Persoonlijk Heleen Herbert werkt sinds twee jaar als directielid bij Heijmans Civiel. Ze stapte over van NS naar de wereld van de bouw. Ze verbaast zich over hoe conservatief de sector nog opereert en toont zich een voorvechter van innovatie. ‘Een van de redenen om mee te doen met innovatieve projecten is om uit te kunnen vinden hoe we een rol kunnen nemen in toekomstige ontwikkelingen. En welke rol we dan willen kiezen.’
Interview met Heleen Herbert, directie Heijmans Civiel
Lange tijd kwam het werk naar aannemers toe rollen – zeker aan de kant van de woningbouw en de utiliteitsbouw – maar dat is niet meer zo. ‘Daarmee zie je dat het echt kennen van je klanten, van je markten en van de vernieuwingsbehoeften die daarin bestaan steeds belangrijker is geworden. Heijmans wil graag langere relaties met klanten aangaan. Langlopende samenwerkingen gaan veel meer over het leveren van gebruik dan over het leveren van een product. Dan moet je de klant goed begrijpen en snappen wat de klant gaat doen met datgene wat je gaat leveren. Snappen hoe een bestek in elkaar zit is dan niet genoeg.’
Smart Highway
‘Dat onderzoeken van vernieuwingsbehoeften doen we ook in een onorthodoxe samenwerking als met Daan Roosegaarde op het project “smart highway”. Dat is, eerlijk gezegd, niet de makkelijkste soort samenwerking om aan te gaan, want we komen echt uit heel verschillende werelden! Toch zijn we bij Heijmans overtuigd van het feit dat juist dergelijke kruisbestuiving ons succes gaat brengen.
In de ogen van Herbert kenmerkt Heijmans zich als een werkgever die medewerkers de ruimte geeft om ondernemend te zijn. ‘Kom vooral met jouw ideeën, wat zouden we nog meer kunnen doen en hoe zouden we dingen anders kunnen doen?’
Coming out
‘Het huidige tijdperk is ontzettend interessant, echt een ‘coming out’ van de bouw. Daar een bijdrage aan leveren is ook wat mij persoonlijk heel erg drijft. Ik vind het een zekere tragiek in zich hebben dat die bouwsector zo lang gericht was op het binnen de lijntjes kleuren. De lijntjes die de opdrachtgever al had neergezet. Ik vind dat je schatplichtig moet zijn aan de expertise die je zelf hebt en dat je zelf ook kleur moet bekennen. Hoe vinden wij dat de wereld er straks uit moet zien en wat vinden wij over hoe je bepaalde maatschappelijke vraagstukken op zou moeten lossen? Ik wil daarmee niet beweren dat wij de wijsheid in pacht hebben, maar ik vind dat je iets aan moet bieden. Zodat je ook een aantrekkelijke partner bent voor anderen om samen mee aan de slag te gaan. En zodat je meer kunt doen dan een slim antwoord op een vraag te geven, door juist vanuit de eigen visie impact te hebben op onze omgeving.’
Zelfverzekerd
‘Daar waar mijn technisch gedreven collega’s kijken naar de uitvoeringskant – of iets deugt, of het klopt en werkt – is mijn kijk op dingen bijna altijd op het conceptuele niveau. Welk verhaal hoort erbij? Dat leidt soms tot grappig situaties. Dan vind ik dat een verhaal al lang geschikt is om op een podium verteld te worden, terwijl mijn collega’s denken dat het daar nog niet klaar voor is. Het is immers nog nergens toegepast, het werkt nog niet en er is nog geen concrete opdrachtgever? Maar het concept vertegenwoordigt in mijn beleving ook iets. Dat staat voor wat je wilt, het geeft richting. Door daar zelfverzekerd over te zijn, maak je momentum. Dat is ook een vorm van lef, zij het een andere vorm van lef dan mijn ondernemende, technische collega’s hebben. Daarin vullen wij elkaar heel mooi aan.’
Experimenteren
‘Alles wat nieuw is, zal niet bij de eerste toepassing honderd procent uitontwikkeld zijn. Het is nooit meteen klaar voor de eeuwigheid. Dat betekent dat je moet durven experimenteren en dat er dingen fout kunnen gaan. Daar moet je niet bang voor zijn, anders kom je nooit vooruit. Dat is misschien ook nieuw voor ons bedrijf. Ik merk dat we daar veel over praten. Of het nu falen is of een goede volgende stap, als een prototype bijvoorbeeld nog niet helemaal vlekkeloos functioneert. Ik zou zeggen dat je de ruimte moet creëren om die ontwikkelstappen verantwoord en veilig door te kunnen maken.’
Heijmans zoekt de samenwerking met niet voor de hand liggende partijen zoals kunstenaars, maar ook met universiteiten of bedrijven buiten de bouwbranche. ‘Daar ontstaan nieuwe ideeën en vindingen. Dat willen we voor een deel zelf doen, door bijvoorbeeld zelf met nieuwe materialen te bouwen. Met DSM - geen voor de hand liggende partner voor ons - hebben we bijvoorbeeld samen nieuwe composiet toepassingen ontwikkeld. Soms willen we een rol waardoor we het mee kunnen maken. Als je kijkt naar dat 3D printen, dan snappen we dat wij niet zelf zo’n 3D printer moeten gaan uitvinden. Dat is niet waarop wij onderscheidend gaan zijn, maar door wel een rol te hebben in dat bouwproces ervaren wij aan den lijve wat de mogelijkheden zijn.’
Verrassen
‘Al die spannende toekomstbeelden kunnen we niet in ons eentje verzinnen. Sterker nog, wij zouden hierover niet eens de vraag kunnen stellen aan een ander. Je weet niet wat je niet kent, wat je niet ziet. Zonder Daan Roosegaarde waren wij echt niet op een interactieve snelweg gekomen met 'glowing lines', de lichtgevend lijnen. Daar moet je je als ondernemer ook durven laten verrassen door anderen. Waar je je ook een beetje oncomfortabel bij moet durven voelen.’
‘Wij hebben de overtuiging dat je dat niet met je hele organisatie moet doen, dat het heel goed is kleinere groepjes mensen aan te wijzen die bepaalde innovaties oppakken. Daarmee organiseren we als het ware de dynamiek van start ups, maar dan binnen de eigen organisatie.’
Nieuwe verdienmodellen
Leidt deze manier van werken ook tot andere ‘verdienmodellen’? Herbert: ‘Dat is in ieder geval iets waar we over na moeten denken. Dat past ook bij die ontwikkeling die ik eerder noemde, dat het niet meer om bezit maar om gebruik gaat. Dat in zichzelf is al een ander verdienmodel. Maar de bedrijfsvoering verandert ook waar je met partners werkt in plaats van met onderaannemers, zeker als het partners met andere expertise betreft die ook nog eens uit andere disciplines komen. Dan moet je na willen denken hoe je iets aan elkaar toevoegt. En hoe je daar allemaal op je eigen manier profijt van kan hebben. Het moet zichzelf kunnen belonen.’
Is het project smart highway met Daan Roosegaarde nog een experiment of is dat al een product of dienst geworden? Herbert: ‘Daar zijn we volop mee in ontwikkeling. We richten ons hiermee ook op de buitenlandse markt, wat voor Heijmans best een bijzondere stap is. Wij hebben de afgelopen jaren juist heel bewust gekozen om ons als bedrijf vooral te concentreren op de Nederlandse markt. Maar met dit concept kregen we aandacht vanuit de hele wereld. We hadden opeens Oezbekistan aan de lijn, China, Maleisië en Afrika. In het begin was het vooral een stoere jongensdroom, maar steeds meer wordt het ook een urgente vraag, wat nu? Wat gaan we hiermee doen? Gaan we een ‘smart highway’ bouwen, gaan wij onze kennis aanbieden of een product ontwikkelen dat we kunnen verkopen?’
Bijvangst
Heijmans lijkt de laatste tijd veel nadrukkelijker aanwezig in de media. Is dat een bewuste strategie? Heleen Herbert: ‘Wij zijn zeker meer aanwezig, maar strategie is een te groot woord. Ik denk dat we achteraf zelf soms verrast zijn over de media-aandacht die we krijgen. Onze samenwerking met Daan Roosegaarde levert wat dat betreft veel bijvangst op. Door de invloed van Daan worden projecten mediagenieker en dat heeft een sterk vliegwieleffect. We zijn daar steeds meer zelf ook de lol van in gaan zien. Wat het ook oplevert, dat we zelf benaderd worden door partijen die graag iets met Heijmans willen doen. En dat mensen naar ons toe komen die graag een gesprek willen voeren over of ze hier zouden kunnen werken. Daar ben ik best trots op.’
Heleen Herbert is een van de gastsprekers in het hoofdprogramma van de Dag van de Projectontwikkeling. Zie ook 'Wat zijn onze drijfveren'
Cover: ‘2014.05.27_Innovatie als business development_660’