2014.07.13_Grootschalige opgave klein maken - stadsgesprek stationsgebied

Grootschalige opgave klein maken - stadsgesprek stationsgebied Utrecht

13 juli 2014

8 minuten

Opinie Na twee eerdere bijeenkomsten over de inrichting van het Stationsgebied vroeg de gemeenteraad aan Aorta een derde stadsgesprek te organiseren. Ingezoomd werd dit keer op het openbare dan wel semi-openbare gebied aan de westelijke stationsentree, het Forum. De bezoekersstromen bepalen de inrichting van dit zeven en halve meter opgetilde plein. Maar dat is nog niet zo eenvoudig, bleek uit de discussie. Want hoe veilig is het ondertussen op maaiveldniveau? En welk karakter krijgt het Forum als verblijfsgebied? Ook het belang van place-making en een goede aansluiting met Lombok kwamen aan de orde. Het grootschalige programma moet op plekken een ‘kleine invulling’ krijgen, aldus de wethouder. De uitkomsten van de discussie worden meegewogen bij het vaststellen van de ontwerpuitgangspunten voor het Forum door het college van B&W. ‘Het moet wel een mensen-gebied blijven’.

Met het realiseren van de plannen voor het stationsgebied wordt het centrum groter, stelt Marlies de Nijs, stedenbouwkundige bij de gemeente Utrecht. Aan weerszijde van de sporen komt een ‘compact centrumgebied’ met veel nieuwe, grote gebouwen voor kantoren, wonen, publieksfuncties en cultuur. Het station, dat tegenwoordig OV-terminal heet, gaat in de omliggende openbare ruimte veel reizigersstromen opleveren. Dat vraagt om een inrichting die is toegesneden op die grote dynamiek. Functionaliteit staat centraal, aldus De Nijs. Er komen nieuwe verbindingen aan weerszijden, niet alleen van west naar oost, maar ook van noord naar zuid. Maar de openbare ruimte moet ook aantrekkelijk zijn om te verblijven, niet alleen maar om door heen te stromen. Samenhang, robuustheid, tijdloos en duurzaam zijn daarbij sleutelwoorden, maar ook toegankelijkheid en goed beheer.

Doorwaadbaar

In de presentatie van De Nijs staat de ‘doorwaadbaarheid’ van het stationsgebied centraal. Ze laat zien hoe nieuwe routes ontstaan met een verschillende intensiteit. Rondom het station zelf staat de voetganger centraal. Aan de routes komen pleinen met elk een eigen karakter, passend bij het gebied. Zo krijgt het Jaarbeursplein een evenementen-karakter. Door de infrastructurele ingrepen, zoals de Rabobrug over het spoor, worden nieuwe bewegingen en verbindingen gecreëerd in de stad. Zo ligt het woonwijkje Parkhaven straks op een kwartiertje lopen van de Dom. Het Forum verbindt de gehele westkant van het spoor, van de Van Sijpesteijnkade tot en met de Rabobrug, als een langgerekt plein dat in zijn geheel op 7,5 meter van het maaiveld is getild. Het is de looproute naar het station via het inmiddels gerealiseerde Stationsplein-West.

XL-regime

Adam Visser, architect en stedenbouwkundige van GroupA laat zien hoe het Forum, dat ook het entreegebied vormt voor het nieuwe Stadskantoor, is ontworpen op de diverse bezoekersstromen. Dat leidt tot primaire, secundaire en zelfs tertiaire routes. Hier geldt voor de omringende gebouwen het XL-regime: dat betekent dat torens tot 90 meter hier zijn toegestaan. De flitsende impressies van de grote gebouwen roepen flashbacks op uit de glorietijden van vóór de crisis. Waar gaat Utrecht het programma vandaan halen om de 250.000 m2 aan gebouwen te vullen? Maar de planners blijven optimistisch, hoewel er wel rekening wordt gehouden met een ‘temporisering’ van de plannen. Dit wordt immers met dé OV-knoop in het hart van Nederland naast de deur het meest bereikbare kantorengebied van Nederland.

Stedelijke interieurs

Onder het Forum op het maaiveld komen parkeergarages, fietsenstallingen, busbanen en facilitaire functies voor de gebouwen. Het is een ingewikkelde opgave om zo’n verhoogde openbare ruimte inclusief maaiveld aantrekkelijk vorm te geven, zegt Adam Visser. ‘Het moet wel een mensen-gebied blijven.’ Daglicht, toegankelijkheid en ‘logische’ routes zijn belangrijk. Tegelijkertijd is het gebied ook een adres voor de bedrijven en woningen die hun voordeur aan het Forum hebben. De plinten moeten ‘stedelijke interieurs’ worden. Naast de openbare ruimtes is hier sprake van semi-openbare of collectief-private ruimtes van de kantoor- en woongebouwen. Deze zijn op bepaalde tijdstippen toegankelijk voor publiek en hier liggen volgens Visser kansen voor een ‘meer hoogwaardige inrichting’.

Tussentijd

Paul Achterberg van Quadrat, de ontwerper van Parkhaven, bekritiseert de dominante design-aanpak van de gemeente die de stedelijke ruimtes dichtplamuurt. ‘De stad lijkt ruimte-angst te hebben.’ Ook heeft hij vraagtekens bij de verhoogde ruimte van het Forum. ‘Op verhoogde ruimtes wordt je geleefd, op het maaiveld leef je.’ Vanuit de zaal wordt het Forum ‘te groot’ gevonden. De gemeente zou haar energie beter kunnen steken in een goede verbinding tussen station, Westplein en Lombok die grootstedelijke allure brengt in de populaire woonwijk. Ook worden tijdelijke invullingen van het gebied vanuit de zaal node gemist. ‘Ik zie alleen eindbeelden, terwijl 2030 nog ver weg is. Hoeveel ruimte is er voor gebruikers om daar iets aan toe te voegen in de tussentijd?’ Tijdelijke invullingen, zoals de filmmanifestatie op het Jaarbeursplein, geven nieuwe betekenis aan de ruimte.

Onderscheidend vermogen

Tony Wijntuin van WYNE adviseert om het Forum vanuit de functies en de eindgebruiker in te richten. Wat zijn de verschillende doelgroepen in de reizigersstromen? ‘Analyseer wie ze zijn en hoe ze zich gedragen.’ Maak bijvoorbeeld een onderscheid tussen functioneel (de reizigers, gedreven door een zekere stress) en ‘fun’: de mensen die op zoek zijn naar leuke dingen zoals horeca en winkels. Zo moet er onderscheidend vermogen ontstaan in het gebied. Hans Karssenberg van STIPO pleit voor retail en horeca die a-typisch zijn ten opzichte van het aanbod op het station en in de binnenstad. In de collectief-private binnentuin zijn kansen voor urban gardening in combinatie met restaurants, in plaats van de gebruikelijke bedrijfsrestaurants in de kantoortorens. Ook het doortrekken van het lunchrondje van de werknemers uit de toren naar Lombok is een goed idee. ‘Door aansluiting te zoeken met de omgeving creëer je maatschappelijk-sociale verbinding.’

Informeel gebruik

Stadssocioloog Ivan Nio van de Universiteit van Amsterdam bekijkt de ‘enorme schaalsprong’ aan de westzijde van het station met argusogen. Met name aan het verhoogde dek kleven risico’s, zoals de ‘donkere spelonken’ die er onder kunnen ontstaan. Nio pleit voor een ontwerp dat uitgaat van de beleving van een route. Oók na 8 uur ’s avonds als de kantoren dicht zijn. De collectief-private pleintjes daarentegen kunnen volgens Nio interessante plekken worden, alleen al door het maken van simpele zitplekken. ‘Daarmee stimuleer je informeel gebruik.’ Ook vraagt Nio zich af of het publiek de ruimte om het Stadskantoor kan toe-eigenen. ‘Als hier demonstraties kunnen worden gehouden ontstaat een nieuwe symbolische ruimte.’ Door meerduidigheid in gebruik van de ruimtes kan het Forum een goede toevoeging voor Utrecht worden, denkt Nio. Vanuit de zaal is er angst voor de risico’s die een verhoogde openbare ruimte met zich mee brengt. Utrecht zelf heeft daar de afgelopen decennia met Hoog Catharijne de nodige ervaring mee opgedaan. Toegankelijkheid, veiligheid en beheer zijn cruciale punten. Herkenbaar is de vrees van een bewoonster voor de veiligheid van de fietsenstallingen. ‘Kan mijn dochter daar ’s avonds veilig haar fiets stallen?’

Arenaboulevard

‘Grote zorgen’ over het Forum zijn er bij Hans Karssenberg, volgens wie het verhaal hinkt op tegenstrijdige gedachten. ‘Het Forum moet én een passantenplek worden én een bestemming én een uitbreiding van het centrum én een evenemententerrein: die kun je nooit op een goede manier bij elkaar brengen.’ Het verhaal leunt bovendien zwaar op de aantrekkelijkheid van de plinten. Die worden alleen een succes door het eigendom af te splitsen en vanuit één visie in te richten in plaats van per gebouw. Dat is echter een juridisch kunstje dat in Nederland nog niet eerder is vertoond. Het Forum roept bij Karssenberg de sfeer van de Arenaboulevard op. Geschikt voor grote evenementen maar niet erg aantrekkelijk voor het dagelijks gebruik. Karssenberg zoekt de oplossing in placemaking: knip de ruimte op in tien delen waar tien verschillende dingen te doen zijn. Variatie maakt een plek aantrekkelijk. ‘Of laat de bewoners van Lombok een dagmarkt organiseren. Dan wordt het hier echt leuk.’

Kleefkracht

Het gaat kortom om het aanbrengen van ‘kleefkracht’ waardoor mensen worden vastgehouden. Ook vanuit de zaal wordt gesteld dat het vooral gaat om placemaking, om het maken van functies: ‘de vorm volgt dan vanzelf wel.’ Een place-manager kan het gebruik gaan activeren, ook als de kantoren dicht zijn. Ivan Nio vraagt zich af of je met grootschalige programma’s wel een echte plek kunt maken, of dat dat vraagt om kleinschalig programma? Van de plinten kun je bijvoorbeeld aparte eenheden maken, in plaats van één grote rand. Tony Wijntuin pleit nogmaals voor een eigen invulling en sfeer voor dit gebied. ‘Laat de binnenstad de binnenstad.’

Massa = kassa

Maar hoe laat je de vele soorten bezoekersstromen op elkaar aansluiten, vraagt Groen Links-raadslid Peter van Corler zich af. Volgens Karssenberg zit het geheim in het activeren van de randen. ‘Maak een onderscheid tussen de grote ruimte in het midden en de randen waar de mensen ook het liefst willen verblijven, met het gebouw in de rug.’ Van de grote mensenstroom kan daarvoor worden geprofiteerd, want zoals we weten: massa = kassa. Maar daarvoor moeten inrichting en beheer van de openbare ruimte en plinten idealiter onder één entiteit vallen, zoals bij Schiphol en de Zuidas het geval is. Raadslid voor D’66 Maarten Koning ziet in het Forum de potentie van een tweede centrum, maar dan is het wél van belang dat niet alleen reizigers maar alle Utrechters een reden hebben om er naar toe te gaan. ‘Is het gebied straks ook aantrekkelijk voor jongeren en voor ouderen?’

Allure

PvdA-raadslid Marleen Haage vindt dat het gebied voor iedereen gezellig moet worden en wil daarom de bekende ketens weren ten gunste van een variëteit in het aanbod. ‘Mensen moeten hier echt willen komen.’ Peter van Corler ziet nog veel vragen in de openbaarheid en toegankelijkheid van het gebied en pleit er vooral voor om de ambitie, ook wat betreft het voorkomen van uitsluiting, hoog te houden. Wethouder Stationsgebied Victor Everhardt ten slotte ziet in het Forum een belangrijke verbindende functie. Hij wijst op de nieuwe parkeerfunctie voor de Jaarbeurs en de binnenstad die achter het Merwedekanaal gaat komen. ‘Dat geeft een nieuwe impuls aan de westzijde van het station en aan het Jaarbeursplein.’ De balans die Schiphol heeft gevonden tussen reizen en verblijf vindt Everhardt interessant. ‘Hoe kunnen we de combinatie maken van snelle verbindingen én het gevoel dat je al in het centrum van Utrecht bent?’ Hij wijst op het belang van het betrekken van de omgeving bij het denken en plannen aan het Forum. ‘De opdracht is om met elkaar scherp te blijven in het zoeken naar oplossingen voor tegenstrijdigheden. In de oorspronkelijke plannen staat de allure voorop, vanavond heb ik geleerd dat het vooral ook van belang is om opgaven in te perken en klein te houden.’


Cover: ‘2014.07.13_Grootschalige opgave klein maken - stadsgesprek stationsgebied’


Portret - Anne Luijten

Door Anne Luijten

Voormalig hoofdredacteur van Gebiedsontwikkeling.nu


Meest recent

GO jaarcover door Ineke Lammers (bron: gebiedsontwikkeling.nu)

Het Gebiedsontwikkeling.nu Jaaroverzicht 2024

Het jaaroverzicht van Go.nu laat de dynamiek van het vakgebied zien. Van de invoering van de Omgevingswet via RIA naar vele mooie Nederlandse gebiedsontwikkelingen vol uitvoeringskracht (met weer een speciale vermelding voor Didam).

Analyse

24 december 2024

Ellen van Bueren Column Cover door Esther Dijkstra (bron: Esther Dijkstra)

Voorkom dat minimale kwaliteitsborging ook het maximum wordt

Standaardisering staat op gespannen voet met innovatie. Volgens columnist Ellen van Bueren is daarom het bewust beknotten van de innovatieruimte extra zorgelijk. Juist in een tijd waarin een groter beroep wordt gedaan op ons adaptief vermogen.

Opinie

23 december 2024

ColoHouse, Moezel 3-5, Den Haag door Roel Backaert (bron: Roel Backaert)

De fysieke neerslag van de digitale wereld, datacenters rukken op

We zijn steeds meer digitaal met elkaar verbonden en hebben steeds meer dataopslag nodig. Datacenters leveren daarvoor hun diensten maar doen dat niet ongezien. Ze zijn nu gedocumenteerd en recensent Jaap Modder nam de publicatie tot zich.

Recensie

20 december 2024