Opinie Om de grote ruimtelijke opgaven in Nederland voortvarend aan te pakken is het volgens gebiedsontwikkelaar Geurt van Randeraat noodzakelijk om de ruimtelijke ordening integraal te organiseren. Hij benoemt zeven veranderingen waardoor dit mogelijk is. “We hebben een aanpak nodig die gebiedsgericht in één klap een breed scala aan landelijke problemen oplost.”
Het Planbureau voor de Leefomgeving concludeerde begin deze maand na een analyse van zes partijprogramma’s dat de thema’s mobiliteit en bereikbaarheid, klimaat en energie, landbouw, voedsel en natuur en de woningmarkt nog maar slecht met elkaar integreren. De vraag is wat hiervan de oorzaken zijn en hoe dit beter kan.
Met het opheffen van het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM) in 2010 is alles wat ruimtelijk neerslaat in een verkokerd bureaucratisch systeem terechtgekomen. Verschillende beleidsvelden werken elkaar tegen. Energie en wonen vechten om dezelfde ruimte en er zijn woningbouwlocaties gepland op de laagste en natste plekken van het land waar vanuit klimaatoptiek andere beslissingen wenselijk zijn. Weerstand, eindeloos getouwtrek en vertraging zijn het gevolg. Ofwel: de ruimtelijke ordening loopt vast.
De gevolgen zijn inmiddels duidelijk zichtbaar. Er is sprake van een enorm woningtekort, we halen de klimaatdoelen niet en het stikstofprobleem blijft een probleem. Gemeenten komen er onderling niet uit om plekken te vinden voor hernieuwbare energie. En boeren roeren zich in de discussie omdat hun landbouwgrond als eerste aan de beurt komt om een plek te vinden voor al die verschillende ruimteclaims.
Dit schreeuwt om een integrale aanpak, waarbij verschillende thema’s samenkomen. Maar integraal wordt te snel gezien als te moeilijk en is dus impopulair. Keuzes gaan dwars door de bureaucratische kokers heen. Ga er maar aan staan. Toch wil ik een poging doen:
1 - Stel een ‘minister van Ruimte’ aan
In de breed gesteunde Actieagenda Wonen van begin dit jaar wordt nadrukkelijk gesproken over de noodzaak om meer woningbouwlocaties beschikbaar te krijgen. De ruimte die daarvoor nodig is concurreert met ruimteclaims vanuit werken, energie, nieuwe natuur, water, mobiliteit, landbouw en recreatie. Met de roep om een minister van Wonen (of Bouwen, zoals het ook genoemd wordt) gaan we dit niet oplossen. Die kijkt maar naar één koker: wonen. Combineer vraagstukken, werk gebiedsgericht en laat een minister van Ruimte in het kabinet de doorslaggevende stem hebben over alle besluiten die een ruimtecomponent hebben.
2 - Benoem een aantal cruciale ‘Nieuwe Sleutelgebieden’
De Nationale Omgevingsvisie (NOVI) noemt 14 verstedelijkingsgebieden en 16 herstructureringsgebieden. Deze gebieden bevinden zich vooral in de centra van grotere steden. Verstedelijkingsgebieden richten zich voornamelijk op woningbouwopgaven en mobiliteit, en de herstructureringsgebieden richten zich op een brede achterstandsproblematiek. Hier moeten geld en aandacht naartoe. Maar er is meer nodig: een aanpak die gebiedsgericht in één klap een breed scala aan landelijke problemen oplost zoals energiestrategie, bodemdaling, biodiversiteit, stikstof, landbouwtransitie, bedrijfslocaties en woningbouw.
De NOVI suggereert acht zogenaamde NOVI-gebieden, waarvan er drie definitief door de minister zijn benoemd. Het karakter van deze NOVI-gebieden is echter volkomen onduidelijk. Er wordt slechts gesteld dat het ‘belangrijke gebieden’ zijn, maar in lang niet alle locaties speelt deze meervoudige problematiek. De Peel in Noord-Brabant lijkt een one-issue keuze met betrekking tot stikstof, voor Zwolle concludeert men zelf al de overlap met de bestaande regiodeal en de keuze voor Zuid-Limburg en de Zeeuws-Vlaamse Kanaalzone lijkt vooral ingegeven vanuit het argument van geografische spreiding. Bovendien mist er door de vaagheid van de opgaven een investeringsanalyse en een bijhorende pot geld.
Waarom grijpt het Rijk niet terug naar de uitvoeringskracht en helderheid van de Sleutelprojecten (pdf) uit de Vierde Nota over de ruimtelijke ordening? Als de systematiek van de Sleutelprojecten wordt gekoppeld aan integrale gebiedsopgaven, is er sprake van een game changer. Ik pleit daarom voor een aantal Nieuwe Sleutelgebieden waar het Rijk de regie moet pakken. Zo komen we tot een integraal ruimtelijk en programmatisch perspectief, met oplossingen voor meerdere opgaven tegelijk én met een integrale zak geld.
Ik noem een aantal logische keuzes: niet heel het Groene Hart, maar de veenweidezone tussen Abcoude en IJsselstein, omdat daar bodemdaling, landbouwtransitie, energie, bedrijfsterreinen en woningbouw bij elkaar komen. Noord-Holland Noord en de Flevopolder, omdat daar grote kansen liggen voor toevoeging van nieuwe woonlocaties langs bestaande ov-lijnen, landbouwtransitie, bodemdaling, biodiversiteit, energie en wateropgaven. En de Veluwe, omdat hier landbouwtransitie nodig is, er sprake is van een enorme stikstofopgave en omdat we hier nieuwe natuur kunnen realiseren. Op de kromme lijn tussen Arnhem-Amersfoort-Zwolle is er langs bestaande ov-lijnen verstedelijking mogelijk.
3 – Stop sectorale subsidies en werk met geïntegreerde investeringsfondsen
Bij een integrale opgave vraag je niet: ‘zoek een plek voor windmolens’, maar stel je een complete vraag. Een vraag die leidt tot meer creativiteit, tot verbinden van geldstromen en oplossingen die meer dan één probleem tegelijk aanpakken. Ieder beleidsterrein heeft nu z’n eigen subsidiepotje. Dat is ontoereikend om de samenhangende problematiek op te lossen. Stop dus met losstaande subsidieprogramma’s zoals Woningbouwimpuls, Volkshuisvestingsfonds, Groeifonds, Landbouwtransitie, Bosstrategie en de vele provinciale subsidies. Voeg het merendeel van deze subsidiepotten samen in gebiedsgerichte, geïntegreerde fondsen voor de 14 Verstedelijkingsgebieden, de 16 Herstructureringsgebieden en de Nieuwe Sleutelgebieden. Dit leidt tot meer financiële kracht, meer mogelijkheid om ook private investeringen aan te trekken en meer kans op synergie.
4 - Zet ondernemerskracht in met brede privaat-publieke allianties
De organisatie van de ruimtelijke ordening in Nederland is veel te veel een bureaucratie. Het bedenken van beleidsvisies en inrichtingsprincipes is vrijwel volledig een overheidsaangelegenheid. Ondernemende mensen worden nauwelijks of vaak te laat betrokken bij grote vraagstukken. Zonde, want de kracht van slimme, lokale en creatieve ondernemers blijft dan onbenut. Ik pleit voor brede privaat-publieke samenwerkingen met duidelijke doelen en concrete investeringsafspraken. Betrek Nederlandse, getalenteerde ontwerpers die plannen bedenken met synergie en die de ruimtelijk puzzel wél kunnen oplossen. Pak als Rijk de regierol op deze brede samenwerkingen.
5 - Ontwikkel een
verleidelijk perspectief voor de landbouwsector
Iedereen vecht om het gebruik van landbouwgronden. De landbouw zelf dient stevig te worden veranderd ten behoeve van klimaatdoelen, maar de grootste angstgegner voor politiek Den Haag is de boze boer die zich niet serieus genomen voelt. De landbouw is dus cruciaal voor het oplossen van de grote ruimtelijke ordeningsvragen en woningtekorten. Daarom zal een nieuwe minister zich hier echt op moeten richten. Stel innovatie in de landbouw en voedselsector als nationaal prioritair programma. Creëer daar een groeifonds voor. Bied de agrarische sector perspectief, maar geef keihard mee dat de toekomst van landbouw en voedsel een duurzame, circulaire, diervriendelijke en biologische is. Stel concrete doelen op om binnen afzienbare tijd deze transitie op gang te krijgen. Zo creëren we een verleidelijk en realistisch toekomstperspectief voor Sleutelgebieden als Noordoost Groningen, Midden-Brabant en het Veenweidegebied van de Randstad.
6 - Zet het klimaatprobleem in als aanjager voor innovaties
Stop per direct met het huidige systeem van Regionale Energie Strategieën (RES). Ook hier wordt de vraag te eenzijdig gesteld. Maak rigoureuze keuzes ten gunste van het klimaat en daarmee samenhangende problemen. Maak van het Groene Hart het Blauwe Hart. Laat de dalende veenweidegebieden voor een groot deel ‘vernatten’. Creëer nieuwe plassen en een landschap van petgaten en legakkers (zoals Loosdrecht, Vinkeveen en Nieuwkoop). Laat hier een variëteit aan groen, gras, bos, recreatiewoningen, duurzame voedselproductie, innovaties met algen, eiwit-farms en viskweek ontstaan. Maak hiervan een ‘Nationaal Grand Project’, positief en in samenwerking met de agrariërs in het gebied. Geef ondernemers de ruimte om met voorstellen te komen, zolang men maar met integrale oplossingen komt die op meerdere urgente vraagstukken tegelijk antwoord geeft.
7 - Gebruik nieuwe woningbouwlocaties als katalysator
Maak in een aantal Nieuwe Sleutelgebieden grootschalige woningbouw onderdeel van de opgave. In Noord-Holland Noord kunnen langs het openbaar-vervoernetwerk meerdere nieuwe dorpen en steden ontstaan. Net als in Almere, Lelystad en locaties rond de Veluwe langs het ov-netwerk tussen Arnhem, Amersfoort en Zwolle. Geef een klap op een aantal grote woningbouwlocaties die al veel te lang onderwerp van discussie zijn, zoals de Rijnenburgpolder bij Utrecht en Vathorst West in Amersfoort.
Maar ook hier: doe dit onder de harde voorwaarde dat de private partijen met een integraal totaalbod komen: een plan inclusief ov-verbinding, klimaatadaptatie en energietransitie. Stel daar als lokale overheid geen aanvullende eisen bovenop. Participeer als overheid niet in de grondexploitatie, maar stel eventuele overheidsgrondeigendommen tegen agrarische waarde ter beschikking en zorg voor voldoende ambtelijke capaciteit voor de procedures.
Het nieuwe kabinet zal echt uit een ander vaatje moeten tappen. Met meer visie en lef, want de bestaande verkokering is nu té goed georganiseerd. Doen we niks, dan brokkelt de kwaliteit van de ons zo geroemde ruimtelijke ordening langzaam verder af.
Wilt u reageren op dit artikel of een gastbijdrage voor Gebiedsontwikkeling.nu schrijven over een ander onderwerp? Bekijk dan hier de mogelijkheden.
Cover: ‘Het Groene Hart’ door Peter van Haastrecht (bron: Shutterstock)