Verslag Hoe zijn psychologie en architectuur verbonden? Er is een groeiende interesse in de relatie tussen mensen en hun omgeving. De lezingenreeks en workshop 'Psychology behind Architecture' zijn bedoeld om deze disciplines dichter bij elkaar te brengen, kennis uit te wisselen en begrippen scherp te stellen. Dinsdag 19 maart sprak dr. Machiel van Dorst over hoe ruimtelijk ontwerp gerelateerd is aan menselijk gedrag en dr. Hans Schellekens over de beleving van de stad. Twee lezingen die mooi lieten zien waar de kansen liggen in het ontwerp van de leefomgeving.
Lezingenreeks Psychology behind architecture, deel 2
'Control - From behaviour to environmental design'
Machiel van Dorst (afdelingsvoorzitter Urbanism en associate professor Environmental Technology & Design, TU Delft) proeft een vernieuwde interesse in wat hij 'eco-environmental studies' noemt. Zowel onder stedenbouwkundigen als omgevingspsychologen, maar met een verschillende invalshoek; de laatste doen bijna uitsluitend empirisch onderzoek. Een voorbeeld van stedenbouwkundig onderzoek in relatie tot omgevingspsychologie is een lopend promotieonderzoek naar stressreductie in de stad.
‘De beleving van de stad - Afbeelding 1’
Voorbeeld: lopend promotieonderzoek naar stressreductie in de stad (Yulia Rashevskaya). Klik hier voor groot
Zelf promoveerde Van Dorst in 2005 op de dissertatie "Een duurzaam leefbare woonomgeving". Uitgangspunt daarin is de drievoudige relatie tussen een persoon en andere personen, de gebouwde omgeving en de natuur. Die relaties zijn evident, maar kennen ook veel complexere dwarsverbanden. Controle over het eigen leven is een van de 5 menselijke basisbehoeftes. In zijn dissertatie koppelt Van Dorst deze aan de piramide van Maslow (1970) waarin zelfactualisatie bovenaan staat. Bij het 'verpersoonlijken' is de leefomgeving niet weg te cijferen; voor de mens is dat een essentieel controlemiddel. Mensen eigenen zich ruimte toe, zie de hekken en schuttingen waarmee tuinen omheind worden. Kortom, een behoefte tot verpersoonlijken als vitaal controlemechanisme (zie ook de blog Controle - hoe kun je mensen controle over hun omgeving geven?)
‘De beleving van de stad - Afbeelding 2’
Relatie tussen een persoon en andere personen, de gebouwde omgeving en de natuur (Van Dorst, 2013)
Een tweede menselijke basisbehoefte die Van Dorst aanhaalde in relatie tot de leefomgeving, is de kwaliteit van sociale interactie. Daarbij is de persoonlijke ruimte essentieel. Het model van Summer geeft handvatten voor de persoonlijke ruimte die mensen nodig hebben. Sociale interactie vraagt bijvoorbeeld om een afstand van 1 meter 20 tussen mensen om effectief te zijn. Van Dorst liet zien dat er een optimum is in dat persoonlijke contact, als op een bepaald moment het aantal verwachte contacten min of meer correspondeert met het aantal bereikte.
Aantal verwachte contacten versus het aantal bereikte contacten. http://www.gebiedsontwikkeling.nu/workspace/uploads/2013.03.22_psychology_3_big-514c3f26700c6.jpg
‘De beleving van de stad - Afbeelding 3’
De context is hierin van grote betekenis, deze schept een verwachting. Zo bestaat in metrostations bij een te grote concentratie van mensen het gevaar dat ze niet meer om elkaar geven. Of ontstaat er in een anonieme grote flat al een ongemakkelijke situatie als er 1 ander persoon de lift in stapt. Maatvoering is een cruciale parameter in het bevorderen van sociale interactie. Het spelen met maatvoering kan resulteren in duurzame zones waarin een verschillende mate van interactie bereikt wordt - van privaat to zeer publiek. Verkeersgebieden worden dan zones voor sociale interactie in plaats van slechts beweegruimte.
'De beleving van de stad'
Hans Schellekens is ecologisch psycholoog en gepromoveerd op een dissertatie over de beleving van de stad. Schellekens definieert beleving als 'het besef van de persoonlijke betekenis van de situatie waarin je verkeert', en - door hem vrij gedefinieerd - de stad als een 'min of meer coherente verzameling betekenissen'. Die betekenissen stonden centraal in zijn lezing, waarbij hij een onderscheid maakte tussen affordanties en referenties (zie onderstaand schema). Daarover stelde hij:
"Je beleving van de stad hangt af van de aard en hoeveelheid affordanties en referenties die passen bij je interactie met de stad, gegeven de situatie waarin je verkeert".
Affordanties definieert Schellekens als de betekenissen die je direct waarneemt, gegeven je interactie met de omgeving. Het zijn vaak werkwoordvormen die eindigen op '-baar'; zitbaar, steunbaar, voelbaar. Affordanties zijn vaak een basisbetekenis, een eigenschap die intrinsiek is. Referenties anderzijds zijn betekenissen die je zelf toekent, gegeven de interactie met een omgeving op een bepaald moment. Schellekens deelde referenties op in enkelvoudige tekens (door Peirce onderverdeeld in indexicale, iconische en symbolische tekens) en complexe tekens. Deze complexe sfeertekens zijn weer te onderscheidden in markeringstekens, die een bedoeling of opvatting van de maker uitdrukken (bijv. een bord met stopteken) en activeringstekens, die je stimuleren om iets te doen of te laten (bijv. slingers op een verjaardag).
Betekenis van de situatie waarin je verkeert:
- 1. Affordanties (intrinsieke eigenschap van een omgeving)
- 2. Referenties (toegekende betekenis)
- a. Enkelvoudige tekens (Peirce)
- i. indexicale tekens (teken verwijst naar een object)
- ii. iconische tekens (er is een fysieke overeenkomst tussen teken en object)
- iii. symbolische tekens (de relatie tussen teken en object is een zaak van regels, afspraken of willekeur)
- b. Complexe (sfeer)tekens:
- i. markeringstekens (drukken een bedoeling of opvatting van de maker uit)
- ii. activeringstekens (stimlueren om iets te doen of laten)
- a. Enkelvoudige tekens (Peirce)
De les uit Schellekens verhaal is dat de omgeving nooit een determinant is, maar dat menselijk gedrag wordt gevormd door situaties.
"Stedebouwers scheppen betekenissen in de vorm van stedelijke artefacten die passen bij en ondersteunend zijn voor de interacties van de gebruikers van de stad", aldus Schellekens.
De lezingen van Machiel van Dorst en Hans Schellekens maken deel uit van de lezingenreeks 'Psychology behind Architecture', die plaatsvond van 18 t/m 22 maart 2013.
De lezingen van Machiel van Dorst en Hans Schellekens maken deel uit van de lezingenreeks 'Psychology behind Architecture', die plaatsvond van 18 t/m 22 maart 2013. De lezingenreeks werd georganiseerd door studenten van het Explorelab, een multidisciplinair afstudeerlab van de faculteit Bouwkunde TU Delft.
Overige verslagen uit deze reeks:
- Deel 1: Omgevingspsychologie & zorgarchitectuur
- Deel 3: Eindgebruikersparticipatie: het IKEA-effect
- Deel 4: Mens-omgevingsrelaties
Cover: ‘Papieren brein’ door Josh Namdar (bron: Shutterstock)