16 juli 2013
4 minuten
Verslag “De projectontwikkelaar is dood, leve de gebiedsontwikkelaar!” Samenredzaamheid en kennisdeling zijn centrale factoren in wat het Platform Duurzame Gebiedsontwikkeling (DGO) als ‘volhoudbare gebiedsontwikkeling’ aanduidt. De urgentie en meerwaarde daarvan werd besproken tijdens de DGO-eindconferentie, op 20 juni jl. in het leerpark Dordrecht. Volhoudbare gebiedsontwikkeling wordt geconcretiseerd in een viertal trends, die het platform DGO tezamen als het nieuwe programma voor gebiedsontwikkeling presenteert. De trends hebben betrekking op lokale en regionale productie, het mobiliseren van lokaal, slapend kapitaal, participatie en faciliterend bestuur. Hieronder een korte illustratie van de vier trends, voor een uitgebreide toelichting op de thema’s en best practices, zie de videoregistraties.
Eindconferentie Platform Duurzame Gebiedsontwikkeling
Het Platform Duurzame Gebiedsontwikkeling (DGO) werd in 2010 op initiatief van het Ministerie van I&M, Stichting Kennis voor Klimaat en Stichting Urgenda opgericht voor een periode van drie jaar. Doelstelling is versnelling en versterking van duurzame gebiedsontwikkeling in Nederland, onder meer door het ondersteunen van gebiedspraktijken.
Duurzaam Dichtbij
Over de opgave om gebieden minder afhankelijk te maken van centraal georganiseerde systemen voor de productie van energie, voedsel, grondstoffen en water(veiligheid). Of zoals Loesje zegt: ‘Leven zonder olie; iedereen zoekt boer’.
Ronald Rovers (Hogeschool Zuyd): ‘Een gesloten kringloop is niet voldoende, we moeten ook inzetten op het terugbrengen van het volume van goederen in de kringloop en de snelheid waarmee ze daarin terechtkomen.’ De milieuimpact van materialen is veel groter dan die van energie. Bij de verduurzaming van woningen zou de nadruk dan ook meer moeten liggen op toepassing van zonne-energie dan op isoleren tot een EPC van 0.
Thomas Stoll (Tengbom) hield aan de hand van Zweedse voorbeelden een pleidooi voor een holistisch perspectief op gebiedsontwikkeling (met aandacht voor bewoners en ontwikkeling door de tijd). En, riep Stoll op: ‘Love your mistakes’.
Mobiliseren van slapend kapitaal
Over de wijze waarop het beschikbare kapitaal dichtbij huis – onze ruimte, gebouwen, mensen, natuur, wegen, goederen, enzovoorts – veel effectiever kan worden gemobiliseerd voor duurzame doelen zoals de realisatie van klimaatneutrale gebieden. Wim Hafkamp (Erasmus Universiteit Rotterdam) stelde dat het mobiliseren van slapend kapitaal ook betrekking heeft op mensen. Bijvoorbeeld het vasthouden mensen die met pensioen gaan en willen vertrekken.
Een voorbeeld op gebiedsniveau is de aanpak van de wateropgave in Dordrecht, toegelicht door Chris Zevenbergen (UNESCO-IHE). Steden staan voor een versnellingsopgave, waarin de lokale overheid een belangrijke rol speelt. Het mobiliseren van slapend kapitaal betekent het kennen van de dynamiek van systemen en deze met relatief kleine inspanningen aanpassen. De gemeente Dordrecht werkt samen met de provincie Zuid-Holland, kennisinstituten en Rijkswaterstaat om het eiland van Dordrecht waterbestendig te maken, vanuit de ambitie van zelfredzaamheid. Daarbij wordt langs drie lijnen gewerkt. Ten eerste via de dijkaanpak, maar ook via het meekoppelen van water in ruimtelijke ontwikkeling. Bijvoorbeeld door bij de verbetering van infrastructuur ook de omliggende natuur mee te nemen. Meekoppelen is kostenefficiënter dan stand alone-investeringen. De derde lijn is die van emergency management. Door een kleine aanpassing kunnen publieke gebouwen als shelters fungeren.
Van consument tot prosument met een stem! - over het belang van minder vrijblijvende en meer wederkerige relaties tussen consumenten en producenten. De sprekers zien een veelheid aan nieuwe arrangementen en meekoppelende belangen. Enkele voorbeelden die passeerden: een platform voor het delen van diensten tussen bedrijventerreinen, aandacht voor streekproducten en een green deal voor de productie van vezelhennep. Marjan Minnesma (Urgenda) wijst op de opkomst van een nieuwe generatie, waaronder het delen van producten toeneemt. Zie de groei van het autodelen.
Minnesma roept op om meer zelf invloed uit te oefenen en een geluid af te geven. Bijvoorbeeld over het SER-energieakkoord (waarover inmiddels op grote lijnen overeenstemming is bereikt), want ‘het dreigt een flauw akkoord te worden.’
(Be)sturen op weg naar samenredzaamheid
- over de meerwaarde van een open en ontvankelijke bestuurscultuur die waardevolle initiatieven uit de samenleving ondersteunt en stimuleert. Volgens Minnesma vraagt dit om een integrale kijk, waarin toekomstbestendigheid centraal staat. En het lef om het anders doen, zonder het dicht te timmeren in contracten. Tijdens het congres werd de brochure Duurzaam aanbesteden gepresenteerd. Die roept op om duurzame doelen te stellen, maar de uitwerking aan de markt te laten, in plaats van te gedetailleerde eisen te formuleren.
John Nederstigt (Gemeente Haarlemmermeer) gaf zijn visie op sturen op duurzaamheid. ‘Er is maar één crisis: de klimaatcrisis. Duurzame maatregelen moeten lonend zijn, zoals in Duitsland.’ Een voorbeeld dichter bij huis is Park 20|20 (zie: Eerste C2C-bedrijventerrein in Nederland). In het stimuleren van duurzaamheid ziet Nederstigt een belangrijke rol voor de overheid weggelegd, bijvoorbeeld via kennisdeling en het enthousiasmeren van burgers. Het Duurzaam Bedrijf Haarlemmermeer participeert dan ook in tien projecten samen marktpartijen.
Zie ook:
Cover: ‘2013.07.16_onbeperkt houdbaar_180’