Onderzoek Door klimaatverandering wordt het steeds heter in Nederlandse steden. Ook bewoners in dichtbevolkte wijken zonder tuin of balkon moeten verkoeling kunnen vinden. Maar wat maakt een koele plek een fijne plek en hoe pakken gemeenten dat aan?
Zodra de temperaturen in de stad stijgen, zoeken bewoners die dat kunnen hun tuintje op of klappen ze een parasol open op hun balkon. Maar voor wie dat niet heeft, is het soms lastig verkoeling zoeken. Dat moet anders, denken onderzoekers van Platform31 en de Hogeschool van Amsterdam (HvA).
Gezamenlijk deden ze onderzoek naar koelteplekken in steden en brachten ze in kaart waar deze aan moeten voldoen. De HvA stelde al eerder drie richtlijnen op rondom hittestress in de stad. Die gaan over een kleine afstand tot een koelteplek. Zo moet op maximaal 300 meter afstand 200 vierkante meter schaduw te vinden zijn. Ook wordt een schaduwpercentage van 30 procent op belangrijke looproutes en in buurten aanbevolen. Tot slot moet er zoveel groen in de buurt zijn dat er verdamping kan optreden en de luchttemperatuur omlaag gaat. Hoeveel groen dat minimaal moet zijn, verschilt per wijk.
Geen specifiek beleid
Met deze handvatten kunnen gemeentes in principe aan de slag, maar de onderzoekers van Platform31 en de HvA ontdekten dat het tegengaan van hittestress vaak niet specifiek in lokaal beleid wordt uitgewerkt. Alle steden willen vergroenen, maar hoé precies, daarover blijft veel onduidelijk. In aanvulling op de eerste richtlijn van de HvA is nu onderzocht hoe een koelteplek er specifiek uit zou moeten zien.
Aan de hand van bestaand onderzoek, interviews en enquêtes brachten de onderzoekers in kaart hoe zo’n koelteplek aantrekkelijk en aangenaam ingericht kan worden zodat het de gewenste verkoeling biedt. Op maximaal 300 meter afstand van elke woning zou een koelteplek te vinden moeten zijn. De koelteplek is groen en minimaal 400 vierkante meter groot. Daarvan ligt de helft in de schaduw en de helft in de zon.
Bovendien moet de koelteplek door verschillende groepen mensen gebruikt worden. Er moeten bankjes zijn in de schaduw voor mensen die willen zitten, maar ook schaduwrijke speelplekken voor kinderen. Een ander sport- of spelelement, een toilet of een bar of restaurant kan de aantrekkelijkheid van de plek nog extra vergroten. Ook moeten er voorzieningen in de zon zijn, voor dagen waarop het minder heet is.
Bij het inrichten van de groene plek is het verder belangrijk dat er rekening gehouden wordt met het creëren van meer biodiversiteit. De herinrichting van de openbare ruimte biedt ook kansen voor waterberging en -buffering, om het groen in droge perioden van genoeg water te voorzien. Voor de grote bomen is de aanwezigheid van voldoende water essentieel en tevens moet er ook genoeg ruimte zijn voor de wortels in de aarde rondom de boom.
Kwetsbare groepen
Met die richtlijnen willen de onderzoekers gemeentes houvast en sturing bieden, juist omdat het tegengaan van hittestress niet bij elke gemeente hoog op de agenda staat. “In het grote speelveld van allerlei zaken die in de openbare ruimte opgelost moeten worden, is dit er maar één,” legt Martijn Kramer uit. Hij is projectleider van het onderzoek naar een gezonde, koele buitenruimte. “Met de richtlijnen laten we zien aan wat voor eisen je als gemeente kunt voldoen om in die plekken te voorzien.”
‘Watertaxi's in Rotterdam’ door Photos BrianScantlebury (bron: Shutterstock)
Het is belangrijk om daar aandacht aan te besteden, denkt hij. “Elke stad heeft in meer of mindere mate regels voor de vergroening van de stad. Bij de herinrichting van een gebied moet er 5 procent meer groen bijkomen dan daarvoor, of 10. Maar daarbij worden geen eisen gesteld aan het percentage schaduw en de directe relatie met het vinden van een koele plek.”
Terwijl het juist voor kwetsbare groepen belangrijk is dat zij koele schaduwplekken kunnen vinden in de stad, legt Kramer uit. “Minder kwetsbare groepen kunnen makkelijker verder reizen. Mensen die slecht ter been zijn, ouderen of kleine kinderen moeten ook in hun woonomgeving op hete dagen verkoeling kunnen vinden.”
Vieze auto
Gaan deze richtlijnen helpen? “Dat zal per gemeente verschillen,” zegt Kramer. “Veel gemeenten zitten niet op meer regels te wachten. Zij zeggen dat er al zoveel is waar ze rekening mee moeten houden. Maar anderen willen juist meer houvast. Voor de gemeenten die er niet veel aandacht aan besteden, is het fijn om een richtlijn te hebben.”
Voor het onderzoek waren de onderzoekers bijvoorbeeld in de Groningse wijk Vinkhuizen om te zien hoe de gemeente daar de hittestress aanpakt. “Vinkhuizen is een wijk met veel kwetsbare inwoners. De gemeente heeft daar gezegd: wij vinden dat er een aantal bomen moeten staan om voor verkoeling te zorgen. Veel mensen in de wijk willen die bomen niet, omdat hun auto daar vies van wordt. Dan helpt zo’n richtlijn om bewoners ervan bewust te maken dat het gezond is om bomen in de wijk te hebben.”
Supermarkt
Kramer is ervan overtuigd dat de komst van de Omgevingswet zal helpen om gemeenten anders naar hitteproblematiek te laten kijken. “De omgevingsplannen die dan gemaakt worden, zullen erop gericht zijn anders te kijken naar dit soort problematiek. Het tegengaan van hittestress wordt nu vaak onder het kopje ‘groen’ geschaard en nog te weinig onder ‘gezondheid’. In de omgevingswet zit een integrale aanpak veel meer ingebakken.”
‘Vondelpark’
Het idee is nu vaak: als de stad groener wordt, wordt het koeler. Hoewel groen zorgt voor een lagere omgevingstemperatuur, is ook de gevoelstemperatuur belangrijk, volgens Kramer. Sommige gemeenten zijn daar al verder mee en brengen koelteplekken in de stad in kaart. “Als het echt snikheet wordt, moeten mensen ook naar een supermarkt met airco kunnen vluchten. Niemand gaat echter de hele middag in de supermarkt zitten. Daarom vinden we dat mensen een koele buitenruimte dichtbij hun huis moeten vinden als ze daar zelf niet voor kunnen zorgen.”
Lees het onderzoek van Platform31 en de Hogeschool van Amsterdam ‘Gezonde koele buitenruimte in dichtbevolkte wijken’ hier.
Cover: ‘Illustratie groen in de stad’ door artdee2554 (bron: Shutterstock)