Voorop lopen in de vernieuwing van het vakgebied

28 oktober 2010

4 minuten

De opleiding Master City Developer (MCD) van TU Delft, Eramusuniversiteit en Ontwikkelingsbedrijf Rotterdam heeft met zijn inmiddels 8 leergangen een toonaangevende positie veroverd in de wereld van de opleidingen rondom gebiedsontwikkeling. De wetenschappelijke accreditatie die de MCD onlangs kreeg – uniek voor een master-opleiding – bewijst dat eens te meer. In deze tijden van crisis en verandering, zet de opleiding actief in op de ontwikkeling van nieuwe kennis en strategieën voor gebiedsontwikkeling, vertelt programmadirecteur Geurt van Randeraat.

De koppeling van praktijk en wetenschap is een van de succesvolle pijlers van de MCD. Theorie gevoed door de praktijk, en vice versa. De twee-jarige post-initiële-opleiding wordt gevolgd door zo’n 20-25 cursisten per leergang, afkomstig uit een zeer divers werkveld. Ieder jaar weer wordt een mix samengesteld vanuit de bloedgroepen publiek, privaat, corporatie en advieswereld. Dat gebeurt bewust, zegt Van Randeraat. ‘Partijen krijgen zo écht een kijkje in elkaars keuken. Men krijgt de kans om van elkaar te leren en dat wordt enorm gewaardeerd.’

Het programma is onderverdeeld in de aandachtsvelden context van het vak (waaronder effecten van stedelijke en regionale economieën), de dagelijkse praktijk van planvorming en realisering (met o.a. het afstemmen van inhoud en proces, de verbinding van ruimtelijke kwaliteit, geld & strategie en markt) en de synthese van theorie en praktijk aan de hand van actuele thema’s zoals vraaggerichte gebiedsontwikkeling. Het curriculum is state of the art en staat als een huis, zegt Van Randeraat niet zonder enige trots. Maar dat betekent óók dat er binnen het curriculum plaats moet zijn voor continue vernieuwing, in lijn met het vakgebied dat momenteel fundamentele ontwikkelingen doormaakt.

Gebiedsontwikkeling 2.0

Van Randeraat wil met de opleiding voorop lopen als het gaat om de vernieuwing van het vakgebied. Daartoe organiseert hij onder meer een reeks seminars [klik naar agenda seminars]. Van Randeraat: ‘Ik vind het belangrijk om met de mensen uit het vak in een continue en open discussie te staan. Denk aan een open-source-achtige omgeving, waarin we in connectie met elkaar de actuele vraagstukken doorgronden. Hoe definiëren we gebiedsontwikkeling 2.0? Welke methoden en strategieën horen daarbij? Wat zijn de wezenlijke thema’s, zoals marktgerichte gebiedsontwikkeling, bottom-up groeistrategieën, nieuwe financieringsmodellen, de consequentie voor de planvorming. In het Platform Gebiedsontwikkeling.nu hebben wij daarbij in de zoektocht naar antwoorden een natuurlijke partner.’

Inmiddels zijn met de eerste twee seminars de luiken opengezet. Van Randeraat: ‘Ik ben benieuwd hoe anderen het doen. De verhalen van mensen uit onder meer Detroit en Duitsland hebben veel opgeleverd. In het tweede seminar sprak onder andere Saskia Sassen over de mogelijkheden met kleinschalige strategieën economische vraagstukken op te lossen. De volgende seminars gaan over de geldkant en de investeringswereld, nieuwe plannen en nieuwe coalities. Wat zijn nieuwe verdienmodellen en welke plannen horen daarbij? Zijn dat nog steeds stedenbouwkundige plannen of gaan we meer werken met strategische groeimodellen? En hoe past een en ander in de bestaande instituties en welke nieuwe coalities, welke typen partijen en samenwerkingsverbanden heb je daarbij nodig?’

Traagheid

Nieuwe strategieën en methoden zijn dringend nodig, want de vakwereld zit met de handen in het haar en projecten liggen stil. De gemaakte plannen passen niet meer bij de huidige economische situatie. Alle gebiedsontwikkelingen kampen min of meer met dezelfde problematiek, zegt Van Randeraat. ‘Projecten als de Waalsprong, Overhoeks, de Rijnboog hebben allemaal een vergelijkbare achtergrond. Ze zijn zo’n tien jaar geleden opgestart, wat betekent dat de kaders dus ook al tien jaar geleden zijn bedacht. Het zijn projecten gebaseerd op de wereld van de jaren ’90, waarin het marktdenken en de maakbaarheidsgedachte hoogtij vieren. Maar de wereld is nu definitief veranderd.’ Door de ingetreden traagheid in de economie verandert de planhorizon en duren projecten eerder 35 dan 10 jaar. Dat betekent dat het begrip tijdelijkheid een andere dimensie krijgt. ‘Wat doe je ondertussen in een gebied in ontwikkeling?’

Aan de investeringskant zijn de grote projectontwikkelaars gedecimeerd en terug bij af. Het initiatief dat er nog wél is, komt vaak vanuit de gebieden zelf: van lokale partijen die iets willen. Maar dat schaalniveau past niet bij onze manier van denken en doen. Van Randeraat: ‘Grote partijen zitten vast in PPS’en en grondexploitatiemaatschappijen met afspraken waar een hoge grondprijs onder ligt. We hebben onszelf volkomen klem gezet. Het inpassen van lokaal initiatief is daardoor niet zo eenvoudig. De vraag is: kan het écht niet, of moeten we nu gaan ontdekken hoe het wel zou kunnen? Hoe kunnen we de structurele veranderingen tot een voordeel maken?’

Dynamiek in het denken

Veel van het werk bestaat nu uit het aanpassen van plannen en het managen van de grote financiële problemen. Niet echt leuk, zegt Van Randeraat. Tegelijkertijd is het een spannende tijd. ‘Er zit veel dynamiek in het denken. De kennisinstituten zijn bezig uit te diepen wat een en ander betekent. Iedereen is zijn eigen rol aan het herdefiniëren. Corporaties gaan weer op hun portefeuille zitten, projectontwikkelaars treden op als adviseur.’ Aan de opgaven is ondertussen niet veel veranderd; het zijn nog steeds gebiedsontwikkelingen, zegt Van Randeraat, die niet terug te brengen zijn tot een verzameling projecten en gebouwen. ‘Dat gebiedsontwikkeling voorbij is grote onzin. Het is de manier van werken en de context die is veranderd. En dat blijft nog wel een tijd spannend. Het gaat niet meer vanzelf. Als je het nu goed wilt doen, zul je echt je best moeten doen. Het belang van goed opleiden neemt dus alleen maar toe.’


Portret - Anne Luijten

Door Anne Luijten

Voormalig hoofdredacteur van Gebiedsontwikkeling.nu


Meest recent

Kantoren rondom tuin in Warschau, Polen door Grand Warszawski (bron: Shutterstock)

Hittestress en de Europese stad: maak meer gebruik van innovatie en co-creatie

In Europese steden wordt veel te weinig gedaan om hittestress te beperken. Dat concludeert adviesbureau Sweco. De onderzoekers bevelen aan de nadelige effecten van hitte in steden te verzachten door onder meer innovatie en co-creatie.

Onderzoek

15 juli 2024

Typische Nederlandse polder door Wut_Moppie (bron: shutterstock)

Gebiedsgericht werken in het landelijk gebied, deze bouwstenen helpen op weg

Gebiedsgericht werken in het landelijk gebied is kansrijk maar dan moet er wel aan verschillende randvoorwaarden worden voldaan. Marijn van Asseldonk van Het PON & Telos zet er zes op een rij.

Analyse

15 juli 2024

Eerste woning in Sidhadorp, Lelystad door Rob Bogaerts / Anefo (bron: Wikimedia Commons)

Van de groeikernen via Vinex naar de Novex, Michelle Provoost zoekt naar lessen

Vinex blijft de gemoederen bezig houden, nu ook in een historisch perspectief en een vergelijking met de groeikernen. INTI-directeur Michelle Provoost pleitte in de PBL-Academielezing voor meer continuïteit in beleid.

Verslag

12 juli 2024