Persoonlijk ‘Het Nationaal Energieakkoord gaat enorm veel impact hebben op de gebouwde omgeving. De gebouwde omgeving is een belangrijke pijler onder het akkoord en in mijn optiek de stevigste en meest concrete. Het zou zonde zijn als de betrokkenen, ook het Rijk, nu niet verder zouden doorpakken. Waar ik vooral enthousiast over ben is dat energiebesparing uit de milieuhoek is getrokken. Weg van het beeld van het ijsbeertje op de ijsschots. Niet dat dat niet relevant of niet belangrijk is, maar ik denk dat mensen daar niet voor gaan lopen als ze een afweging moeten maken om in hun huis te investeren. Mensen zijn wél gevoelig voor geld. Wat ik besefte gedurende die acht maanden dat partijen aan het onderhandelen waren, is dat energiebesparing big business is. Partijen zien hier kansen. Kijk bijvoorbeeld naar de bouwers die afspraken maken over het geven van prestatiegaranties. Zowel voor de aanbod- als de vraagkant is dat interessant. Niet de milieugedachte is primair, maar de business. Dan gaat het lopen.’
Reactie Meindert Smallenbroek, directeur Bouwen, Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties op het Nationaal Energieakkoord
Uitdaging
‘Het Energieakkoord gaat een enorme impuls opleveren voor de verduurzaming van met name de bestaande voorraad. Over de nieuwbouw maak ik me wat dat betreft niet zoveel zorgen, daarvoor is al veel in wetgeving geregeld. Bijvoorbeeld de EPC-normen. De wetgeving wordt zodanig aangedraaid dat we in 2020 een vrijwel energieneutrale nieuwbouw hebben. Elk nieuw gebouw is dan al energiezuinig. Projectontwikkelaars en bouwers zijn bezorgd dat nieuwbouw daardoor te duur gaat worden in verhouding tot de bestaande bouw, maar deze investeringen betalen zich terug in een lagere energierekening. Als je zelf verantwoordelijk bent voor de exploitatie, heb je te maken met andere rekensommen. De nieuwbouw zal wel relatief beperkt zijn. De grote uitdaging ligt in het aanpakken van de bestaande voorraad: hoe krijg je daar een volgende slag?’
SER Energieakkoord. Klik voor de volledige afbeelding. Bron: lezing Chris Kuijpers
Betaalbaarheid
‘In de huur heb je te maken met corporaties en particuliere verhuurders. Corporaties zijn relatief het gemakkelijkst omdat je daar meters kunt maken. Bovendien staan de woonlasten van de bewoners op de agenda bij de corporaties. Betaalbaarheid is voor hen belangrijk. In het Energieakkoord is afgesproken dat een revolverend fonds wordt opgericht voor investeringen in energiebesparing en dat bovendien 400 miljoen euro Rijkssubsidie wordt uitgetrokken voor sociale verhuurders. Met de koepels Aedes en Vastgoed Belang zijn wij nu in gesprek over hoe we die regeling zo efficiënt mogelijk kunnen vormgeven. Voor koopwoningen zijn we bezig met het ontwikkelen van een pakket voor iedere eigenaar, dat begint met de toekenning van een indicatief energielabel. Het idee daarachter is dat mensen bewust worden van de energieprestatie van hun woning en dan ook verder willen gaan naar een hoger label. Bouwers en installateurs staan vervolgens paraat om eigenaren daarin te ontzorgen, onder meer met de al genoemde prestatiegaranties, die echt een grote omslag betekenen in de bouwwereld. Bovendien worden eigenaren financieel ontzorgd door het opzetten van een revolverend fonds waaruit laagrentende leningen worden verstrekt voor energiebesparende maatregelen.’
Eigen belang
‘De grootste uitdaging ligt wat mij betreft in het bereiken van de VvE’s. Besluitvorming binnen VvE’s is vaak lastig, omdat je iedereen moet meekrijgen. Het gaat om méér dan groot onderhoud, vaak gaat het om grootschalige investeringen waarbij veel geld op de plank moet komen. De reserveringen zijn in veel gevallen niet afdoende en banken lenen niet graag aan VvE’s. Een positieve ontwikkeling die verder uitgebouwd zou kunnen worden is de garantiestelling van lokale overheden voor VvE’s bij financiers. Als mensen energiebesparing gaan zien als eigenbelang in plaats van iets abstracts, dan gaan ze harder lopen. Daar ben ik van overtuigd. De urgentie van de opgave is met het Energieakkoord denk ik helder geworden. Veertig partijen zaten aan tafel en hebben hun handtekening gezet. Door de crisis zijn partijen en bedrijven op zoek naar kansen, naar iets waar ze geld mee kunnen verdienen. Die kans ligt in de bestaande bouw. Aan de vraagkant beseffen mensen dat ze zuiniger moeten leven en dat energiebesparing zich zelf terug verdient. Je ziet dat bouwers bijvoorbeeld een unit renovatie oprichten en zich richten op energiebesparende maatregelen. Dat zijn echt grote stappen.’
Respecteren
‘De winst van het Energieakkoord zit hem vooral ook in het proces dat er aan vooraf is gegaan. Dat was een bijzonder polderproces van acht maanden, waarin partijen elkaar echt goed hebben leren kennen. Het vloog in het begin alle kanten op. Ik heb regelmatig met opgetrokken wenkbrauwen me zitten afvragen waar het heen zou gaan. Maar dat is denk ik ook typisch Nederlands. Bij de ondertekening van het akkoord was er heel veel ontroering. Partijen hebben elkaar leren respecteren, ze kennen nu de argumenten van de andere partij. Die is niet gek, maar denkt vanuit een ander denkkader. Het overheersende gevoel was de constatering dat zo veel verschillende partijen in alle eerlijkheid heel dicht tot elkaar zijn gekomen. Dat is zeker ook winst voor de gebouwde omgeving.’
Zie ook:
- Redactioneel artikel 'Energieakkoord impuls voor gebouwde omgeving'
Cover: ‘2013.10.15_Meindert Smallenbroek_660’