Opinie Het is de hoogste tijd dat Nederland werk maakt van een Randstadprovincie van formaat, die in Europa meetelt.
De provinciale herindeling staat weer op de agenda. Het kabinet-Rutte II maakt er een speerpunt van en minister Plasterk is de laatste tijd hard bezig met zijn fusieplan. Zo werkt hij aan een samenvoeging van de provincies Noord-Holland, Utrecht en Flevoland tot een nieuwe, grote Randstadprovincie (Trouw, 5 en 8 februari).
De visie hierachter is volstrekt onduidelijk. Niet alleen is de naam van deze superprovincie misleidend, maar de samenstelling van die provincie correspondeert ook niet met hoe er in Europees perspectief gekeken wordt naar de Randstad als een van de belangrijkste regio's van Europa. Want dan heeft men het namelijk over een Europese regio die is samengesteld uit de provincies Zuid- en Noord-Holland, alsmede Utrecht: de Randstadregio met het Groene Hart in het midden.
'Bestuurlijke drukte'
Het is verbazingwekkend dat in ons land de discussie over de provinciale herindeling vooral wordt ingegeven door argumenten als 'bestuurlijke drukte', onherkenbaarheid van de provincies bij de burgers en de noodzaak tot bezuinigen, terwijl de internationale dimensie niet of nauwelijks in de discussie wordt betrokken. En dat in een land dat zo geroemd wordt om zijn internationale oriëntatie en handelsgeest.
De Randstad is van groot belang voor onze nationale economie. Een zeer groot deel van het bruto nationaal product komt er tot stand; meer dan een derde van de Europese in- en uitvoer loopt via onze 'mainports' Rotterdam en Amsterdam/Schiphol. Dat vraagt om een adequaat regionaal bestuur om de toekomst met vertrouwen in te gaan en uit het dal van de crisis te komen.
De Europese uitdaging is daarbij van groot belang. Niet voor niets spreekt men over het 'Europa van de regio's', waarbij de concurrentie tussen die regio's zal toenemen. Dat vraagt om slagkracht op regionaal niveau en dus om een passend provinciaal bestuur waarbij provincies worden opgeschaald naar een grotere entiteit.
Onontkoombaar
Om de concurrentie met regio's als Greater London, Île de France (Parijs), Beieren-München, Catalonië en Milaan aan te gaan, is het onontkoombaar dat ons land na decennialange discussies nu eens ernst maakt met het creëren van een Randstadprovincie van formaat.
Zo bleek begin jaren negentig uit een vergelijkend onderzoek van PriceWaterhouse naar de concurrentiekracht van Europese regio's, dat 'La Randstad' de grootste bedreiging was voor de Parijse regio wat betreft de vestiging van buitenlandse investeerders. Bij de presentatie van dat onderzoek merkten de onderzoekers op dat 'de baas van Île de France' (opdrachtgever van het onderzoek) graag eens wilde praten met de 'baas van La Randstad'. Wie o wie? Die was er niet. Het is jammer dat dit onderzoek destijds niet wat serieuzer is opgepakt bij de strategische en bestuurlijke positiebepaling van de Randstadprovincie.
Regionale schaalvergroting door samenvoeging van provincies, zowel in de Randstad als in de rest van Nederland, zou vanuit de Europese ontwikkelingen dan ook nadrukkelijk moeten worden meegenomen in de discussie over de bestuurlijke herindeling. Voor het westen van ons land betekent dat de vorming van een Randstadprovincie of -regio, waarin zee- en luchthavens elkaar versterken; een Europese regio waartoe dus ook Zuid-Holland behoort. Een gebied dat in feite één grote arbeidsmarkt en één vervoersregio is. Een regio die in het buitenland meer wordt gerespecteerd en gewaardeerd dan in eigen land, zo lijkt het.
We moeten dus eens wat meer van 'buiten naar binnen' kijken, mede gelet op de gebrekkige samenstelling die minister Plasterk met de vorming van zijn Randstadprovincie nu voor ogen heeft. Het is nog niet te laat.
Zie ook:
Cover: ‘2013.02.21_'La Randstad' is een economische tijger’