Recensie Naar een museum in de kerstvakantie? Er is genoeg te zien, ook voor de vakidioot die het liefst onder de kerstboom zit met visies en ontwikkelplannen! Drie tentoonstellingen laten de kunst zien van het inbeelden, weergeven, navigeren, communiceren en wegdromen – met honderden tekeningen en kaarten.
Hoeveel kaarten zijn er op de wereld? Alleen al ten tijde van de Tweede Wereldoorlog werden er ongeveer een miljard gedrukt, stellen de makers van de tentoonstelling ‘Moderniteit in Kaart’ in het Design Museum in Den Bosch. De huidige hoeveelheid is niet voor te stellen. Inmiddels is voor elk denkbaar onderwerp een kaart gemaakt. Aan de museumwanden in het Bossche museum hangen kaarten verdeeld over tien categorieën: van verstedelijking en metropolisering tot zware thema’s als Holocaust en Lebensraum. De rode draad vormt de moderne wereld, die zonder deze kaarten überhaupt niet had bestaan, stellen de curatoren.
We zien kaarten van de verwoesting in Hiroshima en overstromingsgebieden van de Rijn, aanvalsroutes van het Duitse leger en het metrostelsel van Tokyo. In elk van die kaarten, hoe neutraal ogend ook, ontvouwt zich een verhaal als gevolg van het perspectief en het doel van de maker.
‘Social & Functional Analyses, London 1943’ (bron: A. Ling & D. Johnson)
Op de ‘Potato-map’ uit 1943 wordt Londen voorgesteld als een stad opgesplitst in aardappelvormige, zelfvoorzienende buurten. Eigenlijk een beetje zoals in de tienminutenstad, staat in het bijschrift. Tot uitvoering kwam het niet: de autoboom scheurde de kleinschaligheid van het plan aan flarden. Op een kaart uit 1903 staat het Parijse kilometerslange rioolstelsel. Een kaart die werd gemaakt in 1866, drie jaar voor de opening van het Suezkanaal en bedoeld voor de verspreiding onder grootaandeelhouders, om zo het project te promoten.
Frisse blik
Ook totaal andere onderwerpen worden aangestipt. Zoals op de Sovjetkaart, gemaakt in opdracht van Stalin vlak na de Tweede Wereldoorlog. Op de kaart van Nijmegen staat alleen informatie die relevant was voor het Rode Leger, zoals het draagvermogen van bruggen en waar militaire gebouwen staan. Na het zien van zo’n kaart kijk je ook weer met een andere, frisse blik naar de kaarten over ruimtelijke ontwikkeling.
Alle 250 kaarten die in het Design Museum hangen, zijn afkomstig uit de duizelingwekkende verzameling van John Steegh en Harrie Teunissen. Zij verzamelden in veertig jaar tijd 19.000 kaarten en 25.000 atlassen die ze in 2021 schonken aan de Universiteit Leiden. Door de hele tentoonstelling is de liefde voor de verhalen achter de kaarten voelbaar. Het zijn stuk voor stuk bijzondere tekeningen, soms met een gruwelijk doel, dan weer met een veelbelovend idee. Juist al die verschillen maken het een rijke verzameling waarop je letterlijk onmogelijk uitgekeken raakt.
Ook in Het Nieuwe Instituut (HNI) in Rotterdam wordt aandacht besteed aan de getekende representatie. In samenwerking met het College van Rijksadviseurs maakte het instituut de tentoonstelling ‘Nederland op de tekentafel: 100 jaar toekomstideeën’, ter gelegenheid van het honderdjarig bestaan van de Rijkscollectie voor Nederlandse Architectuur en Stedenbouw. Het resulteerde in een eclectische verzameling dromen.
Het toekomstscenario bedacht door Studio Monik voor de ‘poreuze stad’ staat pontificaal op de aankondiging. Het beeld met futuristische, groene overgroeide organisch gegroeide gebouwen is tevens de cover van het stripboek ‘Alles komt goed’. De plek, waarin een dakherder met zijn kudde van groendak naar groendak loopt, is een voorstelling van Amsterdam in het jaar 2091. Studio Monik schetst in het boek een scenario waarin niet alleen de mens, maar de hele biosfeer de eindgebruiker is.
‘‘Poreuze Stad’, een toekomstscenario voor Amsterdam in 2089’ door Jan Cleijne (bron: Studio Monnik)
Van sommige gepresenteerde tekeningen en maquettes is het moeilijk voor te stellen dat het ooit toekomstideeën waren. Zo zijn de containerwoningen van MVRDV niet meer weg te denken. Mooi is ook de kaart van ‘tapijtmetropool’ Den Haag door architect Willem Jan Neutelings uit 1990. Op de website van het HNI staat te lezen over de kaart: “Neutelings stelde dat het aan het eind van de twintigste eeuw niet langer gaat om een praktijk van voortdurende stadsuitbreiding waarbij het ‘rood het ‘groen’ opeet, maar om de transformatie van fragmenten van de lappendeken van het moderne stadslandschap.” Het leest als de definitie van verdichting, voordat het zo heette. Die vooruitziende blik zal voor meer toekomstdenkers gelden.
Een kerncentrale op het expoterrein
Wie na de honderden kaarten en tekeningen in Rotterdam en Den Bosch nog niet genoeg heeft, kan voor een toetje naar Brussel. In het architectuurmuseum CIVA is de tentoonstelling POWER te zien, over de architectonische en stedenbouwkundige vormgeving van onze energie-infrastructuur. Bij binnenkomst wordt duidelijk: de leefomgeving heeft hier soms fors onder te lijden. Pontificaal in de ruimte staan foto’s van Armin Linke van de verwoestende sporen die mensen in het landschap achterlaten.
De tekeningen van het Atomium hebben een verassing in petto. Het bouwwerk voor de wereldtentoonstelling in de jaren vijftig van de vorige eeuw manifesteert de fascinatie met kernenergie in die tijd. Maar het kernenergie-concept blijkt veel ambitieuzer te zijn geweest. In CIVA hangen ook tekeningen van een kleine kerncentrale bij de jachthaven van het expoterrein. Het plan van landschapsarchitect René Péchère had daadwerkelijk uitgevoerd moeten worden, ware het niet dat de koninklijke familie zich verzette, zo is te lezen in een geëxposeerde briefwisseling.
‘The Great Endeavor, Humanity’s Largest Construction Project, 2023’ (bron: Liam Young)
De korte film ‘The Great Endeavor’ laat een dystopisch toekomstbeeld van CO2-afvangers en eindeloze zonne- en windmolenparken zien. Filmmaker Liam Young bracht met wetenschappers en architecten in beeld hoe koolstofverwerking eruit kan zien. Eerst wordt het met megalomane infrastructuur gevangen op zee, dan omgezet in vloeibaar gas en vervolgens opgeslagen in de woestijn. Het zijn grimmige bouwwerken. Gezien vanuit het vogelvluchtperspectief is de mens die op de infrastructuur aan het werk is gereduceerd tot een wezen zo groot als een bladluis op een plantenstengel.
De tentoonstelling gaat voor het compacte formaat wat veel kanten uit, zeker omdat met POWER niet alleen de energie zelf maar ook macht wordt bedoeld. Toch kan de gebiedsontwikkelaar ook hier nog inspiratie uit putten, of anders in ieder geval een aantal waarschuwende lessen leren.
Cover: ‘Grandpré Molière, Uitbreidingsplan Linkermaasoever, Overzichtsplan van IJsselmonde, (Rotterdam 1921)’ (bron: Verhagen & Kok)