Opinie De voorbereiding op de Omgevingswet, die in 2021 in werking treedt, is in volle gang. Overheden bepalen hun ambitie, sturingsfilosofie en de regels voor de fysieke leefomgeving. Maar kennen we de feiten al goed genoeg om de mogelijkheden van de Omgevingswet hierin mee te nemen?
Hoe soepel verloopt de overgang van het huidige omgevingsrecht naar de Omgevingswet? En wat kan en mag er straks (niet) in de fysieke leefomgeving? Dat wordt bepaald door de keuzes die op dit moment door overheden worden voorbereid. Hierbij is een belangrijk uitgangspunt van de Omgevingswet: ‘decentraal, tenzij’. Lokale bestuursorganen krijgen daarom meer beleidsruimte en -vrijheid. Hoe groot die ruimte en vrijheid precies zijn, staat onder meer in de aanvullingswetten en de invoeringswet van de Omgevingswet.
Het is mens eigen, aldus de Zweedse hoogleraar internationale gezondheid Hans Rosling, om te gissen gebaseerd op onbewuste en voorspelbare vooroordelen, in plaats van juiste data en actuele informatie. Ons probleem, zo stelt hij, is dat we niet weten wat we niet weten. Nu zijn wereldproblematiek en internationale gezondheid misschien van een andere orde dan de fysieke omgeving. Maar wat gebeurt er als we dit gedrag ook laten zien bij de invoering van de Omgevingswet? Missen we door kennisleemte dan (te) veel kansen? Blijven interessante mogelijkheden voor onze maatschappelijke opgaven, zoals de transitie naar duurzame energie, onbenut? En als je niet weet wat er allemaal te kiezen is en niet weet wat daarin de beperkingen zijn, kun je dan wel de juiste prioriteiten stellen?
Want wat valt er allemaal te kiezen? Nou, wat dacht je van: kies je als overheid voor strengere energiewaarden bij nieuwbouw? Stel je een soepelere geurnorm vast? Kies je voor een uitgebreid vergunningsstelsel voor bouwactiviteiten, een meldingsplicht, of voor algemene regels zonder vergunningsplicht? Kies je voor het loslaten van kostenverhaal bij gebiedsontwikkeling? Wil je stedelijke kavelruil stimuleren? Ga je werken met vragenbomen en toepasbare regels in het Digitaal Stelsel Omgevingswet? Welke maatregelen kun je treffen om bebouwing toe te staan dichtbij een veiligheidsrisicobron? Maak je de bruidsschatregels locatiespecifiek, en heeft dat het gewenste effect op bedrijven
Dit zijn allemaal richtinggevende keuzes die bestuursorganen uiteindelijk een keer moeten maken, simpelweg omdat de Omgevingswet ze die keuze geeft.
Ik denk dat we onze kennisleemte moeten vullen met feitenkennis. Werk je met de Omgevingswet, of aan opgaven in de fysieke leefomgeving zoals de energietransitie of woningbouwproductie? Dan is kennis van de aanvullingswetten en invoeringswet niet alleen onontbeerlijk, maar ook een verrijking. Want als je weet wat je nog niet wist, gaat er een hele leefomgeving voor je open.
Cover: ‘Go column cover 2’