Opinie Dr. Joop Roebroek, voorzitter van de Rekenkamer van de Gemeente Breda, reageert op de column van Leonie Janssen-Jansen 'Doorgeprikte Bredaase luchtbellen'. Hij is het niet eens met haar stelling dat in het rekenkamerrapport vooral teruggekeken wordt op hoe het allemaal anders had gemoeten. En dat er nauwelijks aandacht is voor hoe het nu verder moet met de stad. Ook is hij het niet eens met haar stellingname dat er nagenoeg niet ingegaan wordt op wat in Breda al in gang is gezet om de programmering en financiën weer ‘gezond’ te krijgen.
reactie op de column 'Doorgeprikte Bredaase luchtbellen'
"Rapporten van Rekenkamers hebben bijna zonder uitzondering tot doel leermomenten voor de toekomst aan te dragen. En dat geldt zeker ook voor het rapport van de Bredase Rekenkamer ‘Bredaas Grondbeleid’. Naast een gedegen historische analyse wordt in dit onderzoek ook uitvoerig ingegaan op de maatregelen die de gemeente Breda de afgelopen jaren heeft ondernomen om programmering en financiën weer op orde te krijgen, en wordt naast de financiële problematiek uiteraard ook gekeken naar de meer inhoudelijke kanten van stedelijke ontwikkeling. Zo wordt op relevante domeinen, woningen, kantoren, bedrijventerreinen en winkels een analyse gemaakt van verleden, heden en toekomst. Voor alle vier de domeinen wordt ingegaan op relevante toekomstverkenningen ter zake, worden conclusies geformuleerd over de haalbaarheid van bestaande plannen en worden aanbevelingen gedaan voor de toekomst.
Over de financiële kaders: gemeentes kunnen per definitie niet failliet gaan, en wel degelijk afboeken zonder ‘eerst te sparen’. Zo heeft de gemeente Apeldoorn via fondsvorming zijn hele tekort binnen het grondbeleid afgeboekt, en heeft ook Breda een deel van de tekorten binnen het grondbeleid via het vormen van een fonds van 50 miljoen afgedekt. Het is een kwestie van keuzes. Nu schoon schip maken op basis van besparingen in de jaren die komen, of elk jaar weer tekorten accepteren zonder dat je daar grip op hebt en evengoed moeten bezuinigen.
Wat de meer beleidsmatig en strategische kanten van het grondbeleid betreft, blijkt het rapport niet alleen bij direct betrokkenen (Bredase politiek), maar ook breder landelijke verband veel waardering te krijgen. De raad heeft acht van de twaalf aanbevelingen uit het rapport zonder meer overgenomen, terwijl een raadswerkgroep naar aanleiding van de andere vier aanbevelingen zelf nog tweeëntwintig toespitsingen heeft opgesteld voor de toekomst. Verder heeft het college dit najaar voor het eerst een Meerjarenprogrammering Grondbeleid (MPG), een centrale aanbeveling van de Rekenkamer, uitgebracht. Hoezo geen zicht op de toekomst?
Het onderzoek ‘Bredaas Grondbeleid’ won daarnaast in november de Goudvink 2012 voor het beste rekenkameronderzoek van 2012. In de motivering van de jury wordt met name de ‘doorwerking’ van het rapport op de gedachtevorming over het grondbeleid van de gemeente Breda als doorslaggevend argument genoemd.
Het rapport is te vinden op de website van de Rekenkamer Breda. Het juryrapport voor de Goudvink 2012 is te vinden op de website van de Nederlandse Vereniging van Rekenkamers en Rekenkamercommissies (NVRR).
Zie ook:
- Column Leonie Janssen-Jansen: 'Doorgeprikte Bredaase luchtbellen'
Cover: ‘20140116_Bredaas grondbeleid’