Verslag Uit de parallelsessies ‘Tiel doet-het-liever zelf!’ en ‘Lagerhuisdiscussie te water’ over water bleek dat publieke partijen (gemeenten en waterschappen) zoeken naar de koppeling van wateropgaven met andere RO-opgaven, en hoe in dit zoekproces ruimtelijke ontwikkelaars kunnen worden uitgenodigd tot samenwerking.
Verslag van de parallelsessies over water op de Dag van de Ruimte, georganiseerd door het Nirov
Plangebied Tiel-Oost
‘Koppeling water en ruimte geen sinecure - Afbeelding 1’
Dat ‘doe-het-samen’-gebiedsontwikkeling de sturingsopgave voor de gemeente niet reduceert, illustreerde de parallelsessie over De klimaatdijk in Tiel-Oost. De gemeente tekent het gebied niet dicht, zoals voorheen gebeurde, maar presenteert een plan voor een waterkerend landschap op hoofdlijnen. Daarmee wil de gemeente andere partijen uitnodigen tot deelname. Tijdens de sessie klonk echter onzekerheid door over die deelname: of en hoe die vanuit de markt gestalte moet krijgen. ‘De gemeente zal in beginsel de kar moeten trekken,’ aldus Igor van der Valk (programmacoördinator Tiel-Oost). Want de opgave (waterveiligheid en kwelremming) ligt primair aan de publieke kant. Ontwikkelaars met een grondpositie nemen een afwachtende houding aan. Ook de rol van de eindgebruikers in de verdere ontwikkeling blijft onduidelijk. Deelnemers van de sessie stelden dan ook vraagtekens bij de urgentie van dit project: ‘Het kwelprobleem moet weliswaar worden opgelost, maar het is een kleine aanleiding voor een waterkerend landschap.’ En ‘Omdat initiatief vanuit de markt vooralsnog uitblijft zijn terugvalopties nodig,’ meende een deelnemer. ‘Een vloeimodel waarbij de markt kan instappen.' Van der Valk was echter optimistisch over mogelijke samenwerking - ‘We varen niet alleen’ -, maar gaf ook aan dat het eerder geformuleerde (woningbouw)programma enigszins wordt losgelaten. Er wordt gedacht aan alternatieven om een groot deel van de locatie groen te houden en alleen de meest interessante locatie te ontwikkelen. ‘Het gaat in deze gebiedsontwikkeling misschien niet om een urgentie op korte termijn,’ reageerde Ine van de Hurk (projectleider Klimaatdijk Tiel), ‘maar wel over het voorkomen van een urgentie op de langere termijn.’
Lagerhuisdiscussie te water
Is de watertoets het perfecte doe-het-zelf-gereedschap? Daarover ging de Lagerhuis-discussie. De watertoets is ingesteld om water vanaf het beginstadium te koppelen aan gebiedsontwikkeling. Voorstanders vonden dat de watertoets uitnodigt tot samenwerking tussen waterbeherende partijen en ruimtelijke ontwikkelaars. Zij pleitten echter voor een creatievere omgang met de watertoets dan enkel een procedurele. Sceptici vinden dat het anticiperend vermogen van toetsende instrumenten in de praktijk tegenvalt.
De tweede discussie betrof de stelling ‘de interne organisatie van waterschappen is goed ingericht om een consistente rol te vervullen in ruimtelijke planprocessen’. Het feit dat de waterschappen al 750 jaar ons land drooghouden, was volgens één van de deelnemers het bewijs van een goed ingerichte organisatie. Bovendien vervult Nederland een voorbeeldfunctie voor andere landen op het gebied van waterhuishouding. Anderzijds werd gesteld dat bij waterschappen het bewustzijn van hun rol nog moet groeien en dat het er schort aan visie. ‘Als ik het met deze stelling eens was, zou ik hier niet zijn,’ aldus een medewerker bij een waterschap.
Zie ook:
Cover: ‘Koppeling water en ruimte geen sinecure - Afbeelding 1’