Analyse Deze week vroegen we in het artikel ‘Kiest u voor een retail proof coalitieakkoord?’ aandacht voor de rol van nieuwe gemeentebesturen bij de veranderingen in het winkellandschap. Een actueel thema, waar zowel Friso de Zeeuw als Hans-Hugo Smit al meteen meer over wisten bij te dragen.
Zo werd Friso de Zeeuw in de serie ‘Winkelstraat te koop’ van het programma ‘De ochtenden’ van Radio 1 geïnterviewd door verslaggever Anne van der Veen, terwijl ze een wandeling maken door het nieuwe winkelgebied van Zaandam. Volgens De Zeeuw een grote, risicovolle vernieuwing met het beeld van grachtjes en Zaanse huisjes. Het gemeentebestuur heeft hier echt lef getoond. Een echte omwenteling in de stad, waarvan in Nederland maar zeer weinig recente voorbeelden bestaan. Hoewel vakgenoten nog wel eens kritisch zijn en het kitsch noemen, stellen de mensen die er komen winkelen het nieuwe centrum zeer op prijs. Het geeft de binnenstad een typische Zaanse sfeer. Het winkelend publiek beaamt dat een plek waar je graag komt uitnodigt tot meer bestedingen. Toch noemt De Zeeuw het centrumplan Inverdam geen voorbeeld voor de rest van Nederland. Op andere locaties in de nabijheid van succesvolle winkelgebieden bestaat gerede kans op kannibalisering en dan blijft het gewenste effect uit. Dan ontstaat alsnog leegstand of worden investeringen halverwege het vernieuwingsproces gestaakt. “Steden en dorpen zullen nog een felle strijd gaan strijden, met per saldo meer verliezers dan winnaars.” Leegstand is een groot maatschappelijk probleem, benadrukt De Zeeuw nog maar eens. ”Veel groter dan de leegstand van kantoren, want met die lege winkelstraat wordt men dagelijks geconfronteerd en met die lege kantoren niet.”
Ook bleek deze week uit onderzoek van onderzoeksbureau Multiscope dat een kwart van de consumenten winkelcentrum mijdt vanwege leegstand. En consumenten die winkelcentra gaan mijden, veroorzaken alleen nog maar meer leegstand. Hieruit blijkt hoe weinig nodig is om een negatieve spiraal in gang te zetten. Een paar lege winkels veroorzaken al gauw nog meer leegstand.
Het redactionele artikel van afgelopen week eindigde met de stelling dat “de komende gemeenteraadsverkiezingen een belangrijk stempel zullen drukken op de toekomst van onze winkelgebieden. Gemeenten staan voor de aanpak van winkelleegstand en de mogelijkheden voor de vernieuwing van het winkellandschap. Politieke partijen zouden daarom in hun programma moeten aangeven hoe ze tegenover deze onderwerpen staan. Alleen dan kan de kiezer een bewuste keuze maken en kunnen op maat gemaakte coalitieprogramma’s worden gesmeed.”
Hans-Hugo Smit, senior projectleider van Platform 31, klom in de pen en schreef daarop de volgende reactie:
“Ja, de nieuwe coalities zullen hoe dan ook een belangrijk stempel drukken op de toekomst van winkelgebieden. Grofweg zie ik drie opties. Ofwel detailhandel staat niet op de radar en de nodige ingrepen in winkellandschap blijven uit. Ofwel detailhandel wordt wél speerpunt, maar het debat wordt overheerst door probleemdenken en leegstandsverlamming. Ofwel de nieuwe coalitie omarmt de nieuwe tijd en probeert –samen met marktpartijen- actief vorm te geven aan winkelgebieden die aansluiten bij de behoeften van de veranderde consument (Lees ook: burger of –juist nu- kiezer!)
Onze vertrouwde winkelhiërarchie was lang heel functioneel, maar is achterhaald. Mensen zijn mobieler, kritischer en machtiger geworden en kunnen veel meer dan vroeger kiezen waar ze wat willen kopen en op welk moment. Sommige winkelgebieden hebben hun vanzelfsprekendheid als winkelbestemming in de ogen van de consument verloren. Dat kan gaan om winkelstrips, maar ook om sommige wijkwinkelcentra en delen van stadscentra. Tegelijkertijd ontstaat door het veranderende winkelgedrag behoefte aan andere typen winkellocaties. Ik denk aan nieuwe winkelplekken, zoals op OV-knooppunten of afhaalpunten en perifere detailhandel langs uitvalswegen. Maar ik denk zeker ook aan een kwalitatief andere invulling van bestaande winkellocaties, die geen aantrekkelijke “places to buy” moeten zijn, maar aantrekkelijke “places to be”.
Die nieuwe typen winkellocaties komen er niet vanzelf. Niets doen is dus eigenlijk geen optie voor nieuwe raadsleden. In veel gemeenten lijkt dat besef wel doorgedrongen en staat detailhandel op de radar. Naar mijn smaak wordt daarbij echter te vaak gedacht in problemen. Uit angst voor meer leegstand en bijvoorbeeld ook “de dreiging van internet” worden nieuwe initiatieven argwanend bekeken en worden bestaande winkelgebieden en ondernemers beschermd. Dat uit zich onder meer in een verbod op nieuwbouw (zeker perifeer), branchebeperkingen, beperkte winkelopeningstijden en een pleidooi voor huurverlaging.
Om aantrekkelijke detailhandel en binnensteden in gemeenten in de toekomst te garanderen is pro-actief beleid nodig van de overheid, die zich rekenschap geeft van consumentenvoorkeuren, en zich daarbij goed laat informeren en bijstaan door de markt. Dit was ook één van de conclusies van het mede door Platform31 georganiseerde congres Winkelgebieden van de Toekomst. Samen zorgen voor goede lokale en regionale visies. Samen kiezen en daarbij ook durven te saneren in gebieden zonder potentie en durven te investeren in kansrijke gebieden en concepten. En voor al die nieuwe raadsleden die straks een vliegende start willen maken, hebben de deelnemers op het congres al wat suggesties gedaan voor alinea’s voor de nieuwe coalitieakkoorden met het oog op het bereiken van aantrekkelijke winkelgebieden van de toekomst. Dus “click en collect” deze bruikbare informatie, want er is werk aan de winkel!”
Zie ook:
Cover: ‘2013.03.18_Leegstandsverlamming in winkelland_660’