Nieuws Groen in de stad heeft veel voordelen, maar kost gemeenten ook veel geld. Het Amerikaanse computerprogramma i-Tree moet Nederlandse gemeenten helpen de waarde van de bomen uit te drukken in geld, zodat overheden de stad op een zo effectief mogelijke manier kunnen blijven vergroenen.
Een zeer geschikt instrument voor het bestrijden van de sociale ongelijkheid, een manier om de mentale gezondheid van de bewoners te verbeteren en een effectief middel tegen hittestress. Groen zorgt in de stad op meerdere fronten voor positieve effecten. De financiering ervan blijft niettemin een lastige, omdat de waarde van groen niet makkelijk in euro’s uit te drukken valt. Want ondanks dat Nederlandse gemeenten nog steeds genoeg geld vrijmaken voor het vergroenen van de openbare ruimte en het beter bereikbaar maken van het al aanwezige groen, ontkomen bestuurders soms niet aan ‘trucs’ om die financiering rond te krijgen.
Ruim twintig manieren
Een Amerikaans computerprogramma kan de reddende engel zijn. i-Tree kwantificeert namelijk ruim twintig manieren waarop bomen gemeenten geld kunnen opleveren: bijvoorbeeld door de opslag van CO2, het tegengaan van luchtvervuiling of de opvang van regenwater.
“In steden is het heel kostbaar om een goed riool aan te leggen”, vertelt Leendert Koudstaal, stadsbeheerder bij de gemeente Den Haag en gebruiker van i-Tree, eind juli in het FD. “Als een bomenrij zorgt dat er geen rioolaanpassing hoeft te komen, of de bestrating niet wegstroomt, scheelt dat ontzettend veel geld. 10% van een bui wordt bijvoorbeeld al door het bladerdek opgevangen en verdampt daarna weer.” Zo vangt een grote paardenkastanje in Den Haag per jaar voor € 6,50 water en voor € 111 luchtvervuiling af en slaat de boom voor € 1407 aan CO2 op. Dat bedrag neemt jaarlijks ook nog eens toe met € 16.
Hulpmiddel
Om de waarde en de mogelijkheden te kwantificeren, brengt een scanauto alle bomen in de gemeente in kaart, waarna de gegevens in een database komen. i-Tree kan op basis van die gegevens de bestaande baten in kaart brengen. Bij het berekenen van de toegevoegde waarde van de bomen in de stad gaat het niet alleen om de hoeveelheid bomen. Vooral de dikte van de bomen is belangrijk. Daarnaast kan de software laten zien wat een eventuele investering in extra groen kan opleveren en adviseren hoe die investering zo efficiënt mogelijk kan worden uitgevoerd. Zeker in drukbevolkte steden waar de ruimte schaars is, kan het programma zo van meerwaarde zijn.
“Vaak gaat de discussie over boompje weg, boompje terug”, zegt Koudstaal. “Dan mis je de kans te kijken naar plekken in de stad waar meer groen nodig is of waar juist ruimte is om bomen groter te laten groeien.” Hij noemt de Amerikaanse stad Philadelphia als voorbeeld van een stad waar i-Tree op een goede manier als hulpmiddel is gebruikt. “Die stad heeft een heel overzichtelijk dashboard gemaakt. Daarin kan een gemeenteraadslid opzoeken waar je een miljoen dollar tegen zogenoemde hitte-eilanden het best kunt besteden.”
Optimaliseren voor Nederland
De database van i-Tree laat zien dat het programma al over de hele wereld wordt ingezet, maar een-op-een de resultaten van andere landen overnemen is niet mogelijk. Zo worden bomen in Nederland minder groot dan in Engeland, omdat de bodem minder draagkracht heeft. En omdat in New York de aanleg van het riool duurder is dan in Nederland, is een kubieke meter opgevangen water daar meer waard. Wageningen University & Research en de TU Delft zijn daarom samen met Nederlandse gemeenten bezig i-Tree te optimaliseren voor Nederlandse steden.
Lees het volledige bericht op de website van het Financieele Dagblad.
Cover: ‘exterior of a modern office building’ door John_T (bron: Shutterstock)