelijkertijd is er bij het organiseren van deze activiteiten het risico van, zoals Tim ‘S Jongers het zo mooi verwoordt, de beledigende broccoli. De organisatie van een maatschappelijk initiatief ontstaat vaak uit goede bedoelingen, maar mist vaak de relevantie vanuit de doelgroep.

Een voorbeeld in het kader van de beledigende broccoli: het organiseren van een evenement voor gezondheidsbewustzijn en gezonde voeding in een buurt waarin kinderen zonder ontbijt naar school gaan. We zoeken daarom naar manieren om evenementen niet vóór, maar met of zelfs dóór de bewoners te organiseren. Dit vraagt een andere manier van procesinrichting, namelijk bottom up en vraagestuurd, het uit handen geven van een deel van de regie en mogelijk een andere samenwerking met opdrachtgevers en maatschappelijke organisaties in de wijk.

Poffertjeskraam tijdens een evenement waar bewoners en onze collega’s elkaar ontmoeten en samen stilstaan bij een tussentijdse mijlpaal. door Nick Bookelaar (bron: Dura Vermeer)

‘Poffertjeskraam tijdens een evenement waar bewoners en onze collega’s elkaar ontmoeten en samen stilstaan bij een tussentijdse mijlpaal.’ door Nick Bookelaar (bron: Dura Vermeer)


Om het gat tussen goede bedoelingen en voor wie we het doen te dichten stellen we onszelf kritische vragen. Wat is het doel van het initiatief? Kunnen we met we met dezelfde inzet en middelen een langdurigere impact maken voor deze doelgroep? Bijvoorbeeld door te investeren in lokaal ondernemerschap, of door vanuit onze kernactiviteiten te sturen op impact op een hogere trede op de meetlat. En… moeten wij deze activiteit zelf organiseren, of zou de buurt zelf of een lokale partij dit voor ons kunnen doen? Op naar regie en eigenaarschap in de wijken!

Niveau 1: Bewustzijn – actief eigenaarschap sociale opgave

In veel gevallen zijn we ons nog niet bewust van hoe ruimtelijke infrastructuren sociale structuren beïnvloeden of dicteren. We hebben nog veel te winnen op het gebied van bewustzijn en proactieve houding aangaande de sociale impact van het fysieke domein. Om zo samen niet meer onbewust onbekwaam te zijn, maar te werken aan bewust bekwaamheid op onze invloed op sociale infrastructuren. Om geïnspireerd te worden door andersgestemden en nieuwe perspectieven. Iedere partij in de keten heeft een andere sfeer van invloed, maar allen een aandeel in de sociaal/fysieke opgave.

Lancering De (On)beperkte Stad tijdens Provada 2024 door Joni Israeli (bron: Dura Vermeer)

‘Lancering De (On)beperkte Stad tijdens Provada 2024’ door Joni Israeli (bron: Dura Vermeer)


Een passend voorbeeld blijft de bewustwording van de systemische samenhang van de kwaliteit van het basisonderwijs en als gevolg daarvan de sociale cohesie en samenredzaamheid van een buurt, zoals ik eerder beschreef op Gebiedsontwikkeling.nu. Naar aanleiding van dit artikel gaf ik een keynote lezing met interactieve workshop over systemische samenhang tussen de ruimtelijke en sociale ambities aan het ontwikkelteam van een gemeente. Dit team staat aan de vooravond van het ontwikkelen van een nieuw gebied van 8.000 woningen. In de gebiedsvisie stond zo mooi geformuleerd dat nieuwe bewoners van het gebied ‘ervoor kiezen om onderdeel te zijn van een actieve, samenredzame en dorpse gemeenschap’. Volledig voorbijgaand aan de realiteit dat 30 procent van deze nieuwe bewoners helemaal geen keuze heeft, maar vanuit woningnood al lang blij is dat ze een dak boven hun hoofd heeft.

Juist om hier een samenredzame gemeenschap te organiseren heb je meer nodig dan twee pagina’s in de 100 pagina’s tellende gebiedsvisie over sociale aanpak. Wat volgde, was een waardevol en eerlijk gesprek. Ik gun iedere ontwikkeling deze kritische zelfreflectie, om onze eigen blinde vlekken te omarmen. Vanuit de potentie om bewust andere keuzes te maken in ontwerp en proces. Om dit bewustzijn op deze samenhang te stimuleren faciliteren we deze actieve dialoog, zowel intern als extern.

Houvast voor gesprek

Onze projecten bevatten nu al uiteenlopende sociale initiatieven op verschillende niveaus van onze meetlat. Vaak hangen deze activiteiten of initiatieven niet onderling samen, maken we ze nergens expliciet of kijken we niet naar hoe onze intenties uitpakken in de realiteit. Daarnaast draagt niet ieder initiatief daadwerkelijk bij aan de behoefte van een wijk. We zijn dus hard op weg, maar hebben ook zelf als organisatie nog veel te leren. De vijf niveaus van impact geven ons houvast om met elkaar in gesprek te gaan, zowel intern als met onze opdrachtgevers en partners. Intern ben ik vanuit de Programmalijn Sociale Impact met mijn team sociale adviseurs en ambassadeurs de ‘interne criticus’ om onze organisatie uit te dagen om slimmere integrale keuzes te maken. Voor mens én aarde. Mijn hart maakt dan ook een sprongetje als mijn collega’s bellen met (ethische) vragen over de slimme positionering van typologieën in nieuw te ontwikkelen plangebieden in relatie tot samenredzaamheid en kansengelijkheid. Dat geldt ook voor kritische vragen over onze plannen waarbij we nu al energieongelijkheid kunnen voorspellen. Of het meedenken over een buurt waar we al in een vroeg stadium van de planvorming moeten inzetten op het verhogen van sociale veiligheid.

Mijn eerste grote horde is genomen: stappen zetten naar bewustwording, een manier om onze ambitie in perspectief te zetten, ruimte voor kritische reflectie en handvatten voor onze ontwerpteams, planners en uitvoerders in onze organisatie. Om soms ook gewoon hardop te kunnen zeggen dat we de lat niet hoog genoeg, of juist te hoog hebben gelegd. Ga je zelf aan de slag met de meetlat? Kom je tot verrassende inzichten, ontdek je een geniale toevoeging of leg je een ei voor het verder brengen van de dialoog op een van jouw opgaven? Deel het met ons, zodat we hier allen van kunnen leren. Om zo een constructief gesprek te kunnen voeren over het verband tussen het ruimtelijk domein en sociale structuren. Want alleen kom je ver… maar samen komen we verder!

Wilt u reageren op dit artikel of een gastbijdrage voor Gebiedsontwikkeling.nu schrijven over een ander onderwerp? Bekijk dan hier de mogelijkheden.


Cover: ‘Kanaleneiland, Utrecht’ door PixelBiss (bron: Shutterstock)


Siobhan Burger door Siobhan Burger (bron: LinkedIn)

Door Siobhan Burger

Siobhan Burger is manager sociale impact bij Dura Vermeer


Meest recent

Wolkenkrabber in Londen in aanbouw door WD Stock Photos (bron: Shutterstock)

Circulaire gebiedsontwikkeling vraagt om meer dan alleen kringlopen sluiten

Circulair beleid richt zich binnen gebiedsontwikkeling nu nog vooral op het hergebruik van materialen. Dat kan en moet anders, blijkt uit een beleidsanalyse van TU Delft-onderzoekers. “Nu blijft het bouwprogramma onaangepast.”

Onderzoek

20 november 2024

Overstroming in Valkenburg door MyStockVideo (bron: Shutterstock)

Waterproblematiek vergroot de druk op ruimtelijke plannen in Limburg

Na de overstromingen van 2021 staat de verhouding tussen woningbouw en waterveiligheid in Limburg op scherp. Het Limburgse Waterschap wil geen nieuwbouw in gebieden met een hoog overstromingsrisico. De Provincie wil dit niet vooraf uitsluiten.

Onderzoek

19 november 2024

Gemeentehuis Montferland door Apdency (bron: Wikimedia Commons)

Dit is wat het Didam II-arrest betekent voor de praktijk van gebiedsontwikkeling

Meer rechtszekerheid en dus winst voor het vakgebied. Dat is volgens advocaat Manfred Fokkema het gevolg van de tweede uitspraak van de Hoge Raad in de Didamkwestie. Maar dat betekent niet dat de invloed van het arrest zal afnemen.

Uitgelicht
Analyse

18 november 2024