Nieuws Is het een provinciale structuurvisie? Een uitnodigingsbrief c.q. request for proposals? Een glossy waarin bestuurders hun visie mogen etaleren? In het magazine Noorderzine geven de drie noordelijke provincies hun visie op een gezamenlijke toekomst. De vorm van een magazine duidt op een omslag in het denken en doen van de provincies. Initiatieven van burgers en bedrijven staan centraal. Van ‘zorgen voor’ naar ‘zorgen dat’ in een ‘co-creatieve verkenning van de toekomst van Noord-Nederland’.
Provinciale structuurvisies zijn zelden stukken die je er voor je plezier even bij pakt. Neem de versie van de provincie Utrecht voor de periode 2013-2028: 115 pagina’s vol en nauwelijks voorzien van enig beeldmateriaal. Voer voor de echte diehards dus. Hoe anders is Noorderzine, een uitgave van de drie noordelijke provincies in het kader van het samenwerkingsverband NOORDERVISIE 2040. Een aantrekkelijk opgemaakt en goed leesbaar tijdschrift, waarin Drenthe, Friesland en Groningen een podium bieden: niet alleen voor de eigen ambities, maar juist ook voor die van andersdenkenden. Bewoners, ontwerpers, columnisten: ze mogen allemaal een duit in het zakje doen. De waarheid gebiedt overigens te zeggen dat het hier niet om een formele structuurvisie gaat; de vergelijking met producten van andere provincies gaat in die zin mank. Wat is het dan wel precies? Die vraag is nog niet zo eenvoudig te beantwoorden. Noorderzine mengt allerlei stijlen en vormen: van persoonlijke statements tot en met strategische agenda’s.
Geen eindpunt
Noorderzine is de eerste afronding van het programma NOORDERVISIE 2040, een langjarig traject waarbij de drie provincies samenwerken aan een nieuwe ruimtelijk-economische visie. In het traject hebben de afgelopen tijd allerlei bijeenkomsten plaatsgevonden (Noorderstorm, Noorderlab) waarbij Noorderlingen en niet-Noorderlingen ideeën konden aandragen over de toekomst van dit gebied. Door middel van een prijsvraag konden professionals en bewoners hun visie geven op het noorden in 2040. Meer dan 20 multidisciplinaire teams van deskundigen hebben een inzending gemaakt en ook 17 bewoners hebben hun creatieve idee aangereikt. De resultaten van het traject zijn nu gebundeld in een magazine. In plaats van een eindpunt (en daarmee louter een toetsingskader voor gemeentelijke plannen, zoals in het verleden) is de aldus ontwikkelde visie echter een startpunt. De provincies laten achterin Noorderzine namelijk weten op zoek te zijn naar experimenten, businesscases en concrete investeringsprojecten, die bijdragen aan de belangrijkste opgaven richting 2040. Die opgaven zijn er negen, rond de thema’s Human Capital, Innovatie, Bereikbaarheid, Krimp & Groei, Recreatie & Toerisme, Water, Voedsel en Energie. ‘Voor kansrijke initiatieven gaan de provincies, samen met de initiatiefnemers, op zoek naar draagvlak, expertise en financiële middelen’.
Omslag bij provincie
Het proces van deze ‘structuurvisie’ is dus anders dan anders: de provincies willen acteren in een nieuwe rolverdeling. Van ‘zorgen voor’ naar ‘zorgen dat’ wordt deze omslag genoemd. Die ambitie klinkt ook door in de magazine-vorm die gekozen is. Dat bewoners serieus genomen worden en dat hun ideeën net zoveel gewicht mee krijgen in het magazine als de bijdragen uit de ‘eigen’ provinciale hoek, mag verfrissend genoemd worden. Vijf bewoners die meededen aan de prijsvraag geven aan waar zij op dit moment al mee bezig zijn; van het gebruik van leegstaande panden als tijdelijk dorpshuis tot en met een doos van 33 producten waarmee energiearmoede kan worden tegengegaan. Ook is er in het magazine ruimte voor ‘tegengeluiden’. Zo mag Tom Bade, directeur van kenniscentrum Triple E, een lans breken voor het familiebedrijf in het noorden – daarbij en passant verkondigend dat provinciebestuurders zich ‘doodstaren op “corridors”, “gebiedsontwikkeling”, “main ports”, “valleys” en andere lege ruimtelijke concepten die door stedenbouwkundigen, architecten en planologen zijn aangeleverd.’
Lokale praktijk
In het Noorderzine is het concreet worden ook niet helemaal gelukt. Het aantal kaartjes met ruimtelijke structuren is weliswaar op de vingers van één hand te tellen, maar het blijft soms lastig om compleet weg te blijven van abstracte beleidsnoties. Lees de negen uitnodigingen van de strategische agenda 2020 er maar op na: ze proberen wel concreet te worden, maar het blijven in zekere zin algemeenheden. Termen als ‘internationale broedplaats’ en ‘innovatieve regio’ worden prominent gebezigd. Het contrast met wat de bewoners in het gebied zelf ondernemen – de ‘verschilmakers’ zoals ze in Noorderzine genoemd worden – is groot. Bewoners beginnen gewoon met een concreet idee of concrete actie en zien van daaruit wel of er eventueel nog meer mee te bereiken valt, op andere locaties bijvoorbeeld. Het is een kloof die de bewoners zelf ook ervoeren, geven ze in een rondetafelgesprek aan. ‘Wij hadden als prijswinnaars net een uur met elkaar gesproken over concrete zaken, toen enkele bestuurders ons hún visie kwamen geven. Dat waren heel abstracte verhalen over het noorden in 2040. We vroegen ons allemaal hetzelfde af: waar de is mens in dat verhaal’, aldus een van de bewoners. Met dit magazine wordt die lacune voor een deel ingevuld. Veel zal echter ook afhangen van de manier waarop deze onorthodoxe ruimtelijk-economische visie wordt opgepakt in de lokale praktijk. Dan wordt duidelijk of de werelden van bewoners en professionals werkelijk aan elkaar kunnen worden geknoopt. Oud-minister Margreeth de Boer, voorzitter van het Kwaliteitsteam dat het programma begeleidt, geeft aan dat niet alleen bestuurders maar ook de inwoners van het noorden de visie moeten omarmen: ‘De grote opgaven waar we in de toekomst voor staan, kunnen we alleen oplossen als we de burgers erin betrekken. Op een andere manier dan in het verleden. “We leggen het nog een keer uit”, dat werkt niet meer.’
Zie ook:
- Download Noorderzine
- Noordervisie 2040
- Hart van Brabant gaat 17.300 extra woningen bouwen
- Het Jaar van de Ruimte 2015: de gebruiker maakt Nederland
Cover: ‘2014.01.07_noordervisie schetst stip_180’