Station Den Haag door Ankor Light (bron: Shutterstock)

Watertorenberaad: hoog tijd om verstedelijking en mobiliteit te combineren

11 juni 2021

4 minuten

Opinie Maak nu eens écht werk van stations- en knooppuntontwikkeling. Daartoe roept het Watertorenberaad (met daarin overheden, ontwikkelaars, beleggers, corporaties en bouwers) in mei op in de publicatie ‘Schaalsprong Stad’. “Deze nieuwe way of working kan alleen als een integrale aanpak voorrang heeft op concurrerende sectorale initiatieven.”

Ondanks dat de ruimtelijke inrichting van onze steden en landschappen grotendeels bepaald wordt door de ligging van wegen en spoorlijnen, vinden veel stedelijke projecten en infrastructurele werken nog altijd los van elkaar plaats. Daardoor halen we lang niet alles uit de mogelijkheden die centrumgebieden, stationsomgevingen en andere knooppunten bieden.

Maar nu de aanpak van grote opgaven zoals de woningcrisis, energietransitie en klimaatverandering in een hogere versnelling moet komen en het einde van de coronapandemie in zicht komt, is het hoog tijd om verstedelijkingsambities en investeringen in mobiliteit en infrastructuur nadrukkelijker op elkaar af te stemmen. Alleen zo toveren we onze stationsgebieden en knooppunten om in gemengde en inclusieve woon- en werkmilieus, dooraderd met groene en aangename openbare ruimtes, waar auto’s te gast zijn en voetgangers en fietsers de ruimte krijgen.

Prangende vraagstukken

Om deze oproep kracht bij te zetten, heeft het Watertorenberaad in Eindhoven, Tilburg, Den Haag en Zaanstad vier stations- en knooppuntontwikkelingen onder de loep genomen. In deze cases – symbool staand voor de veertien grootschalige woningbouwlocaties die voor de Nationale Omgevingsvisie zijn aangewezen – komen een aantal vraagstukken samen: woningbouw, bereikbaarheid, economische potentie, werkgelegenheid en bedrijvigheid, en de behoefte aan een groene, gezonde en veilige leefomgeving. De vier gebieden liggen stuk voor stuk aan belangrijke ov-verbindingen die in Toekomstbeeld OV 2040 van begin dit jaar een sleutelrol krijgen toebedeeld in “een landsdekkend netwerk van campussen en innovatiedistricten waarin kenniswerelden verbonden worden met innovatieve bedrijvigheid”.

Door woon- en werkprogramma’s, winkels en andere voorzieningen juist in de Eindhovense, Tilburgse en Haagse stationsgebieden een plek te geven (plus rondom een ‘scharnierpunt’ als de Zaanse Achtersluispolder), wordt het voor- en natransport drastisch verkort. En doordat functies in elkaars nabijheid liggen binnen een straal van ruim een kilometer, worden verplaatsingen te voet of met de fiets gestimuleerd.

Mensen moeten de stad ervaren als een leefbare en inclusieve omgeving: een fijne plek om te wonen, te werken en te bewegen

Dit opent deuren voor een ‘nieuwe stedelijkheid’, waarin binnenstedelijke gebiedsontwikkelingen vooral gebaseerd zijn op de bereikbaarheid met het openbaar vervoer, per fiets en te voet. In deze stedelijkheid gaat de realisatie van ‘innovatiedistricten’ voor economische ontwikkeling, creativiteit en technologische vernieuwing samen met de ontwikkeling van aangename, inclusieve en duurzame woonomgevingen. Ook draagt hierin een natuurinclusieve en gezonde gebiedsinrichting bij aan de aanpak van prangende klimaat-, water- en milieuvraagstukken.

Ambities en kaders

Om die nieuwe stedelijkheid voor elkaar te krijgen is een samenbindend programma nodig waarin verantwoordelijkheden, geldstromen en takenpakketten met elkaar in verband worden gebracht. In zo’n ‘Deltadeal’ voor verstedelijking en bereikbaarheid worden de voor verstedelijking relevante middelen uit het Mobiliteitsfonds en het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT) opgeschaald en verbonden aan klimaatgelden, regionale energiestrategieën (RES) en de structureel te maken middelen uit de Woningbouwimpuls. Voor de goede orde: met de instelling van een Deltadeal worden geen bevoegdheden overgedragen.

Daarnaast dient de structurele investeringsruimte bij gemeenten vergroot te worden. Dit kan door een ‘investeringsnorm voor verstedelijking’ in te stellen, waarmee bijvoorbeeld de verwachte toenames van het Gemeentefonds en de OZB gereserveerd worden voor investeringen in de openbare ruimte en stedelijke infrastructuur. Utrecht en Zaanstad doen dit al.

Station Tilburg door Frans Blok (bron: Shutterstock)

‘Station Tilburg’ door Frans Blok (bron: Shutterstock)


Tot slot is het raadzaam om gebiedscoalities en gebiedsdeals te sluiten waarin de rijksoverheid, provincies, (vervoers)regio’s en gemeenten in overleg met de markt invulling geven aan de koppeling tussen stedelijke ontwikkeling en mobiliteit, de borging van economische ontwikkeling en de realisatie van duurzame energie- en watersystemen. Dit moet per locatie leiden tot ambities en kaders – vertaald in ‘meerjarige gebiedspakketten’ – waarmee marktpartijen dan aan de slag kunnen.

Een daalder waard

Begin mei overhandigde de nieuwe voorzitter van het Watertorenberaad, Heijmans-directeur Heleen Herbert, daarom het manifest ‘Schaalsprong Stad’ aan de topambtenaren Bert van Delden en Kees van der Burg, respectievelijk plaatsvervangend directeur-generaal Ruimte en wonen en directeur-generaal Mobiliteit. In haar toelichting benadrukte ze het belang om niet alleen verstedelijking en mobiliteit, maar alle ruimtelijke vraagstukken in samenhang te bekijken.

“In onze steden vechten uiteenlopende opgaven om voorrang. Het tekort aan betaalbare woningen, de omslag naar duurzame energie, biodiversiteit, de omgang met water, de stap naar een circulaire economie, bereikbaarheid, en ga zo maar door. Het is een razend ingewikkelde opgave, niet alleen in technische zin, maar juist ook in sociaal opzicht. Het is pas geslaagd als mensen de stad ervaren als een leefbare en inclusieve omgeving: een fijne plek om te wonen, te werken en te bewegen. Voor iedereen. De ontwikkeling van kansrijke knooppunten wil je juist ook ten goede laten komen aan de meer kwetsbare wijken.”

Tot slot wees Herbert op de noodzaak om alle relevante partijen bij deze omslag in het denken te betrekken. “Deze nieuwe way of working kan alleen als we samen slim zijn en als een integrale aanpak voorrang heeft op concurrerende sectorale initiatieven. Alleen dan zorgen we dat elke klap een daalder waard is.”

Wilt u reageren op dit artikel of een gastbijdrage voor Gebiedsontwikkeling.nu schrijven over een ander onderwerp? Bekijk dan hier de mogelijkheden.


Cover: ‘Station Den Haag’ door Ankor Light (bron: Shutterstock)


Antoinette van Heijningen door Antoinette van Heijningen (bron: LinkedIn)

Door Antoinette van Heijningen

Oprichter van Urbancore


Meest recent

Zaandammerplein in Amsterdam door TasfotoNL (bron: Shutterstock)

Waardegedreven gebiedsontwikkeling zet baathouder centraal

Ferry Renne, procesmanager bij Brink, pleit voor een verandering in het vakgebied en stelt dat moderne gebiedsontwikkeling dwingt om op een andere manier naar ‘baten’ te kijken. “Zo creëren we kansen voor duurzame oplossingen in de toekomst.”

Analyse

21 november 2024

Wolkenkrabber in Londen in aanbouw door WD Stock Photos (bron: Shutterstock)

Circulaire gebiedsontwikkeling vraagt om meer dan alleen kringlopen sluiten

Circulair beleid richt zich binnen gebiedsontwikkeling nu nog vooral op het hergebruik van materialen. Dat kan en moet anders, blijkt uit een beleidsanalyse van TU Delft-onderzoekers. “Nu blijft het bouwprogramma onaangepast.”

Onderzoek

20 november 2024

Overstroming in Valkenburg door MyStockVideo (bron: Shutterstock)

Waterproblematiek vergroot de druk op ruimtelijke plannen in Limburg

Na de overstromingen van 2021 staat de verhouding tussen woningbouw en waterveiligheid in Limburg op scherp. Het Limburgse Waterschap wil geen nieuwbouw in gebieden met een hoog overstromingsrisico. De Provincie wil dit niet vooraf uitsluiten.

Onderzoek

19 november 2024