Opinie COLUMN In de Algemene Beschouwingen zijn vragen gesteld over de nieuwste bevolkingsprognose van het CBS en de WRR: 20 miljoen mensen in 2060. Wat veel! En 1,7 miljoen mensen meer dan eerder geraamd voor 2060. Snel rekenwerk met huishoudensdichtheden levert een duizelingwekkende hoge woningbouwopgave op. Twee miljoen woningen in 2060 in plaats van één miljoen woningen in 2040. We hebben nog even te gaan.
Aanjager van dit debat was Sybrand Buma van het CDA. Hij wilde een apolitieke discussie over hoe vol Nederland kan zijn. En antwoord op de vraag waar die mensen gaan wonen, werken en recreëren. Apolitiek zal lastig worden, omdat Nederland uitsluitend zal groeien door buitenlandse migratie. Er gaat een directe koppeling ontstaan tussen buitenlandse migratie, bevolkingsgroei en nieuwbouw. Populistisch verwoord, we gaan bouwen voor de buitenlandse behoefte.
Ik ben niet verrast door de 1,7 miljoen mensen extra. Demografische prognoses zijn in Nederland al decennialang structureel te laag. Demografen zien internationale crisissen met bijbehorende migrantenstroom niet aankomen. Dat zou niet erg zijn, ware het niet dat we die prognoses in de woningbouwplanning juist erg belangrijk hebben gemaakt. Stelregel is dat de gronduitgifte ten behoeve van woningen in Nederland niet hoger mag zijn dan de huishoudensprognose. En omdat die huishoudensprognose elke keer te laag is ingeschat, zitten we met een blijvend tekort aan woningen. Nu blijken ook de huidige planningen weer een onderschatting. Dat tekort zal, als deze prognoses waarheid worden, wel even blijven.
Die twee miljoen woningen gaan ook niet gelijk verdeeld worden over het land. Buitenlandse migranten landen vooralsnog in grote steden. De opgave kan verder aangescherpt worden: 2 miljoen woningen in 42 jaar die vooral in en rondom de grote steden gebouwd moeten worden. In Vinex-dichtheid is dat 50.000 hectare aan grond. Twee keer het oppervlak van de gemeente Amsterdam. Dat past niet in die paar kantoren die nog leeg staan. Dichter bouwen lijkt onherroepelijk, maar in ‘hyperstedelijke-250-woningen-per-hectare’ bouw is dat nog steeds 6.000 hectare aan grond. Maar waar dan? En wie wil daar wonen?
Premier Rutte heeft toegezegd dat er onderzoek komt naar de haalbaarheid van deze extra groei. Ik hoop dat daar sterke aanbevelingen in worden gedaan. Nu voeren zaken als transformatie, duurzaamheid en maatschappelijke meerwaarde de boventoon. Daar moet ouderwetse volkshuisvesting weer bij. Om wonen betaalbaar te houden moeten we niet te lang tutten over kwalitatieve planvorming. Aantallen doen er toe.
Cover: ‘Go column cover 2’