Opinie Relatief kleine steden, omgeven door groene gebieden en water, naast de gangbare ‘droge’ infrastructuur. Dat kenmerkt Nederland. Internationaal benijdt men ons. Kunnen wij die basisstructuur behouden, ook in de stedelijke regio’s waar de druk om verder te verstedelijken toeneemt? Ja, dat kan, als we het geraffineerd aanpakken. Mijn ervaring leert dat die waardevolle groene gebieden in de buurt van steden alleen groen kunnen blijven als aan drie voorwaarden wordt voldaan.
Het zit anders!
In de eerste plaats gaat het uiteraard om visie, ambitie en planologisch beleid. Het aanwijzen van ‘groene contouren’ is in dit verband aan te raden; het dwingt om goed na te denken over welke gebieden we op de lange termijn echt van verstedelijking willen vrijwaren. En let daarbij op de derde dimensie. Alle grote steden beraden zich op de mogelijkheid van hoogbouw. De stevige discussie over de wolkenkrabber-plannen voor de Sluisbuurt in Amsterdam gaat ook over de enorme uitstraling (zichtbaarheid) in de wijde, groene omgeving. Het politiek bestuur kan structuurvisies, bestemmingsplannen en Nationale Landschappen wijzigen.
Daarom gaat de tweede randvoorwaarde over continuïteit: ‘robuust groen’ steunt op een solide en vitaal feitelijk gebruik. Dat kan door duurzame agrarische exploitatie. Of door een natuur- en recreatiefunctie waarbij eigendom en beheer in handen zijn van natuurorganisaties of recreatieschappen. Zorgboerderijen, streekeigen-productie, combinaties van boeren, natuurbeheer en recreatie: allemaal prima. Als het maar niet tot gepriegel in de marge beperkt blijft. De onopgeloste mega-problematiek van wegzakkende veenweidegebieden verzwakt bijvoorbeeld de weerbaarheid van de groene functie.
Het derde element van de heilige drie-eenheid van robuust groen gaat over de mate waarin het groen leeft bij bewoners en andere betrokkenen in het gebied. Komen zij actief in het geweer als verstedelijking dreigt? Een obscuur groepje prikkebenen redt het niet. Wel een brede beweging, met een neus voor netwerken, publiciteit en (politieke) beïnvloeding. Wat werkt niet? Het Groene Hart is een voorbeeld van een veel te groot, amorf gebied dat voornamelijk in de hoofden van bestuurders en ambtenaren bestaansrecht heeft. Beleidsdiarree over ‘Metropolitane parken’ zet evenmin zoden aan de dijk. Deel het Groene Hart op in herkenbare eenheden die echt waardevol zijn en investeer daar in: kleiner maar krachtiger. Ook stadskabouters die elke verstedelijking ‘in de wei’ afwijzen - fans van de ‘rode contouren’ – zijn niet effectief. Hun dogmatische benadering maakt hen tot losers: alles overal tegenhouden lukt niet.
Bron: ROmagazine, juni 2017
Cover: ‘Bodegraven’