Analyse De databomen groeien tot in de hemel, maar toch worden hun vruchten nog maar mondjesmaat gegeten in gebiedsontwikkeling. Ruben Visser (Over Morgen) en Inge Janse (Leerstoel Gebiedsontwikkeling) analyseren wat de mogelijkheden zijn, waarom die nog niet benut worden, en hoe deze impasse doorbroken kan worden.
Dit artikel verscheen in onze gebiedsontwikkeling.krant, zomereditie 2021. Lees hier de andere artikelen en bekijk de hele krant!
We weten al langer dat gebiedsontwikkeling niet meer gaat over het simpelweg ‘stapelen van stenen’ of het uitvoeren van projecten. In toenemende mate staat het toevoegen van publieke waarde in samenwerkende coalities van overheden, projectontwikkelaars, maatschappelijke partners, inwoners en bedrijven centraal. De NOVI en Omgevingswet zetten daarom ook in op samenwerking aan gebiedsgerichte opgaven.
Dé oplossing?
Veel gebiedsontwikkelingen zijn niettemin vooral gebaseerd op aanpakken en methodes die in het verleden succesvol waren. De uitdagingen van deze tijd vragen óók om gebruik van inzichten en analyses uit data. Denk hierbij aan complexe vraagstukken, zoals meervoudige claims op de ruimte door woningbouw, energie, mobiliteit en klimaatbeheersing. Uiteraard is data daarbij geen maakbaarheids-tool of ‘heilige graal’. Het is meer een kompas dat richting geeft aan oplossingen voor gekoppelde opgaven.
Die richting is essentieel voor de samenwerking in planprocessen van project- en gebiedsontwikkelingen. Immers, waar de complexiteit en afhankelijkheden toenemen, zijn ook belangen en waarden van inwoners, bedrijven en organisaties in het geding. Zonder inzicht via data is de samenwerkingstafel een verzameling meningen, belangen en waarden, waar het recht van de sterkste geldt. Armpje drukken in plaats van co-creatie ligt dan op de loer. Kortom, data geeft richting en een legitimiteit, en is daarmee cruciaal om weloverwogen besluiten te nemen voor een toekomstbestendig Nederland.
Onderbenutting
Toch wordt data nog niet als vanzelf omarmd door projectleiders en beleidsmakers in het ruimtelijk domein. Barrières voor het gebruik van data variëren van ‘te ingewikkeld’, ‘te duur’ en ‘te vaag’ tot en met ‘te mooi om waar te zijn’ en ‘ik durf er niet op te vertrouwen’. Onbekend maakt dus onbemind. Analyse van publicaties over datagebruik binnen gebiedsontwikkeling levert zes redenen op waarom data nog niet (optimaal) wordt toegepast in gebiedsontwikkeling.
1. De bestaande cultuur en processen in organisaties zijn taai
Werken met data is fundamenteel anders dan ontwikkelaars en overheden gewend zijn. Dat vereist verandering van de bestaande processen en cultuur, en dat kost veel tijd.
2. Data(instrumenten) sluiten niet aan op de gebruikers
Er zijn heel veel op data gebaseerde tools voor gebiedsontwikkeling, maar die sluiten niet goed aan op hoe de werkelijkheid werkt. Dat komt omdat ze vanuit de techniek ontwikkeld worden (wat kan er?), en niet vanuit het proces (wat is er nodig?).
3. Data is versplinterd over silo’s
Verzamelde en geanalyseerde data is vaak versplinterd over mensen en de silo’s waarin zij werken. Door die silo’s te doorbreken, ontstaat er een volledig beeld en kan data in alle fases van gebiedsontwikkeling toegepast worden.
4. Niet alle data is beschikbaar
Sommige datasets zijn simpelweg niet beschikbaar of onjuist. Een goed voorbeeld hiervan is het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN). Deze dataset is van grote waarde voor bijvoorbeeld bodemdalingsproblematiek, maar wordt slechts één keer in de zes jaar geactualiseerd.
5. Er heerst onbekendheid over wat er met data mogelijk is
Gebiedsontwikkelaars weten dat er ‘iets’ met ‘data’ mogelijk is, maar zijn niet dusdanig geïnformeerd dat ze ermee aan de slag willen of kunnen. Zo is er in het ’Neprom Handboek Projectontwikkeling’ één alinea aandacht voor ‘big data’, zonder praktische consequenties.
6. Er zijn (beperkende) wettelijke en ethische aspecten
Het werken met (grootschalige) data heeft formele beperkingen. Niet alles wat kan, mag ook eindeloos gedeeld en gecombineerd worden. Wie daarbij de mist ingaat, kan op flinke boetes rekenen van de Autoriteit Persoonsgegevens. Dat vereist kennis van de formele vereisten.
Het mag helder zijn: datagebruik brengt veel inzichten om tot betere oplossingen en aanpakken in de gebiedsontwikkeling te komen. Tegelijkertijd is het goed om de barrières voor datatoepassingen te onderkennen en te doorbreken. Alleen dan gaan we het potentieel van data ten volle benutten.
Dit is een korte versie van de uitgebreide analyse die eerder gepubliceerd is op Gebiedsontwikkeling.nu. Op deze site vindt u ook de andere artikelen uit de publicatiereeks ‘data & gebiedsontwikkeling’, zoals over wat ons vakgebied kan leren van de sectoren vastgoed, mobiliteit en water. De artikelen zijn geschreven door de Kring van Adviseurs van de SKG en zijn te vinden in het dossier ‘data & digitalisering’.
Cover: ‘DATA en GO illustratie krant’ door Mei Li Nieuwland (bron: gebiedsontwikkeling.nu)