Verslag Ze duiken steeds vaker op: initiatieven tot tijdelijk ruimtegebruik. Het blijft niet beperkt tot een enkele pop-up shop of een buurtmoestuintje; het aantal tijdelijke invullingen groeit en het aanbod wordt creatiever. Ook studenten van de TU Delft zijn met het onderwerp aan de slag gegaan. In de master Real Estate & Housing kregen zij de kans om de ontwikkeling van de Spoorzone in Delft eens goed tegen het licht te houden en te bedenken hoe tijdelijk ruimtegebruik hieraan een bijdrage kan leveren.
Met braakliggende terreinen door gestrande bouwprojecten, de alom aanwezige leegstand in de kantorenmarkt, maar ook in winkelgebieden midden in stadscentra lijkt de noodzaak van tijdelijk gebruik steeds zichtbaarder te worden. De stelling dat deze leegstaande panden en terreinen niet bevorderlijk zijn voor de leefbaarheid, veiligheid en de waarde van de omliggende bebouwing, wordt inmiddels breed gedragen. Om dit probleem te lijf te gaan zonder diep in de buidel te hoeven tasten of een risicovolle en vaak weinig kansrijke ontwikkeling te initiëren, zijn ook gemeenten steeds vaker op zoek naar tijdelijke invullingen als oplossing. De aanvankelijke terughoudendheid van vastgoedeigenaren en gemeenten – stel dat het aanslaat, krijgen we het dan nog weg – lijkt langzaam maar zeker plaats te maken voor een enthousiaste, coöperatieve houding ten aanzien van tijdelijk gebruik. Het wetsvoorstel voor het verruimen van de leegstandswet, die het mogelijk maakt om leegstaande gebouwen tot maximaal 10 jaar lang tijdelijk te verhuren, in plaats van 5 jaar, zal tijdelijk gebruik door een langere terugverdientijd bovendien rendabeler maken.
Waar de gemeente Arnhem al sinds 2007 braakliggende terreinen tijdelijk invult met reizende tuinen, zijn veel gemeenten nog op zoek naar een goede manier om hiermee om te gaan. De gemeente Delft is er al mee aan het experimenteren. Bij de ontwikkeling van de Spoorzone bijvoorbeeld, een ambitieus project waarbij het spoor over een lengte van 2,3 kilometer onder de grond verdwijnt, vlak bij het historische centrum van Delft. Door de duur en omvang van het project werd al rekening gehouden met langdurig braakliggende terreinen, waarvoor de gemeente op zoek ging naar kansrijke tijdelijke invullingen. Tijdelijk gebruik, dat wettelijk mogelijk wordt gemaakt door Tijdelijk Anders Bestemmen (TAB), is in dat geval onderdeel van een flexibele strategie, die ervoor zorgt dat er vraag- en cashflow-gestuurd ontwikkeld kan worden. Een interessante casus voor een manier van binnenstedelijke herontwikkeling die naar verwachting steeds gebruikelijker zal worden. Dat dacht de afdeling Real Estate & Housing aan de TU Delft ook, en zo kregen 5 teams van masterstudenten de kans om hun visie op de mogelijkheden van tijdelijk gebruik voor de ontwikkeling van de Spoorzone te geven.
De inleiding tot dit onderwerp werd verzorgd door Rick de Boer, afstudeerder bij NS op de tijdelijke ontwikkeling van het spoorterrein bij Zwolle, en ondergetekende, afgestudeerd op de sociaaleconomische waarde van tijdelijk gebruik.
Onlangs hebben de studenten het project afgerond, de uitkomst laat een mooie variëteit aan mogelijke tijdelijke functies voor de Spoorzone zien. Het is duidelijk dat de studenten verder kijken dan de gebruikelijke moestuintjes. De voorgestelde functies variëren van een kas met lunchroom tot een urban playground en een demontabel paviljoen, gemaakt van hergebruikte materialen. Het is duidelijk dat de tijdelijke invulling volgens de studenten niet alleen ‘leuk’ moet zijn, maar zeker ook bij moet dragen aan de toekomstige ontwikkeling die er gaat plaatsvinden. Het moet het gebied leefbaar en aantrekkelijk maken, financieel haalbaar zijn en een positieve bijdrage leveren aan de branding van het gebied.
Wat alle 5 teams met elkaar gemeen hebben, is dat ze sterk rekening hebben gehouden met hoe de gemeente Delft zich graag positioneert: als stad van duurzaamheid en technologie. Duurzaamheid laten de studenten terugkomen door bijvoorbeeld een veld vol zonnecellen te bouwen, experimenteerruimte te bieden voor de ontwikkeling van duurzame woningen en door het gebied in te vullen met hergebruikte en verplaatsbare objecten. Dat Delft ook een stad van technologie is, laten de studenten terugkomen in een Lab Garden, een door de TU Delft en bedrijven te gebruiken plek om hun kennis te promoten, en loodsen waar omwonenden zelf aan het knutselen kunnen gaan.
Allemaal leuke ideeën, maar wie gaat dat allemaal organiseren? Ook daar hebben de studenten over nagedacht. De meeste groepen staan open voor leuke initiatieven ‘van onderop’, zolang ze maar wel een positieve bijdrage leveren aan het gebied en passen binnen de toekomstvisie. Om dit alles in goede banen te leiden is een coördinerende partij nodig. Een non-profitorganisatie bijvoorbeeld, die los van de gemeente bestaat, maar wel ondersteuning krijgt voor haar activiteiten. Wellicht dat dit een goed uitgangspunt vormt voor gemeenten die op zoek zijn naar een mogelijkheid om met tijdelijkheid om te gaan.
De studenten laten zien hoe tijdelijk gebruik een belangrijke bijdrage kan gaan leveren aan de toekomstige ontwikkeling van de Spoorzone. Of het nou is door experimenteerruimte te bieden voor nieuwe functies, door branding of door de levendigheid in het gebied te bevorderen: tijdelijk gebruik will do the trick.
‘Studentenplannen Spoorzone Delft: tijdelijk gebruik als strategisch instrument - Afbeelding 1’
Winnend team: Jan Noorda, Sharon Selissen, Bahar Akbarian, Erik Schipper, Jorrit Vulker, Marieke Lootens, Olivier Carlebur, Arlette Mensing, Lizet Kuitert, Bob Bogers, Yu-Hei Chan, Juan Gaviria Moreno en Jane Fain. Supervisor: Tom Daamen.
Cover: ‘2013.05.21_Spoorzone Delft_660’