Luchtfoto Damrak, Amsterdam door GLF Media (bron: Shutterstock)

No culture, no planning!

12 oktober 2012

5 minuten

Verslag Het is de innovatieve, eigenwijze cultuur die volgens Joachim Declerck (Architecture Workroom Brussels) een belangrijke bijdrage kan leveren aan het ideeëngoed van de samenleving. De vanzelfsprekende innovatieve en verkennende rol van het ontwerp is verdwenen toen de stadsplanning ruimte maakte voor projectplanning. Wat doet dit eigenlijk met de stad? En in welke context heeft het ontwerp weer recht van bestaan? Op 9 oktober jl. presenteerde Michiel DeHaene (professor aan de Universiteit Gent) het boek Changing Cultures of Planning en gingen Wies Sanders (Urban Unlimited), Floris Alkemade (architect, FAA), Freek Persyn (architect, 51N4E) en Anne-Mie Devolder (voormalig directeur AIR) in debat.

Boekpresentatie en debat Changing Cultures of Planning

Aanbevelingen
- De stedenbouwkundig ontwerper zou een meer operationele context moeten opzoeken.
- De rol van het stedenbouwkundige ontwerp is project? en vakgebiedoverstijgend zodat het (ongemakkelijke) maatschappelijke thema’s op de agenda kan zetten.
- De grenzen van de stad vervagen, waarmee ook het publiek van een ontwerp voor de stad vervaagt. Toch vraagt een ontwerp om een publieke relevantie en dus om een publiek. Dit publiek moet je actief zoeken, duiden en verantwoordelijk maken.

No culture, no planning! - Afbeelding 1

‘No culture, no planning! - Afbeelding 1’


Foto courtesy Stroom Den Haag

De veranderende rol van het ontwerp De in het boek gedocumenteerde projecten uit de jaren 80 (AIR Kop van Zuid in Rotterdam, Zurich-West en Ile de Nantes) zijn de pioniers op het gebied van projectcultuur. Dit zijn strategische projecten met een bepaalde ruimtelijke samenhang, functiemix, planning en haalbaarheid. Ze hebben een vernieuwing mogelijk gemaakt in een tijd van economische crisis en suburbanisatie, waardoor binnensteden impopulair waren en de ontwerpende discipline het spoor even bijster was. De projectcultuur maakt het mogelijk om via projecten aan de stad te werken. Dit brengt wel een risico met zich mee of de projecten wel een toegevoegde waarde hebben voor de stad. Of zoals Michiel Dehaene het verwoordde: ‘of projecten wel stad maken’. Maar wat is een stad eigenlijk? De notie van een stad als eenheid van waaruit gewerkt kan worden ligt steeds minder voor de hand. De stad is diffuser geworden, heeft geen duidelijke schaal meer en grenzen zijn subjectief. Michiel Dehaene stelt gezien de huidige economische crisis voor om het ontwerp te politikiseren. Het ontwerp moet opnieuw het vehikel worden om partijen samen te brengen, bestuurlijk over te halen en te stimuleren. Het is het vermogen van het ontwerp om dingen te zeggen die gevaarlijk zijn. Het is de rol van de ontwerper om voorstellen neer te zetten die voldoende concreet zijn (niet zomaar wat roepen) en niet alleen braaf politiek ingebed, maar scherp en maatschappelijk relevant om de juiste discussie te voeren. Deze functie heeft de stedenbouwer momenteel niet omdat binnen de projectaanpak de rol van de stedenbouwer is uitgekleed tot het nauwe kader van het project. Michiel Dehaene stelt dan ook dat de ontwerper weer vaker een positie in de operationele context moet opzoeken waar ontwerpen grote maatschappelijke thema’s onder de aandacht van een publiek brengen.

No culture, no planning! - Afbeelding 2

‘No culture, no planning! - Afbeelding 2’


Fotograaf: Judith van Hees

Agenderen en publiek mobiliseren

Maar hoe dan? Antwoorden op deze vraag worden gezocht in het plenaire gedeelte van de avond. Floris Alkemade is van mening dat je als ontwerper soms ook machteloos bent; wat voor jou hoofdzaak is kan voor anderen bijzaak zijn. ‘Een veel voorkomend fenomeen is dat de architect wordt ingeschakeld om een programma te vertalen naar een ontwerp. De opgave is dan geformuleerd in vierkante meters en euro’s zodat een andere discussie geen ruimte kan vinden. De stug- en stijfheid van opdrachtgevers met eigen agenda’s is een probleem.’

Volgens Wies Sanders is de focus van veel ontwerpen te veel gericht op morfologische en typologische onderbouwingen. Daardoor mist het ontwerp de kracht om de juiste discussie te voeren. Ze pleit voor een combinatie van verschillende vakgebieden en een beetje lef van ontwerpers om in andere vakgebieden op zoek te gaan naar de kern van de opgave.

Anne‐Mie Devolder heeft in de jaren 90 bij AIR gewerkt en vaak verbindingen gelegd of georganiseerd tussen politiek, publiek en ontwerp(ers). Ook bij onderwerpen op regionaal niveau, zoals de beeldvorming rondom de Hoeksche Waard, is het gelukt om een publiek te mobiliseren. Let wel, het publiek moet je volgens Anne‐Mie zelf maken, er is niet altijd een vanzelfsprekend publiek. De rol van het ontwerp om de discussie aan te jagen is volgens haar pas succesvol bij een open vraagstelling. Dan kan de ontwerper ook de dingen agenderen die niet vanzelfsprekend zijn.

Freek Persyn is, evenals Anne‐Mie Devolder, van mening dat het pad tussen vraag en antwoord niet een rechte lijn is. Hij werkt aan een opgave in Bordeaux (een van de vijf projecten in het boek) om 50.000 woningen te realiseren. Toch is de echte vraag volgens hem het ontwerpvraagstuk voor de stadsformatie. Om die opgave te kunnen bediscussiëren is het nodig eerst een juiste cultuur, bestuurlijke context en een vertrouwensband met alle spelers op te bouwen. De spelers die hierin betrokken worden zijn volgens hem vrij overzichtelijk, omdat Bordeaux een autonome stad is. In de Randstad is dat onderscheid tussen steden, centrum en periferie veel vager waardoor het publiek “troebel” is. Toch is het ook voor projecten in de Randstad belangrijk om publiek te vinden dat past bij de schaal of aard van de opgave en dat publiek hun rol te geven in het planproces.

Ter afsluiting van het debat concluderen alle sprekers dat de kracht van een ontwerper/ontwerp is om dingen te agenderen die normaal niet geagendeerd worden, om mensen te prikkelen, onderhuidse gevoelens een plek te geven en onbekende terreinen op te zoeken. De koppeling tussen cultuur en planning is dus nodig om plannen weer een maatschappelijke relevantie te geven.

9 oktober 2012 | Stroom Den Haag
Organisatie: Architecture Workroom Brussels (AWB) i.s.m. het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie en Stroom Den Haag

Lees verder:


Cover: ‘Luchtfoto Damrak, Amsterdam’ door GLF Media (bron: Shutterstock)


Portret - Judith van Hees

Door Judith van Hees

YP-redacteur Gebiedsontwikkeling.nu | Eigenaar Natural Urban


Meest recent

Zaandammerplein in Amsterdam door TasfotoNL (bron: Shutterstock)

Waardegedreven gebiedsontwikkeling zet baathouder centraal

Ferry Renne, procesmanager bij Brink, pleit voor een verandering in het vakgebied en stelt dat moderne gebiedsontwikkeling dwingt om op een andere manier naar ‘baten’ te kijken. “Zo creëren we kansen voor duurzame oplossingen in de toekomst.”

Analyse

21 november 2024

Wolkenkrabber in Londen in aanbouw door WD Stock Photos (bron: Shutterstock)

Circulaire gebiedsontwikkeling vraagt om meer dan alleen kringlopen sluiten

Circulair beleid richt zich binnen gebiedsontwikkeling nu nog vooral op het hergebruik van materialen. Dat kan en moet anders, blijkt uit een beleidsanalyse van TU Delft-onderzoekers. “Nu blijft het bouwprogramma onaangepast.”

Onderzoek

20 november 2024

Overstroming in Valkenburg door MyStockVideo (bron: Shutterstock)

Waterproblematiek vergroot de druk op ruimtelijke plannen in Limburg

Na de overstromingen van 2021 staat de verhouding tussen woningbouw en waterveiligheid in Limburg op scherp. Het Limburgse Waterschap wil geen nieuwbouw in gebieden met een hoog overstromingsrisico. De Provincie wil dit niet vooraf uitsluiten.

Onderzoek

19 november 2024