Persoonlijk Van hergebruikte bouwmaterialen tot schone stroom: steeds meer gemeenten hebben ambities voor circulaire gebiedsontwikkeling. Volgens voorlopers John Nederstigt (wethouder Haarlemmermeer) en Coert Zachariasse (eigenaar Delta Development Group) moet de overheid de markt veel meer uitdagen om circulaire projecten van de grond te krijgen.
“Een toekomstbestendige wijk, innovatief en circulair, waar bewoners betrokken en verantwoordelijk zijn”. Dat is hoe de gemeente Haarlemmermeer het Lincolnpark, een toekomstige uitbreidingswijk, aanprijst. De gemeente heeft stevige ambities voor duurzaamheid, licht wethouder John Nederstigt (nummer dertig in de Duurzame Top 100 van dagblad Trouw) toe. “Vanwege het Parijse klimaatakkoord is het van belang om op zoveel mogelijk vlakken onze CO2-uitstoot te verminderen. Dat betekent meer opwekking van schone energie en hergebruik van grondstoffen. We willen in onze hele gemeente reststromen hergebruiken. Met Lincolnpark willen we meteen een goed begin maken.”
‘John Nederstigt’
John
Nederstigt, wethouder Haarlemmermeer. Foto: Renata Jansen Fotografie.
Volgens Nederstigt loopt Nederland voorop met circulariteit. “Technisch kunnen we al heel erg veel. En we hebben een compact land waar afstanden kort zijn. Hierdoor kunnen materialen op afzienbare afstand van de plek waar ze 'gewonnen' worden, ook weer verwerkt worden voor nieuwe producten of energie. Ik zie ook dat producenten meer moeite doen voor hergebruik van materialen en afvalstromen.” De wethouder vindt dat circulariteit bij gemeenten duidelijk op de agenda staat, ook al zijn er nog stappen te maken. “De verwerking van materialen voor hergebruik vindt voornamelijk plaats via fossiele brandstoffen. Als we dat kunnen verduurzamen, is dat echt een stap vooruit.”
Risico van snelheid
Coert Zachariasse, eigenaar
van Delta Development Group, vindt dat de 'hele bouwkolom' nog behoorlijk
traditioneel opereert. Hij kan het weten, want Zachariasse is specialist in
cradle-to-cradle-vastgoed en drijvende kracht achter het duurzame
kantorengebied Park 2020 in Haarlemmermeer. “Rond 2010 begonnen wij de
cradle-to-cradle-filosofie toe te passen. Daar wilden we heel ver in gaan. We
keken ook naar gezondheid en sociale omstandigheden. Wat wij deden was toen
heel erg nieuw. En midden in de crisis was ook bereidheid om te
experimenteren.”
Volgens Zachariasse is de situatie acht jaar later anders. “Wij zijn destijds met zowel aannemers als leveranciers langdurige partnerships aangegaan. Maar nu er weer heel veel gebouwd wordt, is de neiging toch om voor snel gewin te gaan.” Nederstigt herkent die druk om snelheid te maken. “In Haarlemmermeer zitten mensen te springen om woningen, maar we moeten niet de fout maken zomaar te bouwen en daarmee onze ambities te laten varen. We hebben tijd nodig om de circulaire wijk die Lincolnpark moet worden, vorm te geven.”
Businessmodel
Volgens
Zachariasse is de experimenteerfase, zoals in Park 2020 (waarbij overigens de
markt het voortouw nam), voorbij. Er bestaat bij veel partijen de wil om de
volgende stap te zetten, namelijk door op gebiedsniveau circulaire projecten
van de grond te krijgen. “Essentieel daarbij is het businessmodel. Daar zit een
lastig punt, met name voor vastgoed dat minstens vijftig jaar blijft staan. Is
er dan nog wel behoefte aan die materialen? Dat maakt het bijzonder ingewikkeld
om niet alleen kringlopen te sluiten, maar ook de businesscase sluitend te
krijgen.” Gelukkig zijn er ook goede voorbeelden. “Zo sloten wij een deal met
Mitsubishi voor verticaal transport. Het bedrijf houdt de liften, en dus ook de
materialen, in bezit, en onderhoudt deze.”
‘Zachariasse’
Coert
Zachariasse, eigenaar Delta Development Group. Foto: Paula Smith
Overheidsdruk
Zachariasse vindt dat de
overheid meer druk op de markt moet uitoefenen om meer circulaire projecten van
de grond te krijgen. Dat kan zowel door te stimuleren (bijvoorbeeld door het
definiëren van circulaire uitvragen aan de markt) als door strengere wet- en
regelgeving. “Als een gemeente zoals Haarlemmermeer meer druk op de markt zet,
dan moeten marktpartijen en overheid met elkaar in dialoog over wat haalbaar
is. Dan komen kwesties zoals die van sluitende businesscases aan bod.”
Zachariasse benadrukt dat het om een breder verhaal gaat dan alleen de bouw.
“Het gaat ook om energie en afval. En juist omdat het om een integrale opgave
gaat, is de overheid de meest logische partij om een verbindende rol op te
pakken.”
Ook Nederstigt denkt dat overheden 'met de juiste uitvraag' de ambities voor circulaire projecten mogelijk maken. “Daar hebben we ook marktpartijen bij nodig. Maar wij worden als gemeente wel beperkt in hoe wij die samenwerking met de markt vorm kunnen geven. Wet- en regelgeving maken het nu bijvoorbeeld niet mogelijk om circulariteit in een wijk als Lincolnpark af te dwingen. Daarnaast kunnen wij niet zomaar selecteren op partijen waarvan wij denken dat die de opgave van circulariteit het beste uitvoeren. Het bouwbesluit en de aanbestedingsregels zitten ons in de weg.” De wethouder verwacht niettemin dat de marktpartijen die zich inschrijven voor de Lincolnpark-tender, de lat hoog leggen. “Ik ga er bijvoorbeeld vanuit dat het percentage bestaande materialen voor de bouw van de wijk al snel rond de tachtig procent ligt. Na de selectie van de marktpartijen moeten we, overheid en markt, samen werken om onze ambities in praktijk te brengen.”
Netwerkregisseur
Ook al is de gemeente
Haarlemmermeer beperkt in wat zij kan afdwingen op de markt, de ambities zijn
in ieder geval helder. Zachariasse merkt dat dit op veel plekken in Nederland
nog niet het geval is. “Er zijn veel vragen over wat circulariteit precies is
en hoever je daarin moet of kan gaan. Is hergebruik van beton voldoende, of is
er veel meer nodig?” De duurzame ontwikkelaar pleit ervoor dat daar duidelijke
definities en richtlijnen voor komen. Nederstigt deelt die mening: “Het is mooi
als bijvoorbeeld vanuit het Rijk een duidelijkere visie komt over hoe actoren
aan circulaire projecten kunnen samenwerken.” Ook hoopt hij dat er een
nationale netwerkregisseur of een online platform komt, waardoor kennis actief
verzameld en gedeeld kan worden. “Veel gemeenten zijn al aan de slag met
circulariteit, maar iedereen is zelf het wiel opnieuw aan het uitvinden. Het is
zonde als ervaringen niet uitgewisseld worden.”
Cover: Park2020. Foto: Sander van Torren
Begin 2018 verschijnt via de praktijkleerstoel Gebiedsontwikkeling de publicatie ‘Doe de tienkamp voor duurzame gebiedsontwikkeling’, met daarin een hoofdstuk over circulariteit. De publicatie is een actualisatie van de handreiking ‘Doe de tienkamp’, die de praktijkleerstoel in 2011 uitbracht. Met de nieuwe publicatie levert auteur Agnes Franzen inspiratie en bouwstenen aan voor bestuurders en professionals van publieke en private partijen.
Dit artikel is afkomstig uit de wintereditie van Gebiedsontwikkeling.krant 2019
Cover: ‘bluewater park2020’