Opinie Standaardisering staat op gespannen voet met innovatie. Maar, benadrukt columnist Ellen van Bueren, daarom is het bewust beknotten van de innovatieruimte extra zorgelijk. Want juist in een tijd waarin een groter beroep wordt gedaan op ons adaptief vermogen is innovatief vermogen onontbeerlijk.
Standaardisering is een van de antwoorden van de minister van VRO op het woningtekort, zo bleek ook weer op de Woontop eerder deze maand. Het afschaffen van overbodige regels en standaardisatie van regels die wel nodig zijn voorkomt vertraging in het bouwproces, zo is de veronderstelling. Lastige regels zijn al langer een doorn in het oog van resultaatgerichte politici en bouwers. En natuurlijk hebben ze daar ook wel een punt.
Zo was in het verleden, in 1992, iedereen opgelucht toen het Bouwbesluit de vele gemeentelijke bouwverordeningen grotendeels verving. Maar de huidige drang tot regelreductie en uniformering gaat een stap verder dan we tot nu toe doorgaans zien. Het stelt namelijk een verbod op eisen die een stap verder gaan dan de regelgeving. Dat raakt meteen de gevoelige snaar van standaardisering: het staat op gespannen voet met innovatie.
Als we terugkijken naar het Bouwbesluit, zien we dat die standaardisering altijd gepaard is gegaan met herzieningen die de kwaliteit, duurzaamheid, veiligheid en toegankelijkheid van gebouwen verbeterden. Die herzieningen kwamen niet uit de lucht vallen, maar waren juist het resultaat van partijen – gemeenten, architecten, ontwikkelaars, aannemers, woningcorporaties en vele anderen in een opdrachtgevende en opdrachtnemende rol – die juist wél een stapje extra wilden doen. Wet- en regelgeving heeft juist vanwege het algemeen bindende karakter een rol als bezemwagen in de samenleving. Het zorgt voor een minimumniveau van vereisten. Innovaties vinden doorgaans buiten de regels plaats. Immers, het betreft nieuwigheden waar nog geen regels voor zijn. Gaandeweg worden daarop de regels aangepast aan de innovaties die praktijk zijn geworden.
Het bewust beknotten van de innovatieruimte is een trendbreuk met eerder beleid, waarbij innovatieruimte juist zorgdroeg voor het tijdig verbeteren van regelgeving. Het is de vraag wat het met de kwaliteit en innovatie in de bouw doet als er geen ruimte voor innovatie is. En als regelgeving, het instrument dat we altijd gebruikten als bezemwagen, niet alleen de minimumambities weerspiegelt, maar tegelijkertijd ook al het maximum aangeeft.
Juist in een tijd waarin een groter beroep wordt gedaan op ons adaptief vermogen – het vermogen om ons aan te passen aan veranderingen in zaken als klimaat, demografie, woonwensen, en bodemgesteldheid; veranderingen die bovendien sneller en onvoorspelbaarder plaatsvinden dan voorheen – is innovatief vermogen onontbeerlijk. De volgende Woontop, als de eerste meters zijn gemaakt, staat hopelijk in het teken van innovatie als onlosmakelijke voorloper van regelgeving.
Cover: ‘Ellen van Bueren Column Cover’ (bron: Esther Dijkstra)