Persoonlijk Thérèse Mol is al twaalf jaar gebiedsregisseur van de Piushaven in Tilburg en werkt sinds vorig jaar ook aan het Koningsplein, de schakel tussen de Piushaven en het centrum van de stad. Wat doet een gebiedsregisseur eigenlijk? En over welke eigenschappen moet je als gebiedsregisseur beschikken? Dit is de eerste aflevering van een serie interviews met gebiedsregisseurs.
Wanneer heb je eigenlijk
een gebiedsregisseur nodig?
Een gebiedsregisseur komt in beeld als er meer aan de hand is dan een
project. De Piushaven bijvoorbeeld bestaat uit vijfentwintig deelplannen van
ongeveer tien verschillende ontwikkelaars die allemaal met elkaar te maken
hebben. Al die plannen reageren op elkaar en de omgeving is dynamisch.
Wat is uw rol tussen
al die partijen?
Als gebiedsregisseur ben ik de helft van de tijd met de buitenwereld bezig
en de andere helft van de tijd met de binnenwereld. Met die buitenwereld bedoel
ik de ontwikkelaars, de bestaande en nieuwe bewoners en ondernemers, dus alle partijen die iets met
het gebied willen of er mee bezig zijn. In de binnenwereld hebben we aan de ene
kant uiteraard de wethouder, de raad, maar ook de collega's (beleidsmakers,
vastgoed, communicatie etc. ). Al die partijen van, in dit geval de Piushaven Community,
benader je op verschillende manieren. Dat doe ik natuurlijk niet in m’n eentje.
We zijn met een team van zo’n twintig man, waarvan een paar fulltime aan de
Piushaven werken. De rest van de collega's werkt allemaal aan meerdere projecten.
Zij moeten op het juiste moment met het
goede beleid komen, want ik heb er niets aan als dat pas over twee jaar af is. Een
paar jaar geleden was er horecabeleid nodig in de Piushaven, maar op stedelijk
niveau was er nog niets beschikbaar. Toen hebben we, in afstemming met de
afdeling die er over gaat, zelf beleid gemaakt. Dat is mijn werk in de binnenwereld. Soms ben
ik dus opdrachtgever, soms op onderdelen
projectleider, maar ik ben altijd gebiedsregisseur. Ik pak steeds de rol op die
op dat moment nodig is. Het zakelijke aspect is hierbij natuurlijk heel
belangrijk, maar het menselijk aspect ook. Daarom is dit voor mij ook de allerleukste
baan bij de gemeente.
‘ingang hoek De Waterkant Wilhelminakanaal’
Piushaven bij Wilhelminakanaal
Hoe krijg je alle
belanghebbende partijen op een lijn?
Misschien moet ik dan als eerste beginnen met de ontwikkelaars. We hebben
hier een standaard raamovereenkomst met de financiële en procesmatige afspraken
die eerst getekend moet worden voordat we ergens aan beginnen. Daarna ontwerp
en onderhandel je verder met elke ontwikkelaar, bijvoorbeeld ook over marges in het programma. De ontwikkelaars
nodigen we ook een paar keer per jaar uit om onderling aan elkaar te vertellen
waar ze mee bezig zijn en we hebben een projectbureau voor de gezamenlijk
gebiedspromotie. Die onderlinge communicatie tussen alle partijen is extreem
belangrijk. Eigenlijk ben ik steeds de dialoog aan het organiseren en aan het
faciliteren. Voor de Piushaven bijvoorbeeld zijn we in het begin met z’n allen
op excursie naar Hamburg gegaan om daar inspiratie op te doen. Daarna gingen we
een paar keer de hei op om de gemeenschappelijke visie op het gebied te bepalen
en wat je wil uitstralen met z’n allen. Daar is de pay-off, Piushaven Levend Podium,
vandaan gekomen.
De andere belangrijke groep zijn de bewoners en de ondernemers. We hebben vier keer per jaar een overleg, het Communicatie Platform Piushaven, waarin negen verschillende organisaties elkaar informeren. De wethouder is daar ook vaak bij.
‘freddie de roeck foto tilburg’
Piushaven
Voor de collectieve gebiedsmarketing hebben de ontwikkelaars en de gemeente destijds in een fifty-fifty verhouding een bijdrage van 100 euro per woning op tafel gelegd. Met dat geld hebben we een programmacoördinator ingehuurd en gezamenlijk de Stichting Piushaven Levend Podium opgericht. Daarin zitten de ontwikkelaars, de gemeente, de ondernemers en de bewoners. Al deze partijen zijn opdrachtgever van de programmacoördinator en die heeft weer allerlei leuke activiteiten in het gebied bedacht. Dat heeft de ontwikkelaars geen windeieren gelegd, want die woningen werden, ook middenin de crisis, goed verkocht. Die gemeenschappelijke gebiedsmarketing heeft heel goed uitgepakt. Nu zijn we in het stadium beland dat de Stichting moet worden overgenomen door de community Piushaven, zonder geld van de gemeente en ontwikkelaars. Dat is spannend, want nu moet blijken of het op een goede manier verder wordt opgepakt.
Welke eigenschappen
zijn belangrijk voor een gebiedsregisseur?
In mijn ogen moet een goede gebiedsregisseur eigenwijs, betrokken en
bevlogen zijn. Met een negen tot zes mentaliteit kom je er niet. En je moet de
discussie aan durven gaan. Een belangrijke eigenschap is dat je altijd moet kijken naar hoe je de dingen kunt
oplossen. Het glas moet dus altijd half vol zijn. Zo’n grondhouding heb je of
je hebt ‘m niet, maar bij gebiedsontwikkeling helpt het wel enorm. Als jij
bijvoorbeeld een probleem met me hebt, dan bellen we en gaan we koffie drinken.
Voor mijn part gaan we vijf keer koffie drinken en betrekken we er een
onafhankelijk adviseur bij. Zo lossen we de zaken op. Verder zie ik, als ik
naar mezelf kijk, een behoorlijke mate van ondernemerschap. Ik ben gewoon de Piushaven, dat is ook groot
voordeel als je lang ergens aan werkt. Het is echt mijn gebied en er gebeurt
niets zonder dat ik het weet. En als ik het er niet mee eens ben dan laat ik
dat ook weten. Dus naast een behoorlijke portie ondernemerschap moet je ook
redelijk autonoom zijn. Want als je naar iedereen luistert en 100% zekerheid
wilt hebben, komt er geen steen bovenop de andere. Bijvoorbeeld, beleid op
stadsniveau is prima, maar als we in de Piushaven toevallig net iets anders van
plan waren, dan gaan we gemotiveerd het gesprek aan, want dan proberen we tot aanpassingen
te komen.
Dat wekt bijna de
indruk dat de Piushaven geen onderdeel van de stad is, maar een status aparte
heeft.
Zo gedragen we ons wel, maar dat is natuurlijk niet zo. Dat is dat eigenwijze
waar ik het net over had. We hebben hier ambtelijk te maken met een verantwoordingssysteem,
het kleuren binnen de lijntjes. Dan heb ik het niet over de financiën, want dat
zit gewoon ingebed in de gemeentelijke cycli, maar over allerlei verantwoordingsrapportages.
Waarom de bouw drie maanden later start, of waarom de verkoop zes maanden later
begint. Daar ga ik me dus niet druk over maken. Als je met zo’n gebied bezig
bent dan heb je het over de lange termijn. Het gebeurt dan wel eens dat contracten
heel erg traag tot stand komen om allerlei redenen. Natuurlijk meld ik dat soort
dingen, maar ik probeer de bureaucratie tot een noodzakelijk minimum te
beperken.
‘freddie de roeck piushaven tilburg’
Piushaven
Is dat net zo
makkelijk als dat het klinkt, de bureaucratie tot een minimum beperken?
Mijn voordeel is dat ik dit werk al dertien jaar doe. Ik ken de collega’s en vooral de politiek goed. Met name met de wethouder heb ik hele korte lijntjes en we hebben vertrouwen bij de raad opgebouwd . Om een voorbeeld te noemen, als je iets met de wethouder wil bespreken moet je eigenlijk een memo maken en die drie werkdagen van tevoren aanleveren zodat het kan worden goedgekeurd door de opdrachtgever. Dat werkt niet voor mij. Ik spreek de wethouder frequent en we appen ook als het nodig is. Kijk, als er collegenota’s zijn, of raadsstukken, dan werk ik natuurlijk keurig volgens het systeem. Maar er zijn vaak ook kleinere dingen met grotere effecten in het gebied die spelen en dan zijn informele contacten erg belangrijk. Daarom nodigen we ook twee keer per jaar de raadsleden uit in de Piushaven. Dan staan we met z’n allen bij de maquette en vertellen we gewoon het hele verhaal, ook geregeld met de ontwikkelaars erbij. Er hoeven dan geen besluiten te worden genomen, maar zo blijven de raadsleden wel goed op de hoogte. De kritische vragen van de raad komen toch wel, maar dat gebeurt in de raadszaal. Maar het is belangrijk dat je benaderbaar bent en ze vertelt hoe het zit.
Hoe onafhankelijk
moet een gebiedsregisseur eigenlijk zijn? Maakt het uit of hij/zij verbonden is
aan een marktpartij of aan een overheidsorganisatie? Of kan het beter een
buitenstaander zijn?
Nee, dat maakt volgens mij niets uit. Ik ben bijvoorbeeld van de gemeente,
maar gedraag me onafhankelijk. In mijn geval is het een voordeel dat er korte
lijnen binnen de organisatie zijn. Het is, denk ik, zeker geen wetmatigheid dat
mensen van buiten meer bereiken.
Naast de Piushaven werkt u ook aan het Koningplein. Welke lessen
zijn trekken uit deze gebiedsontwikkelingen?
Bij het Koningsplein ben ik
eigenlijk op dezelfde manier aan de slag gegaan als met de Piushaven:
samenwerken, korte lijnen, openheid en duidelijkheid. Het Koningsplein is de schakel
tussen de Piushaven en het centrum van de stad. Onder dat Koningsplein ligt een
vijftig jaar oude parkeergarage, het plein ziet er niet uit en vanwege de
constructie is het dek ongeschikt voor het houden van grote evenementen. Festiviteiten
worden nu gehouden op de cityring, en daardoor komt de bereikbaarheid van de
binnenstad in het gedrang. Het gaat hier dus om de balans tussen ruimte voor
evenementen, de bereikbaarheid en de parkeercapaciteit van de binnenstad en de
wens om een groenere openbare ruimte. De ontwikkeling van de Piushaven, het
oplossen van de Koningspleinproblematiek; bij dat soort gebiedsontwikkelingen
spelen er veel belangen. Mijn uitdaging als gebiedsregisseur is om daar met z’n
allen op zo’n manier uit te komen dat de stad er ook daadwerkelijk beter van
wordt.
Tijdens het internationale INTA-congres voor gebiedsontwikkeling op 16 en 17 april in Malmö geeft Thérèse Mol een workshop over samenwerking en verbinding.
Thérèse Molwerkt sinds 2003 bij de gemeente Tilburg als gebiedsregisseur van de Piushaven. Daarvoor werkte ze 13 jaar als consultant bij ICS adviseurs. Therese Mol studeerde architectonisch en stedenbouwkundig ontwerpen aan de Technische Universiteit Eindhoven.
Thérèse Mol met Friso de Zeeuw
‘Therese Mol ontvangt boek Friso’
Cover: ‘tilburg piushaven’