Casus Een vergeten gebied is de NDSM-werf allang niet meer, met z’n prachtige industriële erfgoed en ligging aan het IJ staat het al jaren in de boekjes als de culturele hotspot van Amsterdam. Wat de Zuidas is voor de financiële sector, moet de NDSM-werf worden voor creatieve en nieuwe maakindustrie. Het gebied worstelde lang met de aandacht, status en belofte. De energie die de verschillende partijen erin stopten, ging verloren in het bestrijden of juist mogelijk maken van uitgelijnde plannen en het op orde krijgen van de organisatie en financiën. Sinds de oprichting van Stichting NDSM-werf in 2010 wordt er gewerkt aan een nieuwe balans en worden voorzichtig stappen gezet richting een nieuwe ‘Self Made Future’ en de werf als laboratorium. Hoe staat de werf er anno 2014 voor? Een interview met Anne Marie Hoogland, directeur van de Stichting NDSM-werf.
Wie vanaf de Pont het gebied in fietst, ervaart al snel het verschil. In het westen een grotendeels open gebied met op het getransformeerde kraanspoor na veel nieuw: het robuuste nieuwbouw kantorenblok van de Hema en VNU Media, de nieuwe Amsterdam Marina met het gebouw waar restaurant Loetje en de Hiswa huizen. Aan de oostzijde een levendige mix van oud en gerenoveerd erfgoed, horeca, bedrijfjes en tijdelijke gebouwtjes en (kunst)objecten. “Het lijken hier twee werelden,” vertelt Anne Marie Hoogland, directeur van de stichting NDSM-werf, “West als de toekomstig dichtbebouwde stad, en Oost vol erfgoed, kloppend hart van de creatieve en maakindustrie.” Beide delen hebben sinds 2013 een eigen bestemmingsplan dat voortkomt uit het Investeringsbesluit (2012). Een besluit dat door het College van B&W onder leiding van wethouder Maarten van Poelgeest onder de loep werd genomen. “Gekeken is welke projecten de stad -gezien het economisch klimaat en de financiën van de stad- kon doorzetten. Voor het oostelijk deel is besloten alleen door te gaan met het ontwikkelen van het industriële Erfgoed. In het westelijk deel kan alles doorgaan. Er mogen in totaal 2.150 nieuwe woningen en 33.000 m2 kantoren en voorzieningen komen. Ontwikkelkeuzes die ook van invloed zijn op de samenhang binnen de werf.”
-
‘Werken aan de Self Made Future op de NDSM-werf - Afbeelding 1’
De NDSM-werf
Rond 1950 was de NDSM-werf de grootste scheepswerf van Europa. In 1984 ging de werf failliet en al rap betrokken kunstenaars de lege loodsen en ruimten onder de hellingen. Hoogland: “Geen krakers, maar mensen die het goed wilden doen. Ze regelden huurcontracten bij het Ontwikkelingsbedrijf van de Gemeente Amsterdam, het OGA. Uit deze eerste groep kunstenaars zijn Dogtroep en Robodock voortgekomen, die de werf als creatief gebied op de kaart hebben gezet.” In 2001 schreef Amsterdam-Noord een prijsvraag uit voor de invulling van de grote scheepsbouwloods. Het idee voor een Cultuurwerf van een groep kunstenaars en ambachtslieden won. Dankzij subsidie van de gemeente verrees ‘de Kunststad’ in de scheepsbouwloods, nu de grootste broedplaats van Europa. Ondertussen heeft een flink deel van het oude erfgoed op de werf een metamorfose ondergaan. Met de herontwikkeling van de timmermanswerkplaats, het kraanspoor en de smederij is ook het commerciële segment bediend (o.a. Discovery, MTV, Red Bull, Hotel Brooklyn). De overige bebouwing is vooral tijdelijk, zoals horecapaviljoen Noorderlicht en het uit zeecontainers opgebouwde restaurant Pllek.
Stichting Kinetisch Noord (SKN) was vanaf het begin verantwoordelijk voor het beheer van de Kunststad, een deel van de gebouwen en de openbare ruimte op de werf. Door allerlei oorzaken ontstond een grote huurachterstand en ging SKN min of meer failliet. In 2010 werd een nieuwe stichting opgericht: Stichting Beheer NDSM-werf Oost. Sinds 2013 is Anne Marie Hoogland directeur. “In de stichting zitten een aantal partijen met belangen en posities in het gebied: de gemeente Amsterdam/OGA als grondeigenaar, de huidige huurders van de Scheepsbouwloods en de hellingen verenigd in Ondernemersvereniging De Toekomst en projectontwikkelaar Mediawharf B.V. (consortium van Fortress bv, Het Fort Onroerend Goed en BIESTERBOSCH, red.) voor het Oostelijk deel van de werf. De opdracht van de stichting is om te zorgen voor het beheer en de programmering van het buitenterrein (10 ha) van het oostelijk deel van de werf en het uitvoeren Kunstenplan dat zich onder andere richt op kunst in de openbare ruimte.”
-
‘Werken aan de Self Made Future op de NDSM-werf - Afbeelding 2’
Kruisbestuiving Oost en West: Self Made Future project
In 2014 neemt SKN het eigendom van de scheepsbouwloods over van de gemeente. SKN kan met de opbrengsten uit commerciële huur van nog niet verhuurde delen de huidige lage huren handhaven en de loods renoveren, een renovatie die zo’n 6 miljoen euro gaat kosten. Met de overdracht van het eigendom van de loods naar SKN is de werf een nieuwe fase ingegaan. Hoogland: “De ontwikkelingen op de werf zijn veelzijdig en gaan snel. Hoe we de zaken in deze nieuwe fase moeten organiseren is nog niet uitgekristalliseerd. Duidelijk is wel dat de behoefte aan uitwisseling en verbinding tussen Oost en West, en de ‘binnen- en buitenkunst’ groot is.” Om de kruisbestuiving handen en voeten te geven, heeft de stichting het initiatief genomen om een visie op te stellen. “Samen mét alle stakeholders. Doel is op zoek te gaan naar wat we willen zien groeien op de werf en daar gezamenlijke ijkpunten in te benoemen. Dit project genaamd ‘Self Made Future’ is gestart in september 2013. Het bestond uit een on- en offline ontmoetingencyclus met presentaties van partijen en bedrijven zoals de Amsterdam Marina, OGA en verschillende creatieve ondernemers. Er vonden workshops plaats over bijvoorbeeld het invoeren van betaald parkeren op de werf. Met online stories op NDSM.nl en sociale media brachten we ideeën en inzichten verder. Alle resultaten zijn samengebracht in de visie ‘Werk aan de Werf’, met daarin de koers voor de periode 2014-2025. Het basisidee is dat de hele werf een laboratorium wordt voor zelforganisatie, stedelijke ontwikkeling, programmering en alle andere mogelijke trends die ook de werf aangaan. De volgende stap is verkennen hoe we dat gaan organiseren.” Het visiedocument kent negen ijkpunten, waaronder het werken aan verbindingen op ieder niveau, niet toelaten van dominante functies, het laten zien van het erfgoed en het primair bestempelen van de werf als een voornamelijk werkgebied. “Het document zal vooral inspireren, richting geven en tot initiatieven leiden met en door andere stakeholders. Meewerken en praten in dit proces is ook mede-eigenaarschap nemen. Het is nu zaak om de partijen bij de voortgang betrokken te houden, zodat ze de visie en het vervolg blijven omarmen.”
Aanvullende financiering en circulaire economie
De Stichting NDSM-werf financiert de beheer en programmeer-activiteiten primair uit een beheercontract met de gemeente en stadsdeel Noord, en het verhuren van de werf t.b.v. evenementen. Tijdelijkheid is de regel, contracten zijn nooit langer dan voor zes maanden. Daarnaast beschikt de stichting over geld uit het Kunstenplan. De stichting hanteert maatwerk als het gaat om de verhuuractiviteiten. ”We vragen iedereen wat hij of zij kan bijdragen aan de culturele ontwikkeling van de werf. Het Over ’t IJ-festival bijvoorbeeld betaalt geen huur maar zorgt voor geweldige pr, nieuwe contacten, en een programmering die aansluit op de werf als laboratorium voor stedelijke ontwikkeling.” Om de gewenste mix aan activiteiten en kruisbestuiving te financieren, heeft de stichting een voorzet gedaan voor een toevoeging aan het financieringsmodel. Hoogland: ”We vragen een bijdrage van 2,50 euro per commercieel verhuurde m2 per jaar voor de opdracht van de stichting NDSM-werf. Zowel de gemeente als Mediawharf B.V. doen dit via alle nieuwe huurders. Het is de bedoeling dat ook huurders die er al langer zitten, gaan bijdragen. Een andere manier om te zorgen voor kruisbestuiving op de werf is het stimuleren van een lokale community via NDSM.nl, open design meetings over programmering, duurzaamheid en circulaire economie. Zo bracht de stichting de hotels in contact met kunstenaars op de werf. Hun werk hangt nu in een aantal hotelkamers. En vorig jaar hebben verschillende horecabedrijven samengewerkt in een evenement in de scheepsbouwloods. Hoogland: ”Waar het kan faciliteert de stichting samenwerking en uitwisseling ideeën en diensten tussen de partijen op de werf. We kijken waar talent en initiatief zit en die mensen verbinden we met elkaar. Zo is het ons ook gelukt om de pont ’s nachts te laten varen. Alle partijen –horeca, projectontwikkelaars, gemeente- betalen mee en stichting fungeert als opdrachtgever naar het vervoerbedrijf.”
-
‘Werken aan de Self Made Future op de NDSM-werf - Afbeelding 3’
Knelpunten: parkeren, huurtarieven en basisinfrastructuur
Een ideale gemeenschap? Dat nog niet, volgens Hoogland. Op enkele plekken schuurt het. “Het parkeren is zo’n onderwerp. Bedrijven komen naar de werf voor het ruige, stedelijke karakter. Maar eenmaal gevestigd, eisen ze een afgebakend terrein en zaken als buitenverlichting. Dat geformaliseerde tast de specifieke sfeer van de werf aan en jaagt juist weer bepaalde groepen weg. In het Self Made Future project is een start gemaakt om te komen tot concrete creatieve oplossingen voor dit soort problemen, een mooi idee is tijdelijke parkeermatten.” Een ander pijnpunt is dat de lage huurtarieven voor de ruimtes onder de scheepshellingen waarschijnlijk verdwijnen na renovatie. ”Het liefste zie ik daar naast de nieuwe huurders ook weer de oude gezichten en partijen die gelinkt zijn aan de werf, zoals het Over het IJ-festival.” De grootste zorg van Hoogland is echter het gebrek aan financiën voor het basale onderhoud van de werf. “De kades zijn in zeer slechte staat en de kosten voor herstel zijn hoog, onder andere door de vervuilde grond. Ook de hoofdleidingen (stroom, water & riolering) liggen er niet goed bij, terwijl de druk op dit systeem alleen maar groter wordt. We lopen vast op het stempel ‘tijdelijk’ van het gebied.” Hoogland vindt dat de gemeente hier zijn rol moet pakken. “Als je bouwontwikkelingen stillegt, betekent dat niet dat er in de tussentijd geen investeringen nodig zijn voor het behoud van het erfgoed. Maar het is een lastige tijd om structurele zaken aan te pakken. De stadsdelen zijn pas opgeheven, en er is net een nieuw college. Er zijn veel gesprekken nodig voordat de blik weer voorwaarts kan.”
Blik op de toekomst
Hoe de werf verder inkleurt zal de tijd leren. Hoogland: “Nu we onszelf bestempeld hebben als laboratorium, kunnen we gericht op zoek naar allianties met stedelijke vernieuwers zoals bijvoorbeeld Pakhuis de Zwijger. Wat betreft de beheerkant van de werf is het zaak met alle partijen na te denken over de lange termijn. Over de hoge kosten van onderhoud, de bereikbaarheid van de werf bij toenemende druk van gebruikers en bezoekers, maar ook over hoe je met bepaalde zaken omgaat als die hoogbouw in het westelijk deel er echt allemaal komt. Wat doe je met het met parkeren, afval en het geluid van evenementen? Hoe zorg je dat het één werf blijft met werken, wonen en underground naast elkaar?” Voorlopig is er genoeg ‘werk aan de werf’.
Zie ook:
- Praktijkbericht #2: Buiksloterham
- Diner Pensant als ontwikkelstrategie voor gebiedsontwikkeling
- Proces, Ondernemerschap en Programmering (POP-up) succesfactoren bij tijdelijke ontwikkeling
Cover: ‘2014.07.04_Werken aan de Self Made Future_1_660’