Opinie Als de voortekenen – of het vingerspitzengefuhl van de Binnenhofwatchers – ons niet bedriegen, dan gaat er een ministerie van Wonen komen. En er lijkt ook een voorstel voor de hypotheekrente dat de tand des tijds goed kan doorstaan. Mooi dat er daadkracht komt! Toch vind ik een Ministerie van Wonen, zeker als het ook nog geen echt Ministerie wordt, geen goede zaak. Het voelt alsof er alleen een financieel-economisch probleem moet worden opgelost. In mijn ogen moet er een veel bredere aanpak komen om Nederland ruimtelijk op een hoger plan te brengen. Met een visionaire minister en slimme ambtenaren aan de top. Dat zou parallel moeten gaan met inkrimpen van ambtenaren aan de onderkant, lees de gemeenten.
De slimme ambtenaren en vooral een krachtige bestuurder van bovenaf zijn nodig om een goeie visie op Nederland anno 2030. Een duidelijk perspectief waar verdichting nodig is, welke steden moeten groeien, waar groen en water de ruimte moeten krijgen en hoe we omgaan met infrastructuur en bereikbaarheid. Maar ook hoe we duurzaamheid veel hechter verankeren in ons ruimtelijk beleid. Bijvoorbeeld met slimmere stimuleringsregelingen voor hergebruik van gebouwen en het op een nog hoger niveau tillen van epc-normen voor nieuwbouw. En niet te vergeten: een visie hoe we op micro-niveau ook veel meer gebruik maken van het kapitaal – euro’s en denkkracht – van de inwoners en ondernemers van dit land bij planontwikkelingen. In mijn ogen vraagt dit niet om een Ministerie van Wonen, maar van Ruimtelijke Ontwikkeling met mensen die ver vooruit durven kijken en weten te inspireren. En natuurlijk een Minister die als boegbeeld kan dienen. Sinds Winsemius ontberen we zo’n visionair bestuurder die duidelijke kaders aangeeft waar het in ruimtelijk opzicht naar toe moet. Politiek waarschijnlijk onhaalbaar, maar het huidige Ministerie van Infrastructuur en Milieu zou op moeten gaan in dit Ministerie van Ruimtelijke Ontwikkeling. Eerst bedenken waar je heen wilt en dan pas de weg aanleggen toch?
Bemoeizucht
Hoe anders is het beeld van onderaf: de provincies en vooral gemeenten die met hun ‘poten in de modder’ staan. Waar het aan de top aan aandacht ontbreekt voor de ruimtelijke ontwikkeling, daar is hij aan de onderkant overdadig aanwezig. De sterke terugloop aan projecten in de afgelopen jaren is niet evenredig gegaan met de verkleining van de gemeentelijke inspecties en beleidsafdelingen in de RO en volkshuisvesting. Hetzelfde aantal ambtenaren bemoeit zich met veel minder projecten, waardoor de broodnodige initiatieven verzanden in plaats van een serieuze kans krijgen. Ik ben niet per definitie tegen ambtelijk toezicht – enige vorm is altijd nodig – maar de realiteit is dat veel vaker vanuit beperkingen en regels wordt gedacht dan vanuit stimulering of het toelaten van nieuwe ontwikkelingen. In mijn beroepspraktijk maak ik nog regelmatig mee dat er gemeentelijke projectleiders zijn die initiatieven van bewoners, ondernemers, corporaties of ontwikkelaars vertragen door slordigheid in de afhandeling van bestemmingsplannen. Of de meestal onterechte behoefte om zelf ook stempel te drukken op de ontwikkeling. Er is tegenwoordig meer ruimte voor (Collectief) Particulier Opdrachtgeverschap, maar dit (en andere vormen van consumentgericht ontwikkelen, ook in bestaande panden) zou een veel grotere vlucht kunnen krijgen met minder gemeentelijke regeltjes en ambtenaren die zich daarmee bezig houden.
Kortom: investeer in een krachtig en visionair Ministerie dat Ruimte in de meest brede zin oppakt en stimuleer van onderaf dat ‘de markt’, die vooral bestaat uit ons als bewoners en ondernemers van dit land, geprikkeld en uitgedaagd worden om te investeren in nieuwe en bestaande woningen en bedrijfsgebouwen.
Cover: ‘Portret_Theo Dohle_380px’