Analyse Je kunt nog zulke mooie plannen maken, als je belanghebbende partijen niet meekrijgt, komt er niets van terecht. Verplaats je in de ander en heb oog voor psychologische processen, dan is de kans op een succesvol participatieproces veel groter.
Lessen uit de gedragspsychologie
Bij twee thema’s voor gebiedsontwikkeling speelt menselijk gedrag een prominente rol: de energietransitie en het verdichten van bestaande woonwijken. Gedrag van belanghebbende burgers kan bij de realisatie daarvan een flinke stoorzender zijn. In plannen wordt daarom veelvuldig het belang van participatie benadrukt. Dat is op zich uitstekend, maar nog geen voorwaarde voor succes. Met praten alleen kom je er zelden. Zelfs uitstekende argumenten leiden lang niet altijd tot overtuiging en coöperatie.
Verandering stuit traditioneel op weerstand van degenen die de gevolgen ervaren of vrezen.[1] Dat doet zich gemakkelijk gelden bij verdichting. Anno 2019 zal niemand de noodzaak tot het bouwen van meer woningen betwisten. Velen begrijpen ook dat natuur of parken zoveel mogelijk ontzien moeten worden. Maar als er plannen zijn om een woontoren in een bestaande woonwijk te bouwen, staan omwonenden doorgaans niet te juichen.
Dat was afgelopen jaar bijvoorbeeld het geval in een Randstedelijke gemeente, waar wijkbewoners via een artist impression uitleg kregen over het plan voor een woontoren tegenover bestaande lagere appartementencomplexen. Die bijeenkomst maakte woedende reacties los. Bewoners vreesden dat ze door de nieuwe woontoren minder daglicht in hun woning zouden krijgen. Dat bleek achteraf allemaal enorm mee te vallen, maar verzuurde verhoudingen werpen hun schaduw meestal vooruit.
Bij de planning van windmolens in het zuiden des lands speelden andere zorgen van inwoners een rol. Hoewel de windmolens vrij ver weg zouden komen, leefde bij een aantal mensen toch de angst voor de effecten op gezondheid en welbevinden, veroorzaakt door geluidsoverlast en slagschaduw van de wieken. Zou dat je slaapritme niet beïnvloeden? Of het plezier van buiten zitten?Forse hobbel
Het is in essentie angst voor het onbekende: je weet niet wat je te wachten staat. ‘Iedereen kan nu wel vertellen dat er geen nadelige effecten zijn, maar als ze er tóch zijn, zit ik er mooi mee. Ik woon hier, zij niet.’
Daarmee komen we aan bij de psychologie van de
initiators en degenen die verantwoordelijk zijn voor de ontwikkeling en de
bestuurlijke goedkeuring van de plannen. In het geval van de energietransitie
zijn de initiators en bestuurders vaak bevlogen mensen die een substantiële
positieve bijdrage willen leveren aan de klimaatproblematiek. Wat daarbij op de
loer ligt, is dat zij de belangen van inwoners over het hoofd zien, of de gepercipieerde
consequenties verkeerd inschatten. Daarbij is doorgaans geen sprake van onwil.
De oorzaak is dat zij aannemen dat iedereen wel snapt dat het hogere doel – het
voortbestaan van onze planeet - offers vraagt. Ook gaan zij ervan uit dat
iedereen die offers kan en wil brengen. Maar een paar tientjes meer kwijt zijn
aan energiekosten door de overgang naar een warmtenet, kan voor sommigen dat
een forse hobbel zijn
De valkuil voor initiators of uitvoerders van dergelijke maatregelen is wat in de psychologie groupthink heet.[1] Hun inner circle bestaat uit gelijkgestemden: mensen die meters willen maken omwille van de energietransitie (of het bouwen van woningen in bestaande woonwijken). Geluiden van buiten de inner circle dringen niet meer door. Critici dreigen te worden weggezet als klimaatsceptici, en hun bezwaren als futiliteiten of manifestaties van egoïsme.
Het gevaar is dat stereotypering ontstaat, een ander psychologisch mechanisme, in de wandelgangen wij/zij-denken genoemd. Dat ontaardt in uitspraken of zelfs de overtuiging dat politici onbetrouwbaar zijn. Vervelend is dat het ontstaan van tegenover elkaar staande groepen gemakkelijk uitmondt in een bijna onoverbrugbare kloof, waarbij standpunten van de ene partij simpelweg niet meer doordringen bij de ander.
Zulke situaties kun je maar beter voorblijven. Gelukkig zijn er niet alleen valkuilen, maar ook mogelijkheden om die vermijden. Dat kan door je bewust te zijn van gedragspatronen. Maak daarnaast gebruik van inzichten uit de sociale en geesteswetenschappen die laten zien wat je op het punt van participatie beter kan doen en laten.
[1] Zie over weerstand
Bert Pol en Christine Swankhuisen, Nieuwe
Aanpak in Overheidscommunicatie. Bussum, Coutinho, 2013. p. 129-141.
[2] Zie over groepsprocessen: Bert
Pol en Christine Swankhuisen, Nieuwe
Aanpak in Overheidscommunicatie. Bussum, Coutinho, 2013. P. 189-201.
Cover: "10-jarig jubileum Fonds voor Cultuurpart" (CC BY 2.0) by Sebastiaan ter Burg
Cover: ‘"10-jarig jubileum Fonds voor Cultuurpart" (CC BY 2.0) by Sebastiaan ter Burg’ door Sebastiaan ter Burg (bron: Flickr) onder CC BY 2.0, uitsnede van origineel