Nieuws Het Nationaal Energieakkoord dat onlangs onder auspiciën van de SER werd gesloten heeft veel tongen losgemaakt. Tegenstanders wijzen erop dat het akkoord niet ver genoeg zou gaan, terwijl voorstanders blij zijn met de vastgelegde ambities en het bereikte brede draagvlak, met dank aan het Hollandse poldermodel. Met het Energieakkoord komt een duurzame energievoorziening een stap dichterbij, zei minister Kamp bij de ondertekening. Energiebesparing is een belangrijke pijler onder het akkoord, waarvoor het Rijk onder meer € 400 miljoen uittrekt voor de corporaties. Maar wat betekent het energieakkoord concreet voor de gebouwde omgeving? Gebiedontwikkeling.nu vroeg reacties van onder anderen Jan Fokkema (Neprom), Meindert Smallenbroek (Ministerie van Binnenlandse Zaken), Wim Turkenburg (Energie- en milieudeskundige) en Bas van de Griendt (Bouwfonds).
Het PBL maakte samen met het Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN) op verzoek van de SER een inschatting van de effecten uit het Energieakkoord. Het akkoord biedt kansen om een trendbreuk te worden in de manier waarop we op de lange termijn onze energiehuishouding vormgeven, stelt het PBL. Maar een automatische zekerheid is dit niet: veel hangt af van de manier waarop de afspraken in het akkoord de komende jaren worden uitgewerkt. Over de beoogde energiebesparing in het akkoord zijn PBL en ECN pessimistisch. Uit de doorrekening blijkt dat de ambitie uit het akkoord om in 2020 100 petajoule (PJ) te besparen niet gerealiseerd gaat worden en blijft steken, afhankelijk van de te nemen maatregelen, op slechts 20 tot 60 PJ. Bas van de Griendt wijst erop dat we nu scherpe keuzes moeten gaan maken als het gaat om het ontwikkelen van duurzame gebieden. Willen we energieneutraal zijn in 2050, zoals het akkoord stelt, laten we dan eens beginnen met uit te rekenen over hoeveel zonnepanelen en windmolens we het eigenlijk hebben. Van der Griendt maakte het sommetje, en stelt dat het wel heel moeilijk gaat worden om de ambities waar te maken, als bijvoorbeeld tegelijkertijd de provincie Noord-Holland verdere bouw van windmolens op land niet toestaat.
Doorpakken
Jan Fokkema is teleurgesteld dat er in het Energieakkoord niet wordt doorgepakt en de lat voor de bestaande voorraad niet net zo hoog is gelegd als die voor de nieuwbouw. De doelstellingen voor de nieuwbouw zijn immers al vastgelegd in het Lenteakkoord uit 2008. De nieuwbouw moet al in 2020 volledig energieneutraal zijn. Dat leidt tot concurrentievervalsing, stelt Fokkema. Bovendien valt er in de bestaande bouw domweg de meeste winst te halen als het gaat om energiebesparing. Jammer, aldus Fokkema, dat er niet voldoende moed is getoond om ook de bestaande bouw de nodige verplichtingen op te leggen. In het rapport Vergroenen en verdienen stelt het PBL dat Nederland dringend een groen innovatiebeleid nodig heeft. Onze economie is kwetsbaar doordat die leunt op sectoren die veel energie en materialen gebruiken. Om concurrerend te blijven hebben we nieuwe producten en productieprocessen nodig, oftewel innovatie. Het is zaak dat de overheid zo snel mogelijk gaat investeren om ondernemerschap en kennisontwikkeling te versterken, zoals in landen als Denemarken en Duitsland al met succes gebeurt. Er valt hier wat te halen: de snel groeiende markt voor groene technologie heeft naar schatting in 2025 wereldwijd een omvang van 4.400 miljard dollar. Ook op dit terrein is de overheid aan zet om de nodige impulsen te geven voor innovatie en energietransitie.
IJsbeertje
Meindert Smallenbroek, directeur Wonen van BZK, is een absolute voorstander van het Energieakkoord. De gemaakte afspraken gaan een enorme impuls voor de verduurzaming van de gebouwde omgeving betekenen, daarvan is Smallenbroek overtuigd. Met name bij de corporaties en particuliere woningeigenaars zal een forse slag gemaakt gaan worden. Ook bouwers ziet Smallenbroek de stap maken naar nieuwe producten, zoals prestatiegaranties. De grootste winst zit ‘em voor Smallenbroek met name in het feit dat duurzaamheid en energiebesparing uit de sfeer van ‘het ijsbeertje op de ijsschots’ worden getrokken en keihard als business worden ervaren, zowel aan de vraag- als aan de aanbodkant. En, niet te onderschatten: ondertekenende partijen hebben elkaars argumenten en denkkader leren kennen. Ook Friso de Zeeuw stelt dat draagvlak onontbeerlijk is voor een meer geleidelijke aanpak van de opgave en een bereikt succes van het Energieakkoord. Hij reageert hiermee op Jan Rotmans, die stelt dat het akkoord bij lange na niet ver genoeg gaat. Energietransitie moet in zijn ogen van bovenaf, door de overheid worden afgedwongen.
Losse eindjes
De Zeeuw is in zijn eindoordeel over het Energieakkoord positief (‘Als we minder hard hollen, maken we ook minder fouten’), evenals Wim Turkenburg die in zijn opiniestuk concludeert dat het glas van het Energieakkoord halfvol is geschonken. Turkenburg stelt in navolging van PBL en ECN dat veel afhangt van de concrete maatregelen die uiteindelijk genomen gaan worden. Wat dat betreft staan er nog te veel losse eindjes in het akkoord. Bovendien hebben partijen zich te rijk gerekend door uit te gaan van een onrealistische daling van de prijs van windenergie. Maar, stelt Turkenburg, de bodem is gelegd onder de benodigde forse besparing van energie en het vergroten van het aandeel duurzame energieopwekking. Aan overheid, energieproducenten, netbeheerders, natuur- en milieuorganisaties, de bouwsector, de corporaties en uiteraard alle burgers van Nederland nu de taak verder invulling te geven aan ‘duurzaam handelen’.
Zie ook:
- Interview Meindert Smallenbroek: ‘Energiebesparing is big business’
- Interview Jan Fokkema: ‘Ook voor bestaande bouw moed durven tonen’
- Column Bas van de Griendt: ‘Energieneutraal? Of course! Maar liever niet hier…’
- Opinie Wim Turkenburg: ‘Energieakkoord: een halfvol glas’
- Opinie Friso de Zeeuw: ‘”Energiewende” zou hier erg onverstandig zijn’
- Column Pieter Boot: ‘Europese electriciteitsmarkt functioneert niet meer’
- Verslag Congres Succesfactoren Duurzame Gebiedsontwikkeling
- PBL-rapport ‘Vergroenen en verdienen’ (pdf)
- PBL-rapport 'Wissels omzetten. Bouwstenen voor een robuust milieubeleid voor de 21e eeuw'
- Samenvatting van het Energieakkoord voor duurzame groei (pdf)
Cover: ‘Praktijkcongres Gebiedsontwikkeling 2014 - Afbeelding 3’