Een terugblik op vijftien jaar zelfsturing in de dorpen van de Peel en Maas
Hoe het begon
De Noord-Limburgse gemeente Peel en Maas telt elf kernen met in totaal 43.000 inwoners. De gemeente is in 2010 ontstaan door een fusie van de voormalige gemeenten Helden, Kessel, Maasbree en Meijel. Halverwege de jaren negentig constateerden de Peelgemeenten dat de leefbaarheid in de kleine Peelkernen sterk onder druk stond. Voorzieningen verdwenen geleidelijk uit de dorpskernen. Onder de noemer ‘Peelproject’ werd met 40 kleinschalige uitvoeringsprojecten beoogd de pijn te verzachten voor de groepen die hierdoor het meest in de knel kwamen, zoals ouderen, jongeren en agrariërs. Burgers werden gezien als doelgroep en voorwerp van beleid.
De geboorte van de ‘Gouden Driehoek’
Tegelijkertijd ontstond het besef bij de gemeente, maatschappelijke organisaties en inwoners dat de tot dan toe gekozen werkwijze, waarbij voor elk maatschappelijk probleem of ontwikkeling een beleidscategorie werd gemaakt, niet langer de oplossing was. Het moest anders. Geleidelijk vormden de gemeente, maatschappelijke organisaties en bewoners de ‘Gouden Driehoek’, wat resulteerde in de Ontwikkelvisie van de gemeente Helden in 2000. In deze visie werd voor het eerst het idee van zelfsturing gepresenteerd als kernwaarde voor beleid en handelen door gemeente en gemeenschappen. De betekenis van burgerschap verschoof vanaf 2000 meer en meer in de richting van ‘actief creëren’ en ‘bouwen aan de leefbaarheid in de eigen dorpsgemeenschappen’. Vanaf 2000 ontstond een dynamiek in alle dorpskernen waarbij inwoners met elkaar in gesprek gingen over de leefbaarheid in hun eigen dorp op basis van een door hen zelf opgestelde agenda.
Van zelfsturing 1.0 naar 3.0
Vanaf 2000 gingen de dorpsgemeenschappen in Peel en Maas aan de slag met het opstellen van leefbaarheidsagenda’s en dorpsontwikkelingsvisies. Deze eerste fase van dorpsontwikkelingsvisies was vooral gericht op fysieke projecten, zoals de bouw of verbouwing van een gemeenschapshuis of de inrichting van de dorpskern (zelfsturing 1.0). Spoedig kwam hier de aandacht voor sociale ontwikkelingen bij, zoals de voorzieningen van ouderen of het welzijn van alle inwoners (zelfsturing 2.0). De laatste jaren is er steeds meer aandacht voor de mentale staat en vragen als hoe groeien kinderen en jeugd op in ons dorp? En hoe leven en wonen generaties samen? (zelfsturing 3.0).
Gerealiseerde voorzieningen in de kernen
Grashoek nam als eerste dorpskern het initiatief om een dorpsontwikkelingsvisie op te stellen. Nadat een aantal werkgroepen van verschillende leeftijdsgroepen bespraken hoe zij het dorp naar de toekomst toe leefbaar wilden houden, ging het hard. Er werden diverse voorzieningen door inwoners gerealiseerd: een dorpsdagvoorziening, een eetpunt, een kleine bibliotheekvoorziening, dorpsvervoer en een informatieloket voor inwoners. In Beringe leidde het inzicht ‘Samen sterk’; het bundelen van kennis en capaciteit voor de ontwikkeling en beheer van gebouwen, tot de oprichting van de dorpscoöperatie Steingood in 2013. In Kessel realiseerde een projectteam van bewoners de restauratie en herbestemming van Kasteel de Keverberg.
Bewoners aan de slag met de renovatie / herbestemming van kasteel de Keverberg
Betekenis begrip zelfsturing
De term zelfsturing duikt voor het eerst op in de Ontwikkelvisie 2000, maar de meest gebruikte omschrijving komt uit de kadervisie Leven uit 2008: “Zelfsturing houdt in dat de overheid en maatschappelijke partners ruimte geven op het openbare terrein aan gemeenschappen (dorpen en kernen) en kleine maatschappelijke verbanden zoals verenigingen, gezinnen, individuen om zelf verantwoordelijkheid te nemen voor de kwaliteit van hun eigen leven en leefomgeving”. In 2010 kreeg het principe van zelfsturing een centrale plaats in het coalitieprogramma van Peel en Maas. “De elf kernen van Peel en Maas geven zelf richting aan hun ontwikkeling en worden hierbij gefaciliteerd door maatschappelijke partners en de gemeente.” De nadruk komt meer en meer te liggen op het collectief en de gemeenschap en op de relationele praktijken die burgers met elkaar aangaan in het vorm en inhoud geven aan de leefbaarheid in hun eigen omgeving.
Verschuivende verhoudingen
Eind jaren negentig zetten gemeenten sterk in op interactief beleid en zien de burgers vooral als mede-vormgevers van gemeentelijk beleid. Maar de gemeenten zelf, bleven de beslissende actoren in het speelveld van burgers en overheid. De rol van de burger bleef beperkt tot meedenken, meebeslissen en meedoen. Rond de eeuwwisseling dringt bij de gemeente het besef door dat inwoners een eigen verantwoordelijkheid hebben ten aanzien van leefbaarheid in hun dorpskernen. De rol van de overheid verschuift van het verlenen van inspraak naar het voeren van dialoog. De veranderende rol van de overheid komt ook tot uitdrukking in het tonen van respect voor de initiatieven uit het dorp en deze dorpsbewoners te benaderen als gelijkwaardige gesprekspartner.
Succesfactoren voor zelfsturing
Zelfsturing ontstaat dus niet spontaan op het dorpsplein, maar vraagt om ‘een gecultiveerde aanpak met zorg en geduld’. De meeste initiatieven ontsproten uit de door de overheid gefinancierde bewonersenquête of overlegstructuur, zoals het dorpsoverleg. De meeste inwoners van Peel en Maas oordelen positief over zelfsturing en de uitnodigende houding van de gemeente op het gebied van burgerparticipatie. Voor veel bewoners in de Peel en Maas heeft het iets vanzelfsprekends. Het van origine zelfredzame karakter van de bewoners ligt mede ten grondslag aan het succes van zelfsturing in de elf kernen. “Ik kom uit een boerenstreek en daar deden de mensen heel veel dingen samen, dat was vroeger heel normaal. We zijn gewend onze eigen boontjes te doppen”, aldus een bewoner.
De belangrijkste randvoorwaarde voor het slagen van het zelfsturingsconcept in Peel en Maas lijkt echter te liggen in de opstelling van de gemeente. Zo wordt in de leefbaarheidsrapportage van Koningslust uit 2007 opgemerkt: “De gemeente moet ook daadwerkelijk laten zien dat ze dit beleid wil uitvoeren door faciliteiten beschikbaar te stellen.” Ook werkt het demotiverend als de gemeente de controle overneemt of omgekeerd geen blijk geeft van belangstelling voor de inzet en activiteiten van inwoners. Zeggenschap en serieus genomen worden zijn kritische succesfactoren voor inwoners om zich in te zetten voor de eigen woon- en leefomgeving.
Blik op de toekomst
De kans van slagen van het zelfsturingsconcept wordt sterk beïnvloed door de bestuurscultuur van de lokale politiek. Het coalitieakkoord 2014 – 2018 vat de nieuwe bestuurscultuur samen in 5 B’s: besturen in dialoog met de samenleving, besturen in partnerschap, besturen met creativiteit, besturen vanuit een open geest en besturen vanuit een lerende houding. Het besef dringt door dat het loont om te kiezen voor toewijding aan de plek waar je als inwoner woont, werkt en leeft. Immers, daar vindt het leven plaats en niet in de arena van de gemeente.
Dit item verscheen eerder op Platfrom31.
Cover: ‘cuijk centrum’