Verslag Kan architectuur bijdragen aan het genezen van mensen? En welke eigenschappen moet het dan bezitten? Daarover ging de avond Placebo Architecture op 6 december met Charles Jencks, Ellen van Loon, Tanja Vollmer en moderator Tracy Metz. De bijeenkomst vormt onderdeel van het NAi-programma Fit! Architecture & Health over de relatie tussen architectuur en gezondheid.
Draagt architectuur bij aan het genezingsproces van kankerpatiënten?
Jencks neemt ons mee in het ontstaan van de Maggie’s cancer caring centres. Hij initieerde deze samen met zijn vrouw en na haar overlijden gaat hij door met het opzetten van deze centra waar kankerpatiënten kunnen bijkomen, medepatiënten kunnen ontmoeten en psychologische ondersteuning krijgen. Deze centra bieden ruimte voor hoop. Centraal in elk centrum staat de keukentafel, die ruimte biedt voor ontmoetingen en het delen van ervaringen. Jencks vraagt zich af waarom architecten niet meer gebruik maken van architectuur als communicatiemiddel naar de maatschappij. Bij de Maggie centre’s wordt de architectuur ingezet om het helingsproces te ondersteunen. Elk Maggie centrum werd ontworpen door een spraakmakende architect. Opvallend is dat het onafhankelijke centra zijn, los van alle regels van het ziekenhuis.
Ellen van Loon, partner bij OMA, ontwierp het Maggie centrum in Glasgow Gartnavel. Het gebouw is ontworpen als tegenhanger van de depressieve omgeving van ziekenhuis, in samenhang met het omringende landschap. De ruimtes zijn gepositioneerd rondom een binnentuin en vormen een circulaire route. Het gebouw is een afwisseling van open en gesloten ruimten, waardoor er zowel ruimte is voor interactie als voor bescherming. Opmerkelijk detail aan het ontwerp voor het gebouw zijn de toiletten. Deze zijn ontworpen als grote, lichte kamers met plek voor een tweede persoon, om zo ruimte te bieden aan patiënten die door de ziekte veel tijd op het toilet moeten doorbrengen en op deze manier minder eenzaam zijn.
Tanja Vollmer, psychologe en partner van Kopvol architectuur en psychologie gaat verder in op het psychologische effect van architectuur en ruimten. Vollmer legt uit dat architectuur als tweede lichaam kan fungeren. Op het moment dat het eigen lichaam ziek is, wordt architectuur als ‘tweede lichaam’extra belangrijk. Vanuit de psychologie onderzocht Vollmer de beleving en behoeftes van kankerpatiënten op basis waarvan ze zeven ontwerpcriteria opstelde. Zeven ontwerpaspecten bleken belangrijk voor de geestelijke gesteldheid van patiënten: oriëntatie, geur, geluid, veiligheid, daglicht, ver en vrij uitzicht en psychologische sociale ondersteuning. Architectuur kan bijdrage aan geestelijke ondersteuning doordat gevoelens vaak zijn gerelateerd aan ruimte. Vollmer licht toe dat het risico van zelfmoord bij kankerpatiënten twaalf keer zo hoog is in de eerste zeven dagen na de diagnose. Juist in deze periode heeft een groot aandeel van de patiënten extra ondersteuning nodig. Tanja Vollmer concludeert dat zowel medische als psychologische zorg ondersteund kan worden door architectonische middelen. De Maggie centre’s zijn een voorbeeld van architectuur als actief en integraal onderdeel van het verzorgingsconcept.
Ook in Nederland bestaan vergelijkbare inloophuizen, met hetzelfde doel. Jencks ziet de centra als aanvulling op de medische zorg. Wel voorziet hij dat architectuur en ziekenhuizen samen gaan groeien richting meer menselijke gebouwtypen. Wereldwijd is er dan ook een trend zichtbaar waarin ziekenhuizen worden ontworpen als zorghotels met sociale plekken, ook voor familieleden.
6 december, NAi Rotterdam
Organisatie: NAi
Zie ook:
Cover: ‘Thumb_ontwerp en proces_0_1000px’