Analyse Vrij Nederland zocht eind augustus uit hoe de sociale huurmarkt kon veranderen in een voorziening voor de minst vermogenden én wat nodig is om de sociale huurmarkt weer deel te laten zijn van een gezonde stedelijke woningmarkt.
Hoewel sociale woningbouw is opgericht voor de brede arbeiders-middenklasse, worden sociale huurwoningen tegenwoordig gezien als voorziening voor een kleine groep kwetsbare mensen. Het draagvlak in de samenleving neemt daardoor af. “Door de landelijke overheid wordt sociale huur steeds meer neergezet als iets voor niet-hardwerkende Nederlanders”, stelt Wouter van Gent, universitair docent sociale geografie aan de Universiteit van Amsterdam.
Middensegment bedienen
Tegelijkertijd zorgde politiek beleid voor een groei van de koopsector en de private woningmarkt. Die focus op de private woningmarkt zorgt nu voor marktfalen in de grote steden. Van Gent: “Huren in de vrije sector in de stad is voor veel mensen te duur. Mensen met een laag inkomen die toch in de stad studeren en werken, zijn steeds meer aangewezen op slecht onderhouden kamers en kleine studiootjes.”
Corporaties kunnen een oplossing vormen voor dit probleem, denkt strateeg en huurbeleidsmaker Pepijn Bakker van de Amsterdamse woningcorporatie Rochdale. “Voor de middeninkomens heeft de vrije markt geen oplossing. Het wachten is op het moment dat ook het huidige rechtse kabinet hier de ernst van inziet en samen gaat werken aan een stad die weer voor iedereen is. Dat kan onder andere door de corporaties weer het middensegment te laten bedienen, dus met woningen met huren tussen de 720 en 1000 euro.”
Cover: Flickr public domain
Lees de hele analyse op Vrij Nederland
Cover: ‘Sociale huurwoningen Amsterdam sloterdijk Flickr’ door CorporatieNL (bron: Flickr) onder CC BY 2.0, uitsnede van origineel