Onderzoek De COVID-19 pandemie benadrukt nog maar eens het belang van groen en water voor de mentale gezondheid van de gebruikers. De Europese afdeling van de World Health Organization (WHO) onderzocht daarom de precieze effecten van de verschillende soorten groen en water. De conclusie: groen en water zijn goed, maar er is geen blauwdruk voor succes.
Mentale gezondheid kreeg de afgelopen jaren al een steeds prominentere plek in gebiedsontwikkeling, maar de pandemie heeft ervoor gezorgd dat het thema nog actueler is. In tijden waarin niet veel mogelijk is door alle beperkingen, is de rol die groen en water bij het stimuleren van de mentale gezondheid spelen van cruciaal belang. En daarom, stelt de Europese afdeling van de WHO, is het bij de inrichting van de openbare ruimte noodzakelijk op de hoogte te zijn van de gevolgen die de verschillende soorten planten, bomen en waterpartijen hebben. Daarom deed de WHO het afgelopen jaar uitgebreid literatuuronderzoek naar de precieze invloed van ‘groen en blauw’ op de mentale gezondheid van gebruikers en bewoners.
Geïnteresseerd in de relatie tussen gezondheid en gebiedsontwikkeling? Meld u dan hier aan voor de masterclass op 23 september.
Meer zee, minder struiken
De conclusies die worden getrokken in Green and Blue Spaces and Mental Health zijn op het eerste gezicht niet verrassend. Ja, water en groen zijn in bijna alle gevallen van positieve invloed op de mentale gesteldheid en de emoties van gebruikers en bewoners. Zowel op de korte als de lange termijn zijn er nagenoeg alleen maar positieve uitkomsten. Maar de onderzoekers zijn dieper in de materie gedoken. Ze hebben al het eerdere onderzoek naar de relatie tussen (mentale) gezondheid en de aanwezigheid van groen en water bestudeerd en hebben per groentype en soort water gekeken wat de precieze invloed is.
Zo stellen de wetenschappers dat groen in bijna alle onderzochte studies voor positieve emoties en een verbetering van de mentale gezondheid zorgt. Alleen in het geval van struikgewas en dichte begroeiing is er soms zelfs sprake van een negatief effect. Een andere opvallende conclusie is dat veel onderzoeken aangeven dat de kenmerken van het groen (bijvoorbeeld soorten planten of de hoeveelheid beplanting) minder van invloed zijn op de mentale gezondheid dan het type groen (tuin, park, bos) waar ze gebruik van maken.
Alle studies naar het effect van de zee op de mentale gezondheid laten een positief effect zien. Voor meren en rivieren kwamen de effecten minder duidelijk naar voren, maar voor al het water geldt volgens de onderzoekers dat vooral de emoties van de gebruikers positief worden beïnvloed.
Gezondheid
Uiteindelijk trekken de onderzoekers de conclusie dat er wat betreft het stimuleren van de mentale gezondheid door middel van groen en water niet één succesformule is. Die heilige graal presenteren de onderzoekers dan ook niet, ook omdat (mede door de enorme hoeveelheid onderzochte studies) de gevonden resultaten elkaar nogal eens tegenspreken. Waar de ene studie zegt dat een bosrijke omgeving een veel positievere invloed op de mentale gezondheid heeft dan een park, trekt een andere studie juist de tegenovergestelde conclusie.
Maar, benadrukken de wetenschappers, ondanks dat er geen heilige graal is, hebben groen en blauw bijna altijd wel positieve effecten. Alleen kunnen die effecten door gebiedsontwikkelaars nog verder worden gemaximaliseerd wanneer ze kijken naar de verschillende soorten groen en water, bijvoorbeeld door goed na te gaan wat de bestaande openbare ruimte al biedt. Daarom moeten zij, als het aan de onderzoekers van de WHO ligt, in hun plannen de voordelen en afwegingen van ‘groen en blauw’ vanwege hun belangrijke rol bij het verbeteren van (stedelijke) gezondheid altijd meenemen. En zeker in deze tijden van een pandemie.
Lees het volledige onderzoek op de website van de World Health Organization.
Cover: ‘Mensen in het park’ door kaboompics (bron: Pixabay)