Opinie “Start een ferry naar de overkant en maak daar iets waar iedereen naartoe wil en dan gaat de rest vanzelf.” Dat was 12 jaar geleden de reactie van een delegatie van het gemeentebestuur van New York City, op bezoek in de hoofdstad, in een discussie over Amsterdam Noord. “Ignition places”, dat was het “planning concept”. En ze keken wat ongelovig naar de stedenbouwkundige ontwerpen voor Noord. De “ignition places” zorgen er anno 2014 in ieder geval voor dat de druk op meer en betere veerverbindingen met Noord steeds groter wordt. Eye rekende met 200.000 bezoekers per jaar, het zijn er nu 800.000. “Maak daar iets waar iedereen naartoe iets wil…”
De stad aan de overkant
De rest gaat nog niet helemaal vanzelf maar zeker is dat de komst van Eye op twee minuten varen vanaf de achterkant van Amsterdam Centraal een kleine ruimtelijke revolutie heeft opgeleverd. En het wordt anders dan de schetsen van de ruimtelijke planners van destijds. Eigenlijk wordt het centrumgebied van Amsterdam in Noord uitgebreid. Het gaat om een deel van Noord, Overhoeks, de zuidelijke punt maar deze ontwikkeling gaat op termijn ook grote gevolgen krijgen voor de rest van Noord. Jarenlang zag men vanuit het stadhuis Noord over het hoofd. De hoofdstedelijke planners keken naar west, naar zuid en naar oost maar noord kwam niet in beeld. Pas eind vorige eeuw, toen de havenactiviteiten gingen krimpen en er allerlei “informele” activiteiten ontstonden, zag men de mogelijkheden van dit gebied, op armlengte van het stadscentrum.
Zeker is dat die Amerikanen het wel goed zagen, het gaat om een ontstekingsmechanisme. Als die vonk aanslaat dat gaat de motor lopen. En dat doet ie in Overhoeks. Heeft Eye voor die vonk gezorgd? Dat zou kunnen. Zeker is dat er min of meer tegelijkertijd in dit gebied een aantal initiatieven op gang kwamen die elkaar versterkten en weer nieuwe initiatieven opleverden. Zeker is ook dat de “vastgoedcrisis” wel een handje geholpen heeft, zoals anderzijds ook de recente opleving van de “nieuwe economie” in de hoofdstad (creatieve industrie, high tech maakindustrie, toerisme).
De herontwikkeling van de meest in het oog vallende toren van Amsterdam, met de toepasselijke kreet “make some noise” op de gevel, is mogelijk dankzij het kapitaal van “the new kids on the block”, de jongens van dans industrie. Eye en de toren bepalen, gezien vanuit het centrum, het beeld van het nieuwe Noord. Maar minstens even belangrijk is wat daar achter gebeurt. Dat het Grootlab, het voormalige Shell laboratorium, nu vol zit is te danken aan een combinatie van een nieuwe generatie entrepreneurs en de nieuwe economie. En die zit in het A-lab (deel van het complex) met kleinschalige creatieve bedrijven maar ook in de komst van een budget hotel in een ander deel van dit enorme gebouw. AM bouwt met pensioengeld een toren in het gebied met aantrekkelijke huurprijzen en de mogelijkheid van woningdeling. Leve de crisis. En de stad heeft geluk, het toerisme blijft big business. En zo kan er straks een enorm hotelcomplex komen op een paar minuten lopen en nog eens een paar minuten varen van het centrum. De crisis heeft ook nooit voorziene kansen voor het woongebied ten westen van Eye, nog maar half gerealiseerd. De andere helft wordt totaal anders, geen steriel woongebied in het “hogere segment” maar een mix aan functies, hoog en laag en beter aangesloten op de huidige vraag in de markt. De Tolhuistuin gaat eindelijk open met veel meer muziek, cultuur en uitgaansmogelijkheden dan tot nu toe. Daarmee wordt Overhoeks anders dan ooit gepland en het wordt dankzij de variatie in functies misschien ook wel meer stad dan andere recente stedelijke uitbreidingen.
De gebiedsontwikkeling van Overhoeks is in een stroomversnelling gekomen en de vraag is hoe die transitie in goede banen kan worden geleid. Welke waardevolle karakteristieken van dit gebied moeten in die nieuwe dynamiek weer een plek krijgen? Hoe kan het succes hier worden benut voor gebieden elders in Noord die wel wat nieuwe impulsen kunnen gebruiken? En is er behoefte aan meer samenhang tussen alle nieuwe initiatieven, sociaal, economisch, fysiek? De integratie met de overkant is in ieder geval nu al “een grote uitdaging”. De bereikbaarheid van Noord vraagt om veel meer dan alleen een pontje meer in de vaart.
Dit soort vragen waren vorig jaar aanleiding voor een initiatief vanuit de Tolhuistuin om met een groot aantal betrokken partijen na te denken over de opgaven van het gebied en vervolgens tot een agenda en een idee over de uitvoering daarvan te komen, een soort programmastrategie. Het opdrachtgever schap voor een aantal diners pensant lag niet bij de overheden (stad en stadsdeel) alleen maar ook bij de ondernemers, ontwikkelaars en investeerders. Het directe effect van die meetings was dat partijen die elkaar daarvoor nooit hadden ontmoet al snel zakelijke mogelijkheden tot samenwerking zagen. Daarnaast leverde het een nieuw en gedeeld besef van de opgaven voor het gebied op. Twee grote kwesties kwamen dankzij de diners pensant prominent op het tapijt, bereikbaarheid en openbare ruimte.
Als straks de toren op Overhoeks en het Grootlab zijn gevuld, het hotel even verderop gerealiseerd en de ontwikkeling van de Campus op gang komt dan staat de teller voor in ieder geval het aantal bezoekers dat naar Overhoeks wil komen op minimaal 1,5 miljoen bezoekers per jaar. Neem daarnaast de groei van het aantal werkenden en bewoners dat van en naar dit gebied moeten. Het is nu al te zien op de veerponten maar de grote golf moet nog komen. Zowel voor de korte als de lange termijn zijn ingrijpende en structurele maatregelen nodig die veel verder gaan dan een derde veerpont naar de Buiksloterweg. De diners pensant hebben een concrete agenda opgeleverd voor de bereikbaarheid van Noord, van Overhoeks als nieuw deel van het centrumgebied van Amsterdam.
De openbare ruimte, vooral het groen en het water, is de andere grote kwestie. De culturele programmering op Overhoeks speelt zich hoofdzakelijk binnen af, de buitenruimte kan een belangrijke bijdrage leveren aan culturele aanbod. De direct hierbij betrokken partijen gaan in vervolg op de diners pensant bezien hoe die buitenruimte kan worden gebruikt en wat dit vraagt van de inrichting. Het programma voor het Schegpark, nu ongebruikt, moet nog ontwikkeld worden. De bereikbaarheid van water is niet overal in Overhoeks (en ook elders in Noord) gegarandeerd, het wonen op water kan beter en dat geldt ook voor fietsroutes en groene boulevards. De diners pensant hebben niet alleen de agenda’s maar ook de casting opgeleverd voor concrete initiatieven.
Een majeure kwestie is ook hoe de gebiedsontwikkeling die nu plaatsvindt en in de komende jaren in een hogere versnelling terecht zal komen, zou moeten worden begeleid. Het gaat dan om het voorkomen van vertraging in de ontwikkeling, het versnellen van initiatieven en het bewerkstelligen van samenhang en kwaliteit. Duidelijk is dat het niet meer een zaak moet en zal zijn van de overheid alleen. Vanuit een investeringsperspectief is er alle aanleiding om een belangrijke plaats in te ruimen voor de partijen vanuit de markt. Een “platform Overhoeks” kan de interactie tussen partijen verzorgen, als tafel fungeren voor overleg met gebruikers en bewoners maar ook gesprekspartner zijn voor partijen die zich in het gebied willen vestigen of erin willen investeren.
En misschien moet een dergelijk platform het ook tot haar taak rekenen het profiel van dit gebied, een nieuw centrumgebied van de stad met een mix van nieuwe economie, cultuur, uitgaansleven en wonen, wat scherper te krijgen. Dat kan zeker helpen om dit deel van Amsterdam Noord tot een onderscheidende plek in “the global metropolis” Amsterdam te maken.
De komende jaren wordt het in ieder geval de meest in het oog vallende en ook de grootste bouwplaats van Amsterdam.
Jaap Modder
29 april 2014
NB
De diners pensant werden in de periode september tot december 2013 ontwikkeld en uitgevoerd door Donica Buisman (State of Flux) en Jaap Modder (Brainville) in samenwerking met Chris Keulemans (Tolhuistuin)
Zie ook:
- De pionierende corporatie in de Buiksloterham
- Het utopisch verlangen naar de doe-het-zelf samenleving
Cover: ‘New York City’ door phototrip2403 (bron: Shutterstock)