Verslag Op uitnodiging van de Vereniging Deltametropool presenteerde Joachim Declerck (Architecture Workroom Brussels en curator voor het Belgisch Paviljoen op de Architectuurbiënnale 2012) in het Atelier Rijksbouwmeesters de Belgische inzending voor de Architectuurbiënnale 2012. De inzending bestaat uit een voorstel voor een nieuwe vorm van regionale ontwikkelingen; territoriaal metabolisme. Zijn pleidooi heeft in België een omslag in politiek denken veroorzaakt en vormt mogelijk de aanzet tot een diverser regionaal beleid. Naar aanleiding van zijn presentatie reageerde Rients Dijkstra (Rijksadviseur) en werd een discussie gevoerd onder leiding van Henk Ovink (directeur-generaal Ruimte en Water bij het Ministerie van Infrastructuur en Milieu) over hoe haalbaar, realistisch en daadwerkelijk nieuw dit pleidooi is in een Nederlandse setting.
Belangrijkste punten:
- Territoriaal metabolisme is een voorstel om ruimtelijke ontwikkelingen te laten voortkomen uit thematische (regionale) gebiedsopgaven.
- De overheid heeft in deze nieuwe aanpak de taak om de belangrijkste stakeholders samen te brengen zodat deze partijen de regionale agenda bepalen.
‘Regionaal ontwerp uit Vlaanderen - Afbeelding 1’
Illustratie door Ronald Aarts
In Vlaanderen zorgt de verrommeling voor een alsmaar meer verstedelijkt landschap. De ‘rode contouren’ worden opgerekt en de nog vrije ruimte wordt geclaimd door verschillende sectoren. Door deze claims wordt er meer gevochten om ruimte dan dat er samengewerkt wordt. De omslag die Declerck voorstelt is om niet meer vanuit consumptie (van ruimte) te denken maar vanuit de potentie van gebiedseigen (territoriale) structurerende principes. Dit moet resulteren in voor elk gebied een eigen methodiek van transitie. Met deze visie zijn ontwerpers en kunstenaars methodieken voor verschillende gebieden in Vlaanderen gaan ontwerpen en onderzoeken. De uitkomsten concentreren zich op slimme systemen voor meer synergie & korte cycli binnen de thema’s ondernemen, voedsel, energie en wonen (territoriaal metabolisme). Het verrommelde landschap in Vlaanderen biedt talloze mogelijkheden om slimme verbindingen te maken vanwege onder andere de kleine korrel en de menging van primaire en secundaire economie. De gedachtenlijn wordt enigszins provocerend neergezet als een alternatief voor het compacte stadsmodel van Nederlandse bodem. Want voor Vlaanderen is een compact stadsmodel problematisch, een concentratie van verstedelijking zou het contrast tussen het rijke ommeland en arme steden versterken en bovendien voorbijgaan aan alle kleinschalige kansen.
Dit wensbeeld voor meer gebiedsgericht werken en lokale synergie is in Nederland niet heel vernieuwend. Waar Declerck een stap verder gaat is dat hij voorstelt partijen te binden aan thematische gebiedsopgaven (zoals voedsel, energie, ondernemen en wonen) op daarvoor specifieke schaalniveaus. De overheid heeft hierin een belangrijke taak. Zij moet zorgen dat stakeholders verbonden zijn zodat zij gezamenlijk opgaven kunnen benoemen en op de politieke agenda kunnen zetten. Door op deze gebiedsgerichte, integrale manier te denken over ruimtelijke ontwikkelingen kan de overheid ruimte weer meer zien als hefboom voor andere problemen in plaats van een plek van oorlogsvoering tussen sectorale belangen.
21 december 2012, Atelier Rijksbouwmeesters te Den Haag
Organisatie: Vereniging Deltametropool, Ministerie van Infrastructuur en Milieu en het College van Rijksadviseurs
Zie ook:
Cover: ‘Luchtfoto van Brugge, België’ door Maykova Galina (bron: Shutterstock)