Verslag De bouwopgave ligt steeds meer in de bestaande stad. Oude industriële gebouwen moeten veranderen in frisse woongebouwen en zwakke stadswijken zijn op zoek naar nieuw elan. Hoe kan de bestaande stad (her)ontwikkeld worden? Tijdens de derde Guest Urban Critic lezing kwam het antwoord daarop uit onverwachte hoek. Omdat Alexander Rinnooy Kan ziek was, presenteerde Kees Christiaanse zijn nieuwe boek City as loft en deelde Larry Beasley zijn ervaring met stadsontwikkeling in Vancouver.
Low budget, high culture. Guest Urban Critic lezing Van der Leeuwkring
Praktische lessen:
- koppel kansrijke ideeën van slimme stadsbewoners aan de mankracht van kansarme buurtbewoners
- probeer als overheid te verleiden tot ontwikkeling, i.p.v. af te remmen door regelgeving
- creëer samenwerkingsverbanden van partijen die dezelfde taal spreken, qua regelgeving de ruimte hebben om te ontwikkelen en met de overheid in een ontwikkelcombinatie willen
‘City as loft’ – Kees Christiaanse
De moderne stad is soms vergelijkbaar met een loftwoning. Waar in een loft een paar grote elementen, zoals een bed, een bad of een piano staan; daar liggen in de stad grote, onhandig geplaatste gebouwen. Door de tijd heen ontstaan er in en om deze gebouwen allerlei vreemde, in onbruik geraakte ruimtes. In het New York van de jaren zestig ontdekt de creatieve sector deze ruimte. Kunstenaars als Andy Warhol gaan leegstaande fabrieken en warenhuizen gebruiken om in te wonen, te werken en publieke evenementen in te organiseren. Ook in andere landen vinden vergelijkbare ontwikkelingen plaats. In Groot-Brittannië brengen Peter Smithson en Cedric Price wasteland in kaart en roepen het uit tot monument. In Amsterdam bedenken de provo’s Het Witte Huizenplan voor leegstaande gebouwen. Na de val van de Muur verplaatst de loftcultuur zich verder richting het oosten. In Istanbul heeft een private universiteit ervoor gekozen om zich te huisvesten in een verlaten fabriekscomplex en in China is de transformatie naar lofts uitgegroeid tot commercieel ontwikkelmodel.
Kees Christiaanse ziet in de manier waarop er met oude gebouwen wordt omgegaan een soort dichotomie, een tweedeling. Een gedeelte van de interventies is bottom-up door de creatieve sector (low budget – high culture). Voorbeelden hiervan zijn Christiana in Denemarken of de SESC Fábrica da Pompéia van Lina Bo Bardi. Een ander gedeelte juist top-down door grote marktpartijen (high budget – low culture). Hieronder vallen dure loftwoningen voor yuppen of de fabriek die Ricardo Bofill voor zichzelf verbouwd heeft.
De laatste jaren lijkt deze dichotomie te verdwijnen. Bij transformatie wordt steeds vaker gezocht naar partijen die samen iets toevoegen aan de buurt. Waar in de oude fabrieken een boss – slave verhouding gebruikelijk was, wordt bij transformatie gezocht naar complementariteit in activiteiten van hoogopgeleide, kapitaalkrachtige inwoners en lokale mankracht van buurtbewoners.
Bewoners, markt en overheid op één lijn – Larry Beasley
Het maken van goede combinaties van stakeholders staat ook voor Larry Beasley centraal. Kansrijke ideeën van slimme stadsbewoners moeten gekoppeld worden aan de mankracht van kansarme buurtbewoners, aan de outcast van de stad. Dan ontstaat in zwakke stadsdelen ineens een positive urban experience. Als dat lukt kan de stad op grotere schaal succesvol veranderen. Als dat niet lukt, beperkt transformatie zich tot een paar boutique projects, een paar mooie uitzonderingen.
Er zijn twee manieren waarop de overheid transformatie kan sturen. De eerste is dwang door middel van regelgeving. Dat is een heel gebruikelijke reflex van de overheid om de publieke belangen te beschermen. Door regelgeving in te zetten wordt echter een belemmering gecreëerd en ontwikkeling ontmoedigd. Daarbovenop is het vaak onduidelijk wat het publieke belang precies is. De tweede manier is enticement. Marktpartijen worden verleid deel te nemen aan overheidsplannen. Dit instrument wordt door slimme steden gebruikt. De overheid remt geen ontwikkeling af, maar stimuleert het in de goede richting.
Om tot een succesvolle samenwerking te komen is het allereerst belangrijk dat de partijen dezelfde taal spreken en samen doelen definiëren. Als dat niet het geval is, loopt het proces vast op tegengestelde kortetermijnbelangen. Dat gebeurt bijvoorbeeld als burgers door ontwikkelaars als consumenten gezien worden, maar door politici als stemmers. Ten tweede is het belangrijk dat de overheid een partij is die de regelgeving durft aan te passen en daardoor ‘waarde aan de vergelijking toevoegt’. Er kan bijvoorbeeld extra ontwikkelruimte gecreëerd worden. De opbrengsten daarvan kunnen dan ten goede komen aan het publieke domein en openbare voorzieningen, zoals dat bijvoorbeeld in Vancouver gedaan is. Tot slot is er voor nieuwe ontwikkelingen ook een nieuwe ondernemingsvorm nodig. Een ontwikkelcombinatie waarin zowel de overheid als de markt participeren. In bijvoorbeeld Dallas is zo’n combinatie succesvol ingezet, slim gebruik makend van tax increment financing.
Voor Larry Beasley is de kern van stadsontwikkeling het op één lijn brengen van bewoners, markt en overheid. Een goed idee voor de stad is alleen niet genoeg, belangen moeten gecombineerd worden. Als dat niet gebeurt, loopt de ontwikkeling uiteindelijk in een moeilijk proces vast.
Van der Leeuwprijs 2012
Voorafgaand aan de lezing is de Van der Leeuwprijs 2012 uitgereikt. Voor de prijs is een longlist opgesteld, waaruit drie projecten geselecteerd zijn. Kaap Belvedère op Katendrecht, ‘het huis voor immaterieel erfgoed’ waar iedereen in de volkskeuken zijn levensverhaal kan vertellen; Wandschappen, een werkplaats in Charlois waar werkloze buurtbewoners ingezet worden om Dutch Design te maken; en RAAF, een lunchroom annex VVV. Alle projecten liggen in Rotterdam-Zuid en laten zien hoe een kleine kiem de beeldvorming en beleving van de stad enorm kan veranderen. Eén van de projecten springt er echter uit, volgens Marco Pastors, directeur Nationaal Programma Kwaliteitssprong Zuid: “Het initiatief creëert arbeidsplekken op de plaats waar dat het hardst nodig is. Dat maakt Wandschappen de winnaar van de Van der Leeuwprijs 2012.”
26 november 2012, De Rotterdamse Citrusveiling
Organisatie: Van der Leeuwkring
Meer informatie:
Boek City as Loft:
Auteur: Martina Baum, Kees Christiaanse (eds.)
GTA verlag, november 2012, Engelse editie
17 x 24 cm, hardcover, 386 pages, 332 ill. in color, 128 ill b/w, maps, diagrams
ISBN 978-3-85676-302-2
Verkrijgbaar via NAi Booksellers
Zie ook:
Cover: ‘Thumb_renovatie en herbestemmen_0_1000px’