Analyse Dat maatschappelijke voorzieningen essentieel zijn voor het creëren van een leefbare gebiedsontwikkeling, daar is iedereen het wel over eens. Maar hoe je in de schaarse ruimte het aanbod afstemt op de behoeften van bewoners en zorgt voor voldoende financiering, daar lopen de meningen over uiteen. Onderzoekers van Platform31 helpen met de praktische invulling.
Begin dit jaar schreven onderzoekers Inge Kok Postma en Jontsje Fennema van Platform31 al over het belang van referentienormen bij het realiseren van maatschappelijke voorzieningen. Referentienormen maken per 1.000 woningen per type voorziening de ruimtebehoefte in vierkante meters inzichtelijk. Hiermee kan bij het opstellen van woningbouwplannen in een vroeg stadium rekening worden gehouden met het aandeel maatschappelijke voorzieningen dat nodig is. Ook ontstaat een globaal inzicht in de ruimteclaim van voorzieningen. Deze normen vormen een ideaal hulpmiddel bij het realiseren van een goed gebalanceerd voorzieningenaanbod, in het bijzonder wanneer de stad verandert en groeit zoals het geval is bij gebiedsontwikkelingen.
Gemeenten mogen zelf bepalen welke normen ze vaststellen en voor welk type voorzieningen die normen gelden. De onderzoekers adviseren wel om extra aandacht te besteden aan bovenwijkse voorzieningen, omdat deze voorzieningen tussen wal en schip kunnen raken bij het werken met referentienormen. Ook is duidelijke communicatie essentieel over de manier waarop de referentienormen worden toegepast en zijn goede procesafspraken noodzakelijk voor het maken van lastige ruimtelijke keuzes. Zo voorkom je lange discussies op projectniveau over wat er wel of niet nodig is in een beperkte ruimte, concludeerden Kok Postma en Fennema.
Stap verder
In een nieuw artikel bevestigen Platform31-onderzoekers nogmaals het belang van deze referentienormen. Ze brengen in kaart aan welke voorzieningen behoefte is en welke van de huidige voorzieningen heel veel of juist helemaal niet worden gebruikt. Deze normen vormen inmiddels in veel uitbreidings- of verdichtingsopgaves al het startpunt voor het gesprek tussen ambtenaren, bewoners, maatschappelijke partners en marktpartijen. “Het betrekken van bewoners en wijkprofessionals is essentieel. Zij brengen waardevolle kennis in die niet uit data te halen is, zoals hoe voorzieningen worden gebruikt of welke plekken, zoals een buurtsuper, geliefd zijn bij de buurt.”
Volgens de onderzoekers vormt de financiering in de praktijk nog wel regelmatig een knelpunt. Toch onderscheiden zij meerdere mogelijkheden die professionals in de praktijk kunnen hanteren om de financiering rond te krijgen. Bij eigen grond kan een gemeente de financiering van de voorzieningen meenemen in de uitvraag van de tender. Andere opties zijn het vastleggen van de afspraken in een anterieure overeenkomst, een bijdrage aan een vereveningsfonds of de combinatie zoeken met andere commerciële en maatschappelijke invullingen. Het Watertorenberaad ging begin dit jaar nog een stap verder en stelde in de publicatie Samen Slim een maatschappelijk investeringsmodel voor gebiedsontwikkeling voor. De publicatie is volgens de auteurs “een uitnodiging om het gedachtengoed van een (breed) maatschappelijk investeringsmodel verder te brengen in de praktijk.”
Verhaalvorming
Een andere uitdaging bij het realiseren van maatschappelijke voorzieningen blijft het slim gebruik van de schaarse ruimte. Het combineren van de verschillende functies (ook door een mix te maken tussen commercieel en maatschappelijk) is een belangrijke stap die daarbij gezet kan worden. De onderzoekers onderscheiden hiervoor een aantal succesfactoren. Zo helpt het volgens hen om vroegtijdig in het ontwikkelproces het beheer en de exploitatie te regelen en om alle betrokken partijen in dit proces inspraak te geven.
Tot slot noemen ze samenwerking binnen de gemeentelijke organisatie, dus met partners én inwoners, cruciaal voor een passend voorzieningenniveau. De onderzoekers halen het model van Verheul, Daamen, Heurkens en Hobma aan als hulpmiddel en houvast bij “het sturen op het programmeren en realiseren van maatschappelijke voorzieningen en daarbinnen op het meervoudig gebruik van voorzieningen.” Het viertal geeft aan dat het vooral bij de start van een gebiedsontwikkeling belangrijk is om in te zetten op vormen van ‘zachte sturing’ om zo ook tot realisatie van de ‘juiste’ voorzieningen te kunnen komen. “Bijvoorbeeld door partijen met elkaar in contact te brengen en te zorgen dat ze gezamenlijk nadenken over de opgave voor de ontwikkeling, (tegenstrijdige) belangen delen en er een gezamenlijke verhaalvorming kan ontstaan.”
Lees het volledige artikel op de website van Platform31.
Cover: ‘Knus speelplein in een woonwijk in Amsterdam’ door Zhank0 (bron: shutterstock)