Opinie Hoe serieus nemen we dat hele klimaatprobleem echt? We blijven maar hameren op het realiseren van reeds bedachte, maar weinig klimaatadaptieve plannen om een miljoen woningen te leveren. Columnist Ellen van Bueren vraagt zich af waar de 'woke gebiedsontwikkelaars' toch zijn.
Dit artikel verscheen in onze gebiedsontwikkeling.krant, zomereditie 2021. Lees hier de andere artikelen en bekijk de hele krant!
In april stonden gerenommeerde klimaatwetenschappers in The Conversation stil bij hun ‘ontwaken’. Zij stonden er versteld van hoe ze mee hebben kunnen gaan met net zero-doelstellingen die uitgaan van het compenseren van vervuilende emissies, en zo kostbare tijd hebben verspild om aan echte klimaatoplossingen te werken.
Wat kunnen gebiedsontwikkelaars van deze woke wetenschappers leren? Ten eerste dat klimaatverandering nu om aanpassing vraagt. We weten dat het klimaat verandert en dat dat de komende decennia doorzet. De problemen met het grondwater en bodemdaling zullen op meer plekken dan alleen in Gouda prangend worden. Verdroging brengt nieuwe, deels nog onbekende risico’s, naast die van piekbuien, wassend water en zeespiegelstijging.
Investeringen in ruimtelijke ontwikkelingen doen we doorgaans voor enkele decennia, soms wel een eeuw. Dat betekent aanpassingen en aanpasbaarheid aan het veranderende klimaat op het niveau van gebouw, maar vooral ook op het niveau van gebied en regio. Op die laatste twee niveaus kunnen wakkere gebiedsontwikkelaars het voortouw nemen in het ontwerpen van nieuwe adaptieve concepten. Zo is in Hamburg al zo’n twintig jaar geleden een woonwijk op twee niveaus ontwikkeld, in geval van overstroming. In Mexico-Stad wordt hard gewerkt aan het herstel van de overgebleven moerasgebieden om drinkwatervoorraden voor de toekomst te behouden (want wat is een stad zonder drinkwater?) en de bodemdaling te vertragen. In Florida worden ontwikkelaars ook wakker, nu landinwaarts (en dus hoger gelegen) wonen snel aan populariteit wint, met mogelijk flinke negatieve gevolgen voor de waarde van de luxe, maar lager gelegen waterfront-ontwikkelingen.
In Nederland, deltagebied, is het in ons sterk gedecentraliseerde systeem van ruimtelijke besluitvorming aan gebiedsontwikkelaars om deze adaptatievraagstukken op te pakken. We moeten niet alleen denken vanuit lokale oplossingen als wadi’s, waterpleinen en slotgrachten, maar vooral vanuit het regionale watersysteem, met aandacht voor de toekomstige veerkracht van gebieden die meer te maken krijgen met voortdurende stress en zo nu en dan ontwrichtende overlast. Het ontwikkelen van een gedeeld perspectief op de toekomst van onze delta voorkomt dat tegenstrijdige plannen of halfbakken compromissen worden gesloten, die leiden tot waardedaling van vastgoed, en op langere termijn tot een neergaande ruimtelijk-economische spiraal met een paar winnaars en veel verliezers.
Tot nu toe wordt er over dit soort toekomsten vooral nagedacht vanuit de waterwereld, ruimtelijke planning en vastgoedfinanciering, elk met hun eigen definities en perspectief op risico’s en wenselijke aanpakken. Gebiedsontwikkelaars werken momenteel aan grote, overkoepelende opgaven die de toon zetten voor verdere ontwikkelingen van het land. Juist zij zijn daarom aan zet om het voortouw te nemen in klimaatadaptieve ontwikkelingen.
Cover: ‘Ellen van Bueren’ (bron: Gebiedsontwikkeling.nu)