Nieuws De herziene Woningwet geeft huurders een plek aan de onderhandeltafel bij de prestatieafspraken tussen woningcorporaties en gemeenten over de volkshuisvesting. Drie jaar na de herziening onderzocht Platform31 de effecten hiervan op de lokale samenwerking bij het maken van prestatieafspraken. Daaruit blijkt dat huurdersorganisaties meedoen, maar nog geen volwaardige gesprekspartner zijn.
Formeel maakt de woningcorporatie een overzicht van voorgenomen werkzaamheden (het bod) en praat daarover met de huurdersorganisatie. Vervolgens nodigt ze de gemeente en huurdersorganisatie uit voor een gezamenlijk gesprek over het bod om samen te komen tot prestatieafspraken. De gemeente kan met haar woonvisie sturen op de inhoud van het bod, maar de huurdersorganisatie heeft (behalve het gesprek) weinig om mee te sturen.
In dit proces kampen corporaties en gemeenten met het dilemma van volledigheid versus overbelasting van de huurders. Ze willen volledig zijn, maar waken ervoor de huurders te overspoelen met stapels documenten, omdat het slechts vrijwilligers zijn. Ook vinden ze het nog wat onwennig om huurders te betrekken bij het maken van de prestatieafspraken. Het betrekken van huurdersorganisaties staat nog niet overal even goed op het netvlies, maar de wil om het gesprek met huurders aan te gaan is er zeker.
Meer betrokkenheid van huurdersorganisaties
Corporaties en gemeenten zien meerwaarde in het betrekken van huurdersorganisaties. Huurders dragen voorbeelden aan en brengen de realiteit op tafel. Soms zijn hun voorbeelden en dilemma’s echter te concreet, en gaat hun input niet verder dan hun woongebouw of straat. “Dat is zonde, want goede huurdersinbreng kan van meerwaarde zijn", stelt een corporatiemedewerker in het onderzoek van Platform31. Als huurders hun visie en prioriteiten meer op hoofdlijnen inbrengen, kunnen corporaties daar in hun beleid rekening mee houden.
Uit het onderzoek van Platform31 blijkt dat huurdersorganisaties nog beter betrokken willen worden. Ze doen hun best om volwaardig mee te draaien, maar geven aan dat het veel werk is. Daarnaast worden ze soms pas op het laatste moment betrokken. Ze krijgen de stukken, bijvoorbeeld van het bod, vaak op korte termijn opgestuurd. Daardoor kunnen ze weinig meer inbrengen, behalve reageren op het bod. Wezenlijke veranderingen worden niet meer doorgevoerd. De meeste huurders willen meer aan de voorkant van het proces betrokken worden, zodat ze echt kunnen meedenken met het beleid.
Visie
Het onderzoek maakt inzichtelijk dat huurdersorganisaties meedoen, maar nog geen volwaardige gesprekspartner zijn. Dus, hoe kunnen huurdersorganisaties een meer proactieve rol krijgen in het proces? Hoe kunnen woningcorporaties ervoor zorgen dat hun beleidskeuzen en voorgenomen werkzaamheden aansluiten bij de visie van de huurdersorganisatie? Met die gedachte ontwierp Platform31 het spel ‘Visie op wonen en wijken’. In dit spel gaan spelers met elkaar in gesprek over wat zij nodig achten om de lokale woonopgave te verwezenlijken. Dit biedt een manier om samen na te denken over de lokale vraagstukken en prioriteiten.
Prestatieafspraken
Het ‘Visie op wonen en wijken spel’ brengt belangen en prioriteiten in kaart en stelt huurders in de gelegenheid daadwerkelijk een bijdrage te leveren en niet enkel aan tafel te zitten. Het spel kan bijvoorbeeld dienen als kick-off voor een nieuwe ronde prestatieafspraken.
Werkt u bij een woningcorporatie en wilt u op een originele manier in gesprek met huurdersorganisaties over wat zij nodig achten voor het gebied? Nodig ze dan in maart of april uit en speel het ‘Visie op wonen en wijken spel’. De opbrengst? Input van huurders die u kunt meenemen in het bod van voorgenomen werkzaamheden.
Cover: "Entree sociale huurflat" (CC BY 2.0) by CorporatieNL
Dit artikel verscheen eerder op de website van Platform31
Cover: ‘Corporatiewoning Portiek’