Een nestkast in de stad door Evgenyrychko (bron: Shutterstock)

Zo krijgt Utrecht Merwede evenveel woningen voor mensen als dieren

18 februari 2022

6 minuten

Casus Gebiedsontwikkeling voor dieren. Dat is wat er in een notendop gebeurt in Utrecht Merwede, waar ontwikkelaars zich niet alleen druk maken om de nieuwe bewoners, maar ook de Big Five van planten en dieren. Ingrid Sloots (Nest Architect voor de Dieren) legt samen met de Utrechtse stadsecoloog Gideon Vreeman uit hoe en waarom dit lukt.

De stad Utrecht is de sterkst groeiende stad van Nederland. De gemeente wil dat op een gezonde manier doen door (binnenstedelijk) verdichten en vergroenen met gelijke tred op te laten gaan. Neem de nieuwe stadswijk Merwede, goed voor 6000 woningen voor 12.000 bewoners. Hoe zorg je ervoor dat de ambities van een natuurinclusieve stad een volwaardige vertaling krijgt in het inrichtingsplan? En hoe krijg je hiervoor draagvlak bij de partijen?

Big Five

Groen speelt een hoofdrol in de ontwikkeling van de wijk Merwede. De wijk wordt autoluw ingericht, en zowel voor daken als binnentuinen wordt een minimaal oppervlakte aan groen vereist. Maar een groen plan staat niet gelijk aan een natuurinclusief plan, weet stadsecoloog Gideon Vreeman. “Zoals vaker zijn de ecologische ambities aan de beginfase van een project behoorlijk hoog. Iedereen is welwillend. Maar de consequenties van zulke ambities zijn veelal onduidelijk en een mogelijk risico voor het wel of niet behalen van de ecologische doelstelling.”

Stedenbouwkundigplan Merwede door OKRA Landschapsarchitecten (bron: OKRA Landschapsarchitecten)

‘Stedenbouwkundigplan Merwede’ (bron: OKRA Landschapsarchitecten)


Vreeman: “Voor Merwede heb ik, voor het Topsectorproject Succesvol Implementeren Groene Stadsontwikkeling, in samenwerking met Robbert Snep (senior onderzoeker groene steden bij Wageningen University & Research - red.) de algemene ecologische ambities vertaald naar een ‘natuurbeleving’ per planonderdeel. Op die manier hebben we ontwerpers, ontwikkelaars en architecten meegenomen in een ecologische visualisatie van de ambities: wat wil je als toekomstige bewoner beleven aan natuur? Welke soorten planten en dieren wil je daarbij tegen het lijf lopen? Zo zijn we gezamenlijk gekomen tot een ‘Big Five’ van doelsoorten voor Merwede.”

Volwaardig belang

Deze big five bestaat uit vleermuizen, gierzwaluwen, kleine zangvogels (zoals huismussen), egels en insecten (bijen en vlinders). “Samen met de natuurbeleving hebben we de uitgangspunten per doelsoort opgenomen in een natuurbelevingstabel. Deze tabel helpt de ontwerpers om ecologie in de plannen op te nemen. In het stedenbouwkundig plan en ontwerp openbare ruimte zijn de hoofdpunten alvergenomen.”

De huismus heeft neststenen in de gevel nodig, maar kan ook niet zonder kruidenrijke begroeiing op daken

“Nu volgen de ontwerpen van de publiek toegankelijke binnentuinen. Hierin staat zowel op wijk- als op lokaal niveau welke maatregelen nodig zijn om daadwerkelijk een leefgebied te kunnen zijn voor de doelsoorten. Die maatregelen gaan over de vijf V's: voedsel, verblijfplaatsen, veiligheid, verbonden en variatie. Zo maak je inzichtelijk dat op lokaal niveau het creëren van plekken met nectar voor vlinders meestal geen probleem is, maar je voor de brandnetel als waardplant (een plant waar een diersoort eitjes legt en die meteen als voedsel dient voor nakomelingen - red.) al snel verder moet kijken naar beschikbare bermen in de wijk.”

“Ook maak je met zo’n tabel inzichtelijk dat het leefgebied van soorten planonderdeel-overstijgend is: de huismus heeft weliswaar neststenen in de gevel van gebouwen nodig, maar kan niet zonder elementen als kruidenrijke begroeiing op daken en dekking in de nabijheid daarvan via openbare ruimte, binnentuinen en gevels. En bovendien: door zowel de kwalitatieve als de kwantitatieve eisen voor de ‘big five’ concreet te maken, vormt ecologie een volwaardig belang in de afweging tussen de vele belangen die spelen in de inrichting van de stedelijke omgeving.”

Eetbare producten

In Merwede geldt de doelstelling dat er net zoveel verblijven voor dieren gerealiseerd worden als woningen voor mensen: 6000 woningen voor beiden dus. Er komt een robuuste, gevarieerde en gelaagde beplanting met verschillende soorten en groottes, waarbij natuurbeleving voor bewoners en bezoekers vooropstaat.

PvE BIG5 door Jennifer de Jongen (bron: Nest architect voor de dieren)

‘PvE BIG5’ door Jennifer de Jongen (bron: Nest architect voor de dieren)


Bij de keuze voor beplanting is daarnaast de ecologische waarde leidend, om zo een leefgebied te maken voor de big five van Merwede. De beplanting krijgt een meerwaarde door aandacht voor soorten die ‘eetbare’ producten hebben voor mens en dier, zoals noten, zaden, bessen en vruchten.

Groene stapstenen

Op basis van de richtlijnen voor de Merwede Big Five van stadsecoloog Vreeman ontwikkelde het team van Nest als architect voor de dieren combinaties van natuurinclusieve maatregelen. Die kunnen als ‘biotoop op de gevel’ dienen. Zo ontstaat met een beperkt grondoppervlak op verschillende plekken in de wijk een compleet systeem van verblijven voor dieren, groen als voedsel, beschutting en andere randvoorwaarden.

Er komt bijvoorbeeld een groene gevel met een hoge ecologische waarde die als stapsteen kan dienen voor dieren in de wijk. Zo’n stapsteen verbindt de verschillende groenstructuren en het omliggende water met elkaar. Door de aanwezigheid van meerdere complete biotopen in de wijk, kunnen dieren gemakkelijker hun plek en hun weg vinden en krijgen populaties zo volop de kans om te groeien.

Tegen een stootje

Om te zorgen dat er waarde wordt gecreëerd voor mens en dier, is natuurinclusief ontwikkelen op gebiedsniveau nodig. Het is hierbij de bedoeling dat alle ontwikkelende partijen samenwerken aan de toepassing van natuurinclusieve maatregelen. Er wordt daarbij per locatie aangegeven welke soorten er een plek moeten kunnen vinden.

De verschillende plannen worden op elkaar afgestemd door een verbindende partij als de stadecoloog of gebiedsmanager. Het is daarom vooral belangrijk dat de ontwikkelende partijen hun plannen vroegtijdig delen en dat de gemeente vooraf hun verwachtingen per locatie deelt. De additionele investering van deze aanpak zit daarmee voornamelijk in de tijdsinvestering die het afstemmen met zich meebrengt.

Bewoners kunnen volop genieten van het groen en gefladder in hun omgeving en daarmee hun stress verlagen

Door het robuuste systeem van groen en de biotopen voor dieren dat ontstaat, zullen zij veel waardevolle natuur om zich heen hebben. Hierdoor wordt de aanpak waardevol voor toekomstige gebouweigenaren, bewoners en bezoekers. Bovendien kan dat systeem tegen een stootje: enerzijds door de diversiteit en het herstellende vermogen, anderzijds doordat het op meerdere plekken goed is toegepast.

Minder hittestress

Maar waarom zou je als ontwikkelende partij willen bijdragen aan zo’n natuurinclusieve gebiedsontwikkeling? Ten eerste omdat de natuur niet alleen voor dieren belangrijk is, maar omdat het ook voor waardevol vastgoed zorgt. Mensen willen graag wonen waar het groen is. Daarnaast kan de natuur een oplossing zijn voor veel van de duurzame opgaves in de gebouwde omgeving, zoals bij klimaatadaptatie en het zorgen voor energiezuinige woningen. Dit zijn opgaves die veelal verplicht zijn vanuit het bouwbesluit of lokaal beleid. Hierbij kan de natuur in plaats van enkel een ‘kostenpost’ juist ook slim toegepast kan worden.

Merwede biotoop axo (de afbeelding is ter illustratie en representeert niet de daadwerkelijke stand van zaken in het project) door OKRA landschapsarchitecten (bron: OKRA landschapsarchitecten)

‘Merwede biotoop axo (de afbeelding is ter illustratie en representeert niet de daadwerkelijke stand van zaken in het project)’ (bron: OKRA landschapsarchitecten)


Bewoners kunnen volop genieten van het groen en gefladder in hun omgeving en daarmee hun stress verlagen. Daarbij zorgt de natuur voor een klimaatbestendige omgeving, waardoor de kans op wateroverlast en droogte verkleind wordt en er minder hitte ervaren wordt in de zomer. Ook de gebouwen worden bij voldoende dak- en gevelgroen extra geïsoleerd.

Voor gebouweigenaren speelt nog een voordeel bij toekomstig onderhoud. De dieren die dit onderhoud stoort, kunnen gebruikmaken van de alternatieve verblijfsplaatsen die in de andere gebouwen aanwezig zijn. Dat scheelt veel werk, geld en tijd in maatregelen rondom de Wet Natuurbescherming. Eigenaren kunnen zo, juist omdat er gekozen is voor zoveel natuur in de ontwikkeling, makkelijker en met minder kosten voldoen aan deze wet.

Vijf tips voor natuurinclusieve gebiedsontwikkeling

  1. Zorg voor coördinatie op gebiedsniveau, zodat de maatregelen van de verschillende ontwikkelingen in het gebied elkaar aanvullen en versterken. Is het niet duidelijk? Vraag om concrete doelstellingen en richtlijnen voor ieder project.
  2. Betrek een (stads)ecoloog en (toekomstig) beheerder in elke fase: ontwerp, uitvoering en beheer.
  3. Neem in het ontwerp specifieke plekken mee waar doelsoorten alles kunnen vinden wat ze nodig hebben, zoals verblijven, voedsel en veiligheid. Zo is de beheeropgave in de toekomst gemakkelijker en daarmee goedkoper.
  4. Vertaal de ecologische doelen als ruimtelijke reserveringen op een (thema)kaart, zodat op integrale wijze inzichtelijk wordt voor de verschillende planonderdelen (zoals binnentuin, gevel, dak en openbare ruimte) wat benodigd is. Zo kan er een goede afweging worden gemaakt in de belangen die spelen en kan dit geborgd worden in de verschillende deelprocessen die spelen binnen een planuitwerking (ontwerp gebouw, ontwerp binnentuin en ontwerp openbare ruimte).
  5. Zet de natuur in als oplossing voor klimaatadaptatie, isolatie en om de leefomgeving voor dieren én mensen te verbeteren.

Wilt u reageren op dit artikel of een gastbijdrage voor Gebiedsontwikkeling.nu schrijven over een ander onderwerp? Bekijk dan hier de mogelijkheden.


Cover: ‘Een nestkast in de stad’ door Evgenyrychko (bron: Shutterstock)


Ingrid Sloots door Ingrid Sloots (bron: Linkedin)

Door Ingrid Sloots

Ingrid Sloots is directeur en adviseur natuurinclusief bouwen bij Nest Natuurinclusief. Zij is tevens Ambassadeur Natuurinclusief Bouwen bij de provincie Zuid-Holland.


Meest recent

Wolkenkrabber in Londen in aanbouw door WD Stock Photos (bron: Shutterstock)

Circulaire gebiedsontwikkeling vraagt om meer dan alleen kringlopen sluiten

Circulair beleid richt zich binnen gebiedsontwikkeling nu nog vooral op het hergebruik van materialen. Dat kan en moet anders, blijkt uit een beleidsanalyse van TU Delft-onderzoekers. “Nu blijft het bouwprogramma onaangepast.”

Onderzoek

20 november 2024

Overstroming in Valkenburg door MyStockVideo (bron: Shutterstock)

Waterproblematiek vergroot de druk op ruimtelijke plannen in Limburg

Na de overstromingen van 2021 staat de verhouding tussen woningbouw en waterveiligheid in Limburg op scherp. Het Limburgse Waterschap wil geen nieuwbouw in gebieden met een hoog overstromingsrisico. De Provincie wil dit niet vooraf uitsluiten.

Onderzoek

19 november 2024

Gemeentehuis Montferland door Apdency (bron: Wikimedia Commons)

Dit is wat het Didam II-arrest betekent voor de praktijk van gebiedsontwikkeling

Meer rechtszekerheid en dus winst voor het vakgebied. Dat is volgens advocaat Manfred Fokkema het gevolg van de tweede uitspraak van de Hoge Raad in de Didamkwestie. Maar dat betekent niet dat de invloed van het arrest zal afnemen.

Uitgelicht
Analyse

18 november 2024