2013.02.20_Rinnooy Kan: hoe Rotterdam transformeert tot smart city_660

Rinnooy Kan: hoe Rotterdam transformeert tot smart city

20 februari 2013

6 minuten

Verslag “Rotterdam heeft in mij altijd een heel bijzonder sentiment weten los te maken. Wat dat is, is soms moeilijk te beschrijven, maar ik weet heel goed wat het bijvoorbeeld níét is. Rotterdam is geen vertederende driedimensionale ansichtkaart en heeft geen gewichtige geschiedenis. De stad heeft niets lieflijks en niks frivools. Rotterdamse helden zijn kinderen als Pietje Bell, Ketelbinkie en Kruimeltje. Ze krijgen in het leven niets cadeau. Ze moeten het verdienen. Het draait niet om het verleden, maar om het heden en de toekomst. Dat geldt ook voor Rotterdam. De stad moet voortdurend ontwikkelen.”

Op 11 februari gaf Alexander Rinnooy Kan, scheidend voorzitter van de International Advisory Board Rotterdam, een lezing georganiseerd door AIR, het architectuurcentrum Rotterdam. Op uitnodiging van de Van der Leeuwkring sprak Rinnooy Kan specifiek over de samenwerking tussen stad en markt, tussen publiek en privaat. Na afloop ging hij in debat met vier experts en het publiek.

Rotterdam bevindt zich in een transformatieproces. Er moet niet alleen gewerkt worden aan de fysieke structuur, maar ook aan het ontwikkelen van kennis en aan de sociale infrastructuur. Dat is volgens Rinnooy Kan de formule van een smart city. “De stad moet niet alleen slim zijn, maar ook handig; streetsmart. Daardoor wordt het mogelijk om vernieuwend beleid te implementeren. Een voorbeeld hiervan is het Energy 2020 project van de Europese commissie, een project met ambitieuze doelstellingen op het gebied van duurzame energie.

Door het vermogen en de bereidheid om te vernieuwen worden smart cities voor andere steden best practises. De ervaring in die steden leert vijf lessen: 1. een holistische benadering, want problemen zijn niet geïsoleerd op te lossen 2. hoogwaardig leiderschap dat lange termijn doelen concreet kan maken en inspireert om door te zetten 3. het vermogen om het begrip duurzaamheid te vertalen in operationele, uitvoerbare principes 4. het vermogen om latent, slapend kapitaal te mobiliseren 5. radicale, compromisloze vernieuwingszin

In Rotterdam komt een aantal thema’s steeds terug. De eerste is de haven en het rol van het water in de stad. Dan is er de gebouwde omgeving, de architectuur, die fascineert maar ook vervreemd. Tot slot is er de bevolking, in Rotterdam een lastige mix. Deze opgaves moet de stad langs drie lijnen aanpakken: de stad moet attractief zijn, duurzaam worden en een passende relatie met de regio vinden. Bij het uitvoeren van deze drie lijnen moet de overheid enerzijds ambitie tonen, anderzijds bescheiden zijn. De overheid is beperkt in uitvoerende kracht en in politiek vermogen om snel bij te leren. Dat maakt het noodzakelijk om samen te werken met het bedrijfsleven. De stad is daarvoor het natuurlijke aggregatieniveau. Cees de Bruin omschreef dat treffend in de D.G. van Beuningen-lezing als een nieuw mercantilisme: lokale verbondenheid en vertrouwen.

Het is nodig dat de stad jaar na jaar compromisloos vernieuwt. De politiek kan dat proces niet altijd even goed leiden; de tijdshorizon van coalities is daarvoor te beperkt. Curitiba, een smart city in Brazilië en schoolvoorbeeld van innovatieve stadsplanning, kan op dat gebied voor Rotterdam een voorbeeld zijn. In die stad is namelijk in een vroeg stadium het IPPUC (instituut voor onderzoek en stadsplanning) opgericht. Het instituut staat op analytische afstand van de politiek, maar heeft wel het vertrouwen. Het instituut fungeert als bewaker van een jarenlang innovatieproces. Het zou mooi zijn als de Erasmus Universiteit in Rotterdam die bijdrage zou willen leveren.”

“Ik mis de slogan ‘Rotterdam Durft’ en hoop dat deze weer terugkomt”, zo besluit Rinnooy Kan zijn betoog. “Die slogan liet zien dat de stad lef en moed heeft, maar impliceert ook dat het af en toe niet lukt. Als Rotterdam moed en radicale vernieuwingszin blijft tonen, dan ligt er voor de stad een mooie toekomst in het verschiet.”

Expertpanel

Ron Voskuilen (algemeen directeur Stadsontwikkeling Rotterdam) onderschrijft dat Rotterdam een smart city moet worden. Hij vult aan: “Smart betekent slim, handig of snel, maar ook: kom je goed over, zie je er goed uit. Rotterdam moet een attractieve stad zijn. De gemeente moet een passende rol vinden in het transformatieproces van de stad. Wij noemen ons beleid ‘kader stellend’. We leggen wel de ambitie neer, maar werken het niet in detail uit.”

Leendert Bikker (voorzitter Economic Development Board Rotterdam) legt de nadruk op de noodzaak van radicale keuzes. “Keuzes zijn eindeloos gedemocratiseerd en daar is weinig mee bereikt. Bram Peper koos radicaal voor de Kop van Zuid en de Erasmusbrug. Wij moeten ook duidelijke keuzes maken. Nooit meer Nesselande bijvoorbeeld. De stad moet verdicht worden.” Het publiek applaudisseert. Iemand achter in de zaal roept dat Leendert de politiek in moet. “Leendert moet gewoon werken,” reageert Bikker als een echte ondernemer.

Wouter Jan Verheul (bestuurskundige) schreef over het belang van iconen voor de stad. Hij twijfelt aan het succes van radicale keuzes en ambities zoals het college van Bram Peper dat had. “Als het grote verhaal van het icoon niet verbonden wordt aan de belangen van de straat, is het gedoemd te mislukken. Dat was goed zichtbaar bij het ontwerp van de champagneglazen voor Rotterdam Centraal. Dat werd weggestemd door Leefbaar Rotterdam, een partij die succes had met wijkaanpak en veiligheid op straat. Het is daarom interessant te zien hoe de plannen voor de nieuwe Kuip uitgewerkt gaan worden.”

Leendert Bikker: “De nieuwe Kuip moet echt anders worden opgezet. Nederlanders beleven voetbal op een verkeerde manier. Ze kopen de goedkoopste kaartjes, gaan voortijdig weg en slopen de boel op weg naar huis. Dat is totaal anders in bijvoorbeeld Turkije, waar een voetbalwedstrijd een uitje is voor het hele gezin, met veel meer activiteiten eromheen. Besiktas moet een licentie in de eredivisie krijgen en in de nieuwe Kuip gaan spelen - dan zou het stadion echt wat betekenen voor de omliggende wijken.

Als laatste schuift Arnold Reijndorp (stadssocioloog) aan bij het panel. “Het Braziliaanse Curitiba inspireert omdat de langetermijnvisie heel tastbaar is uitgewerkt. Parken die een rol hebben in de waterhuishouding zijn vormgegeven als pretparken. Er is een systeem met busbanen zodat het openbaar vervoer heel goed is. Iedereen is zo trots op dit systeem, dat er sleutelhangers verkocht worden met daaraan een mini-busstation. Je kunt je echter afvragen of Rotterdam het goede klimaat heeft voor een nieuw, radicaal verhaal. Dat zit in de manier waarop de huidige instituten georganiseerd zijn. De politiek kiest bijvoorbeeld vaak voor openbare aanbestedingen. Daarbij is de prijs het belangrijkste en kwaliteit een stuk minder. Inkadering in een groter, nieuw verhaal is niet mogelijk.”

Tot besluit vat Rinnooy Kan het debat samen. “Rotterdam moet een smart city worden en doorzettingsvermogen tonen in het transformatieproces. Er is consensus over de ingrediënten van dat proces: het moet een verhaal zijn met radicale elementen, maar ook met concrete aanknopingspunten.”

11 februari 2013 | Zaal Staal, Rotterdam
Organisatie: AIR

Zie ook:


Cover: ‘2013.02.20_Rinnooy Kan: hoe Rotterdam transformeert tot smart city_660’


Portret - David Struik

Door David Struik

YP-redacteur Gebiedsontwikkeling.nu


Meest recent

Zaandammerplein in Amsterdam door TasfotoNL (bron: Shutterstock)

Waardegedreven gebiedsontwikkeling zet baathouder centraal

Ferry Renne, procesmanager bij Brink, pleit voor een verandering in het vakgebied en stelt dat moderne gebiedsontwikkeling dwingt om op een andere manier naar ‘baten’ te kijken. “Zo creëren we kansen voor duurzame oplossingen in de toekomst.”

Analyse

21 november 2024

Wolkenkrabber in Londen in aanbouw door WD Stock Photos (bron: Shutterstock)

Circulaire gebiedsontwikkeling vraagt om meer dan alleen kringlopen sluiten

Circulair beleid richt zich binnen gebiedsontwikkeling nu nog vooral op het hergebruik van materialen. Dat kan en moet anders, blijkt uit een beleidsanalyse van TU Delft-onderzoekers. “Nu blijft het bouwprogramma onaangepast.”

Onderzoek

20 november 2024

Overstroming in Valkenburg door MyStockVideo (bron: Shutterstock)

Waterproblematiek vergroot de druk op ruimtelijke plannen in Limburg

Na de overstromingen van 2021 staat de verhouding tussen woningbouw en waterveiligheid in Limburg op scherp. Het Limburgse Waterschap wil geen nieuwbouw in gebieden met een hoog overstromingsrisico. De Provincie wil dit niet vooraf uitsluiten.

Onderzoek

19 november 2024