19 maart 2013
2 minuten
Nieuws Van de ruim 7,1 miljoen huishoudens die in 2012 een zelfstandige woning woonden, was 59 procent eigenaar-bewoner. Deze verhouding tussen huur en koop is voor het eerst sinds 1986 niet toegenomen. Dat blijkt uit de eerste resultaten van het Woononderzoek Nederland 2012, waarvan op 11 april uitgebreidere analyses beschikbaar komen.
Aandeel koopwoningen neemt niet toe, huurders in vrije sector het duurst uit
Huurders in vrije sector het duurst uit
Bijna 2,6 miljoen huishoudens huren in 2012 een woning met een huur onder de liberalisatiegrens van 664,66 euro per maand. Van de huishoudens in dit segment huurt 82 procent een woning van een woningcorporatie, 18 procent huurt van particulieren. De gemiddelde bruto woonuitgaven (huur na verrekening van de huurtoeslag) van deze laatste woningen zijn, ondanks een hogere WOZ-waarde, gemiddeld 30 euro per maand lager dan van een corporatiewoning. Ruim 335 duizend huishoudens huren een woning in de vrije sector. Zij hebben met 850 euro per maand gemiddeld de hoogste woonlasten. Ook vergeleken met kopers zijn zij het duurst uit. Kopers wonen gemiddeld in een duurder huis maar betalen daar gemiddeld 80 euro per maand minder voor.
Woononderzoek Nederland 2012
Het Woononderzoek Nederland is een enquêteonderzoek. Doel van het onderzoek is het periodiek verzamelen van statistische informatie over de huisvestingssituatie (de woning en woonomgeving) van huishoudens, inclusief de woonuitgaven. De enquête is gehouden van september 2011 tot en met mei 2012. De peildatum voor de gegevens is 1 januari 2012.
Dit onderzoek is een samenwerking tussen het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties (BZK) en het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
Op 11 april 2013 presenteert BZK gelijktijdig met het WoON-congres een uitgebreide publicatie waarin de recente ontwikkelingen op de Nederlandse woningmarkt op basis van het WoON2012 en de vergelijking met het WoON 2006 en 2009 worden beschreven.
Cover: ‘Thumb_onderzoek_0_667px’