Onderzoek Een buurtplatform is een vorm om de belangen van de buurt duidelijk voor het voetlicht te krijgen bij de gemeente. Maar hoe functioneert een buurtplatform op een goede manier? Menno van der Veen, expert omgevingsparticipatie, geeft op basis van onderzoek tien adviezen.
Hoe zorg je ervoor dat de initiatieven die vanuit de gemeente in gang worden gezet, hun weg vinden naar de buurt? En hoe zorg je ervoor dat de ontwikkelingen, de geldstromen en de programma’s die door de buurt stromen, logisch aansluiten op wat erin de buurt al wordt ondernomen door bewoners en bewonersorganisaties? Menig gemeente stelt buurtplatforms in om die wisselwerking te verbeteren.
Buurtplatforms zijn door de gemeente ondersteunde bewonersgroepen die samen plannen maken voor de leefbaarheid in hun buurt. Zo schrijft de gemeente Cranendonck op haar website: "De mensen voor wie we het allemaal doen, de burgers van Cranendonck, weten vaak zelf heel goed wat er moet gebeuren en hoe. De samenwerking met de buurtplatforms is een manier om vorm te geven aan burgerparticipatie en zo ons werk beter te doen." In gemeente Gooise Meren bestaan naast buurtplatforms ook buurtpreventieverenigingen die zich richten op de veiligheid in een omgeving.
De gemeente Amsterdam kent ook buurtplatforms. In Amsterdam Zuidoost wordt actief geïnvesteerd in het optuigen van organisaties die als buurtplatform functioneren. Dat gaat niet altijd goed, bleek in de G-buurt toen de voorzitter van het platform geld verduisterde. Maar er was meer aan de hand want het platform bleek niet geworteld in de buurt. De vraag was hoe buurtplatforms wél goed kunnen functioneren.
Hoe moet het dan wel?
In 2021 heeft Tertium twaalf interviews afgenomen en tijdens verschillende bijeenkomsten gesproken over participatie, buurtorganisaties, en buurtplatforms. Uit die gesprekken, aangevuld met lessen uit de wetenschappelijke literatuur leiden we af wat succesfactoren zijn voor buurtplatforms waar een buurt beter van wordt. We beschrijven in 10 punten de belangrijkste eigenschappen van een goed functionerend buurtplatform. De citaten zijn afkomstig uit de interviews die we afnamen met actieve bewoners, ambtenaren en ondersteuners.
1: kies een neutrale positie
“Mensen komen naar het buurtplatform met problemen. Die sturen we dan bijvoorbeeld naar de huisarts of we bemiddelen met scholen. Wij stellen ons dan neutraal op, als wij niet weten wat we moeten doen dan zoeken we contact met een ambtenaar bijvoorbeeld als het gaat om leerplicht.”
In een ‘beetje buurt’ bestaan verschillende organisaties met een specifiek doel. Er zijn religieuze stichtingen, initiatieven voor jongeren, mensen met een beperking, sport- en spelverenigingen et cetera. Die verschillende organisaties hebben gemeen dat ze op dezelfde plek actief zijn, en vaak zijn actieve bewoners bij verschillende initiatieven betrokken. Maar de organisaties en initiatieven werken ook vaak langs elkaar heen en zijn soms elkaars concurrent wanneer er subsidies beschikbaar komen.
Een buurtplatform is er om die verschillende groepen te verenigen en te vertegenwoordigen voor specifieke doeleinden. Een buurtplatform kan bijvoorbeeld de verschillende partners vertegenwoordigen wanneer nieuw gemeentelijk beleid komt zodat de buurtgroepen niet tegen elkaar worden uitgespeeld. Een buurtplatform kan bijvoorbeeld via een website, social media of nieuwsbrief de activiteiten van de verschillende groepen aankondigen. Een buurtplatform kan bemiddelen tussen groepen die een conflict hebben. Een buurtplatform kan synergie tussen verschillende groepen bewerken door ze met elkaar in contact te brengen en ze uit de dagen om samen te werken.
Die functies kan een buurtplatform alleen vervullen wanneer het gedragen wordt door de buurt en de groepen het platform zien als de paraplu die hen helpt om een goede plek te vinden en ‘gedoe bij hen weghoudt’.
‘Active diverse multiracial male female audience. Side profile view mixed race multiethnic men and women sitting in row raising up hands to ask coach question after engaging talk, session, master class’ door Studio Romantic (bron: Shutterstock)
2: zorg ervoor dat het platform dubbel genetwerkt is
“Door mijn persoonlijke contacten met de gemeente kon ik ervoor zorgen dat een hek van een gezamenlijke tuin uiteindelijk toch werd gerepareerd.”
Om de rollen van vertegenwoordiger van de buurt en samenbrenger van groepen te kunnen vervullen, moet een buurtplatform ‘dubbel genetwerkt’ zijn. Dat betekent dat degenen die actief met het platform bezig zijn goede contacten moeten onderhouden met politici, gemeentelijke organisatie en andere relevante partijen en tegelijkertijd goed op de hoogte zijn van wat er in de buurt speelt.
Een buurtplatform dat goed geworteld is in de buurt, maar geen goede relaties onderhoudt met de gemeentelijke organisatie kan niet effectief inspelen op nieuwe ontwikkelingen, en ook niet effectief de buurt vertegenwoordigen en namens de buurt, waar nodig, lobbyen of de strijd aangaan.
3: creëer een eigen identiteit
“Waarden zijn belangrijk. Mensen moeten trots kunnen zijn op wat ze doen en worden beloond.”
Juist om de rol te kunnen vervullen van intermediair, moet een buurtplatform een eigen identiteit hebben. Een buurtplatform moet zichtbaar zijn, en vertrouwd worden door de buurt. Daarom is het belangrijk dat een buurtplatform waarden benoemt die ze wil verwezenlijken (zoals ‘creativiteit’ ‘solidariteit’ en ‘ondernemerschap’) zodat het vanuit die waarden organisaties kan verbinden, en invloed kan uitoefenen op de beleidsinitiatieven die vanuit de overheid op de buurt worden uitgestrooid.
Een buurtplatform zou zich bijvoorbeeld tot doel kunnen stellen dat investeringen in bouwprojecten of subsidies voor nieuwe buurthuizen ruimte moeten bieden voor buurtondernemers en bij moeten dragen aan solidariteit, waar een ander buurtplatform de nadruk juist legt op veiligheid en ‘ontzorgen’.
Een buurtplatform kan er daarnaast voor kiezen om een aanjager te zijn van initiatieven in een buurt, of juist een organisatie te zijn die bestaande groepen samenbrengt en vertegenwoordigt zonder actief op zoek te gaan naar nieuwe mogelijkheden. Een rol die tussen die twee uitersten is natuurlijk ook mogelijk.
4: ga constructieve (professionele) conflicten niet uit de weg
Constructieve (professionele) conflicten, komen voort uit inhoudelijke verschillen. Een gemeente wil beleid harmoniseren, een buurtplatform wil zoveel mogelijk couleur locale. Deze conflicten zijn in beginsel productief omdat ze voortkomen uit de rollen (en belangen) die verschillende organisaties vertegenwoordigen. Er kunnen compromissen in worden gevonden, en conflicten hoeven niet te leiden tot verslechterde persoonlijke relaties.
Relationele conflicten draaien om termen als geschonden vertrouwen en ‘persoonlijk gekwetst zijn’. Een relationeel conflict uit zich vaak in een inhoudelijk verschil van mening wat uiteindelijk niet meer is dan een symptoom van maanden (of jaren) van frustratie bij een of meer partijen.
“De overheid heeft lang niet naar burgers geluisterd, dus wil nu niet altijd meewerken. Maar er zijn in het verleden ook al veranderingen geweest, dat is het gevecht van de vorige generatie. Wij voeren nu het gevecht voor de volgende generatie omdat er iets fundamenteel mis is met de trias politica. Dat is een systeemconflict. Met ambtenaren hebben we liever geen conflict, we werken het liefst samen.”
Die rol kan een buurtplatform alleen vervullen, wanneer het geworteld is in buurtgroepen en bewoners. Een buurtplatform ontleent in de eerste plaats zijn positie aan het feit dat de buur blij is dat ze die positie inneemt.
Een buurtplatform is er om te voorkomen dat er relationele conflicten ontstaan tussen de overheid en buurtgroepen (en liefst ook tussen de buurtgroepen). Het kan die rol alleen goed vervullen wanneer het in staat wordt gesteld om de professionele conflicten (bijvoorbeeld over subsidies, percentages sociale woningbouw, omgevingsplannen, of betaald parkeren) te voeren. Het moet daarom een goede zelfstandige positie hebben en niet in een van de overheid afhankelijke rol worden gedwongen die het belemmert.
5: Benadruk lokale waarden
“Het probleem van het buurtplatform van de G-buurt was dat de leden de manier van denken van de gemeente overnamen. Ze maakten een gebiedsplan volgens dezelfde systematiek. In de K-buurt wordt de gemeente juist gedwongen om het anders te doen.”
Een buurtplatform moet een onafhankelijke positie in kunnen nemen, om lokale waarden toe te kunnen voegen aan beleid, om constructieve conflicten te kunnen uitonderhandelen met de overheid (en eventueel andere instituties) en om een geloofwaardige intermediair te zijn tussen instituties en de buurt.
‘Detailed negative navigation urban street roads map on dark gray background of the quarter Zuidoost (Southeast) district of the Dutch capital city of Amsterdam, Netherlands’ door Momcilica (bron: Shutterstock)
Die rol kan een buurtplatform alleen vervullen, wanneer het geworteld is in buurtgroepen en bewoners. Een buurtplatform ontleent in de eerste plaats zijn positie aan het feit dat de buurt blij is dat ze die positie inneemt.
6: laat je ondersteunen en ondersteun zelf ook
“Je hebt middelen nodig om verder te kunnen: in ieder geval geld. Maar ook ondersteuning. Het probleem van projectsubsidie is dat ik niet vast aan de slag mag voordat de subsidie er is.”
Als een buurtplatform eenmaal bestaat, behoeft de ondersteuning in de vorm van aanspreekpunten bij de gemeente, budget voor langere termijn en mogelijk ook in het leren functioneren als platform (‘projectmanagement’, ‘vergaderskills’, ‘stoomcursus: hoe werkt de gemeente’, ‘subsidie-aanvragen’ etc.).
Een ideaal platform wordt niet alleen ondersteund maar is ook in staat om anderen te steunen. Als bijvoorbeeld een bewonerscommissie niet goed functioneert, kan een buurtplatform te hulp schieten door een vergadering te organiseren en/of voor te zitten. Als een buurtgroep problemen heeft met een subsidieaanvraag of met het opzetten van een website kan een buurtplatform ondersteunen of helpen bij het vinden van ondersteuning.
7: richt je op publieke én op private partijen
“Een buurtplatform hoort niet bij het sociale of fysieke domein, het is meta-domein.“
Buurtplatforms zijn nu vaak gericht op de lokale overheid. In een buurt zijn vaak meer relevante partijen actief: woningbouwcorporaties, vastgoedbezitters, zorgaanbieders (zoals jeugd- en ouderenzorg uitvoerders), werkgevers. Kortom, publieke en private partijen zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor beleid en geldstromen in de buurt. Een effectief buurtplatform zou zich daarom moeten richten op al die instituties: dat komt de synergie tussen die instituties ten goede en zorgt voor ontschotting.
8: hou je bij je leest
“Het buurtplatform is echt een buurtcollectief. De doelstellingen die wij hebben zijn vooral meer ruimte bieden aan bewoners: zeggenschap en eigenaarschap zijn belangrijk. We willen dus meer mensen bereiken, meer participatie en betere sociaal-economische ontwikkeling in de buurt.”
Een buurtplatform kan functioneren als een plek waar andere organisaties samenkomen om te vergaderen en af te stemmen. Het kan ook een zelfstandige organisatie zijn of zelfs een buurtcoöperatie die verschillende activiteiten in de buurt onderneemt.
Ik denk dat buurtplatforms hun positie ontlenen aan hun neutraliteit, hun identiteit, hun wortels in de buurt en contacten met instituties. Buurtcoöperaties draaien om 'het aan de slag gaan met en voor de buurt' en hebben daarmee een concreter doel.
9: bedrijf geen politiek, maar beïnvloed haar wel
“Een buurtplatform bedrijft geen politiek, maar is er om de politiek te beïnvloeden. Je kijkt wat nodig is voor een buurt en geeft dat door en probeert ervoor te zorgen dat het ook gebeurt.”
Een buurtplatform is er niet om klakkeloos beleid uit te voeren van de overheid. Het is een kritische intermediair die stedelijke programma’s en lokale waarden waar mogelijk verenigt en soms juist wijst op de onverenigbaarheid (constructief conflict). Een buurtplatform is daarom een voorbeeld van een ‘collaboratieve democratie’: het is er op gericht om buurtgroepen en stemmen te laten samenwerken om de buurt te verbeteren.
Dat krijgt bij voorkeur vorm in een goede dialoog met de lokale overheid (en andere instituties) maar kan ook de vorm aannemen van een constructief conflict. Die ‘collaboratieve democratie’ creëert ruimte voor wat soms de contributieve democratie wordt genoemd: de mogelijkheid voor mensen en groepen die een bijdrage willen leveren aan het verbeteren van hun (lokale) samenleving om die bijdrage ook te leveren.
“De representatieve democratie en de participatieve democratie moeten elkaar aanvullen. De representatieve democratie moet zich eigenlijk een beetje terugtrekken. De participatieve democratie laat bewoners betrokken zijn. De representatieve democratie zou verantwoordelijk moeten zijn voor het geld wat in de burgerinitiatieven gestoken moet worden.”
10: samenvattend, een buurtplatform:
1: is een neutrale organisatie
2: met een eigen identiteit die voortkomt uit de waarden van de buurt
3: die goede relaties onderhoudt met instituties en geworteld is in de krachtbronnen in de buurt
4: het een vorm van democratie bedrijft die gericht is op samenwerking maar ook in staat is om constructieve conflicten te voeren
5: die in staat wordt gesteld om een zelfstandige onafhankelijke positie in te nemen waarvanuit het als intermediair kan functioneren
6: een buurtplatform wordt ondersteund met budget en scholing en ondersteunt andere groepen in de buurt in hun functioneren, en bij het verwezenlijken van hun doelen.
Relevante artikelen:
Hur, M., Bolinger, A. (2014) Neighborhood associations and their strategic actions to enhance residents’ neighborhood satisfaction
A.B. Teernstra & F.M. Pinkster (2016) Participation in neighbourhood regeneration: achievements of residents in a Dutch disadvantaged neighbourhood, Urban Research & Practice
Dit artikel is geschreven in opdracht van het programma 'bouwen aan buurtplatformen Zuidoost' met medewerking van Sophie Pebesma en Maxje van der Heijden.
Cover: ‘Ontwerp Team Planning voor een nieuw project’ door Rawpixel.com (bron: Shutterstock)