Interview Groningen (stad én ommeland) heeft het nodige te bieden als het gaat om cultuurhistorie, bijzondere plekken en recreatiemogelijkheden. De Groningers zijn daar ook trots op – maar dragen dat nog niet van harte uit. Dit gebied met het oudste cultuurlandschap van Nederland kan beter op de kaart worden gezet, zodat meer toeristen hun weg naar Groningen weten te vinden – en de bevolking daar ook van profiteert. De provincie faciliteert dit proces richting brede welvaart, zo geeft gedeputeerde Susan Top aan.
Onlangs verscheen onder regie van de provincie Groningen een eerste ‘inspiratiedocument’ dat de weg plaveit voor een ‘baanbrekend plan voor de vrijetijdseconomie’. De Baanbreker Vrijetijdseconomie zet eerste stappen met een focus op betere routes, een verbeterd waternetwerk, innovatieve transportmiddelen en het gebruik van erfgoed als verblijfslocaties. Samen met de vrijetijdssector, overheden, onderwijsinstellingen en marketingorganisaties werkt de provincie aan een uitvoeringsplan dat voor de zomer van 2025 het licht moet zien. Inmiddels hebben verschillende netwerkbijeenkomsten, ondernemerscafé’s en gesprekken met jongeren plaatsgevonden om ideeën uit het gebied op te halen en het uitvoeringsplan te laden. Dit plan moet bijdragen aan brede welvaart, imago, trots en het vestigingsklimaat in de provincie Groningen. De Baanbreker Vrijetijdseconomie is gestart als onderdeel van Nationaal Programma Groningen en heeft een nauwe relatie met het programma Nij Begun – en dan in het bijzonder met de Economische Agenda hiervan die begin maart is gepubliceerd. Het bevorderen van de vrijetijdseconomie is een van de thema’s in deze agenda.
De provincie Groningen pakt dus nadrukkelijk haar rol in het stimuleren van de vrijetijdseconomie, zo blijkt uit een gesprek met de partijloze gedeputeerde Susan Top.
Je bent in juli 2023 als gedeputeerde gestart bij de provincie Groningen, wat trof je aan in het domein rond recreatie en toerisme?
“Op dat moment was het nog business as usual. We waren als provincie wel bezig met een uitvoeringsprogramma maar van oudsher hebben we hier niet heel grote budgetten voor. Dan ben je al snel bezig met de reguliere dingen die je sowieso op orde wilt brengen. Maar na verloop van tijd, en dat heeft ook wel te maken met Nij Begun en de bijeenkomsten die daarover plaatsvonden, werd duidelijk dat we meer konden doen met de trots op Groningen. Groningers zijn trots op Groningen, het verbindt ook wel degelijk, maar ze dragen het nog niet heel erg uit. Terwijl er allerlei ideeën zijn, bijvoorbeeld over het Groningse landschap en hoe we dat kunnen inzetten. Binnen het programma ‘Toukomst’ van het Nationaal Programma Groningen is daar bijvoorbeeld de Landschapswerkplaats uit ontstaan, met plannen om het landschap mooier en beter toegankelijk te maken. Tegelijkertijd liggen er ook mogelijkheden om de economie te versterken en wel op zo’n manier dat het aan de inwoners van de regio ten goede komt.”
Waar moeten we bij die economische activiteiten dan aan denken?
“Bij ‘economie’ in Groningen krijgen veel mensen beelden van industrie en havens. Maar wij relateren economische ontwikkeling veel meer aan brede welvaart voor iedereen. De bevordering van de vrijetijdseconomie kan daar zeker aan bijdragen. Het heeft ook dwarsverbanden naar de sociale agenda van Nij Begun: we zien dat onze kleine ondernemers het zwaar hebben. Bijvoorbeeld in de horeca; door corona en de stijging van de energieprijzen is het heel hard werken, voor weinig rendement. Maar het zijn wel de plekken die we nodig hebben in de dorpen voor leefbaarheid en ontmoeting. Ik heb in mijn geboortedorp Exloo in Drenthe gezien hoe de investeringen in toerisme voor het hele dorp als een hefboom hebben gewerkt, het werd voor ons tijd om daar heel serieus naar te gaan kijken. Ook omdat er nu middelen voor beschikbaar komen.”
Welke rol ziet de provincie voor zich weggelegd?
“Wij hebben het thema echt omarmd maar uiteraard doen we dit samen met heel veel andere partijen. Ik zie vooral dat wij een aanjagende, coördinerende en faciliterende rol hebben. Richting gemeenten maar ook naar onderwijsinstellingen, marketingorganisaties en iedereen die maar enigszins relevant is. En uiteraard naar onze bewoners en ondernemers. Het merendeel van de initiatieven zal uit de markt moeten komen maar we proberen er echt een gemeenschappelijk programma van te maken. We hebben sinds september 2024 een aantal bijeenkomsten gehad waarvoor we deze partijen breed hebben uitgenodigd en ik merk dat er een momentum begint te ontstaan. Alsof iedereen hierop heeft gewacht.”
Het belang van voorbeeldig opdrachtgeverschap
Ondernemerschap is een van de randvoorwaarden voor het versterken van de vrijetijdseconomie in Groningen. Een goed voorbeeld dat recent veel aandacht kreeg, is de herbestemming van boerderij Enne Jans Heerd en de openstelling van de wierde Maarhuizen. In 2017 sloeg een aantal partijen de handen ineen nadat de laatste boer de boerderij verlaten had en deze plek een nieuwe bestemming nodig had. Eigenaar Staatsbosbeheer had al door middel van een prijsvraag een zoektocht erop zitten naar een nieuwe functie, maar dit leidde niet tot het gewenste resultaat.
Geïnspireerd door de inzending ‘Nieuwe erven, nieuwe buren, nieuwe oogsten’ voor de ontwerpprijsvraag ‘A home away from home’ van de Rijksbouwmeester ontwikkelden Staatsbosbeheer, LAOS landschap en stedenbouw, Onix Architecten en het stel Mayke Zandstra en Gijs van Rhijn vanuit ieders kwaliteiten een plan voor de boerderij en de wierde. Met als uitgangspunt om de boerderij en het omliggende landschap integraal en in relatie tot de plek (en haar geschiedenis) om te vormen tot een publieke plek met een maatschappelijke functie. Het project won eind 2024 de nieuw ingestelde prijs voor ruimtelijke kwaliteit Bronzen Havik. Deze prijs is een initiatief van de provincie Groningen, de Nationaal Coördinator Groningen, Platform Gras en Stichting Libau.

‘Interieur Enne Jans Heerd’ door IMAZZO (bron: Onix Architecten)
Groningen bestaat uit heel verschillende gebieden, spelen die verschillen ook een rol in jullie aanpak?
“We hadden het al even over het Gronings landschap: dat is een heel belangrijke basisdrager. We hebben zeven landschapstypen in Groningen en we proberen aan te sluiten bij de gebiedsprocessen die daar al lopen vanuit het Nationaal Programma Landelijk Gebied. In de Veenkoloniën heb je heel andere uitdagingen dan in het Westerkwartier. De komende tijd willen we de slag gaan maken naar de uitvoering van de ideeën die we de afgelopen tijd hebben opgehaald. En dat is best nog een zoektocht. Wat je uiteindelijk wil, is dat initiatieven van onderop een olievlekwerking krijgen. Je moet weten als overheid aan welk draadje je het beste kunt trekken om zaken in beweging te krijgen. Ik zou het heel mooi vinden wanneer we een paar formules kunnen bedenken waarmee we relaties kunnen leggen, bijvoorbeeld tussen de toekomst van het landelijk gebied en de omgang met erfgoed. Er is de bekende vicieuze cirkel waarbij ondernemers niet investeren omdat de mensen niet komen – omdat er inderdaad niets te doen is in een gebied. Die cirkel moeten we doorbreken.”
Meer doen met de Groninger parels in het gebied
Het Groninger land is onder meer bekend van de indrukwekkende ‘borgen’: van oorsprong bakstenen woontorens uit de middeleeuwen, omringd door een gracht en vaak doorontwikkeld in de loop der tijd tot bijzondere landhuizen. 19 zijn er nog van over en het inzicht brak door bij de provincie Groningen dat de gebouwen weliswaar goed zijn beschermd maar dat dit veel minder geldt voor de gebieden er direct omheen. Samen met de betrokken Groningse gemeenten, de eigenaren van de borgen, de Erfgoedvereniging Heemschut, het Platform Borgen en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) is daarom onderzocht hoe elke borg zich verhoudt tot het water, het groen en de dorpen eromheen (de zogenaamde Borgbiotoop). Om aantasting van dit cultuurlandschap te voorkomen, heeft de RCE een werkatelier georganiseerd met betrokken partijen om onder meer de aanwijzing tot ‘gemeentelijk cultuurlandschap’ te onderzoeken, een nieuw instrument onder de Omgevingswet.
Heeft dat ook iets te maken met waar je mee begon, dat er wel trots is op het gebied maar dat die niet wordt uitgedragen?
“Groningers voelen zich over het algemeen prettig in hun omgeving. Als je ze spreekt, vertellen ze daar prachtige verhalen over. Maar ze doen dat niet vanuit het idee dat iedereen dat vervolgens ook moet zien. Uiteindelijk moeten de investeringen in de vrijetijdseconomie zeker ook ten goede komen aan onze inwoners. Maar we hebben wel bezoekers van buiten nodig om draagvlak te creëren, dat gaat ons niet lukken met alleen onze eigen dagrecreanten. En het is allemaal nog best ingewikkeld hoor. Hoe ontsluit je het landschap voor allerlei activiteiten? De Waddenzee is Unesco-erfgoed, dat vraagt om grote zorgvuldigheid. Maar het speelt ook bijvoorbeeld bij het agrarisch gebied rondom de dorpen: ga maar eens een dorpsommetje aanleggen over het land van meerdere eigenaren, dat is niet eenvoudig. Maar wel heel noodzakelijk. Je denkt nu als je in het buitengebied woont, ik ben zo buiten – maar je kunt eigenlijk als wandelaar geen kant op. Dus ik besef heel goed dat we het allemaal niet in één jaar geregeld hebben. Ik heb het in Drenthe ook gezien bij de herontwikkeling van gevangenisdorp Veenhuizen: je moet het blijvende aandacht geven.”

‘Susan Top’ (bron: Provincie Groningen)
“Het is niet zoals in Amsterdam, waarbij je gewoon zoveel economische massa hebt dat het vanzelf gaat. Je moet het koesteren en langjarig onderhouden. De kunst is daarbij ook om initiatieven goed in te bedden in het lokale ecosysteem. We hebben hier bijvoorbeeld het project van de Graanrepubliek in Bad Nieuweschans, waarbij een oude stoomlocomotievenloods is omgebouwd voor het produceren van ambachtelijk voedsel. Dat is een mooie bestemming – die onlangs dreigde om te vallen maar inmiddels een doorstart maakt – maar je bent dan wel in een paar uur klaar. Dan is het de kunst om uit te dokteren hoe we zo’n concept verbinden met andere interessante plekken: de borgen, de kloosters en ga zo maar door. Zodat mensen langer verblijven en meer kunnen zien en beleven wat Groningen te bieden heeft. Het begint in Groningen met het goed oppoetsen van wat er al is.”
Cover: ‘Vogelkijkplaats De Kiekkaaste’ door Peter116 (bron: Shutterstock)